31 oktober 2004

Sigarenbandjes

De Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) heeft minstens één pennenlikker teveel in dienst, namelijk de ambtenaar die genoeg tijd over had om zich af te vragen of het aanbieden van sigarenbandjes op ruilbeurzen niet in strijd is met het reclameverbod op alcohol en tabak. En die vervolgens tot de conclusie kwam dat dat niet alleen zo is, maar dat er van gedogen ook beslist geen sprake kan zijn. Ziehier het resultaat van een kruising tussen zero-tolerance en kleingeestige regelneukerij.

Hopelijk komt de VWA maandag met een verklaring waarin staat dat het allemaal een misverstand is, en dat de belastingbetaler natuurlijk mag verwachten dat zijn geld wordt besteed aan iets zinnigers dan het pesten van mensen die er een liefhebberij op na houden waar werkelijk niemand hinder van ondervindt.

De verzamelaars van bierviltjes moesten er ook aan geloven. Dat er voor tabak geen reclame gemaakt mag worden, wist ik (hoewel geen normaal mens het uitstallen van een verzameling sigarenbandjes op een hobbybeurs daar onder schaart) maar waarom de bierviltjes ook moesten verdwijnen is me volslagen onduidelijk. Het enige dat ik merk van alcoholreclame is dat ergens in het beeld de volkomen nietszeggende tekst ‘Geniet, maar drink met mate’ te zien is. Zou men de bierviltjesverzamelaar echt gesommeerd hebben zijn verzameling in te pakken omdat die tekst ontbrak naast zijn mooi uitgestalde collectie onderzetters?

De Leeuwarder Courant maakt melding van een saillant detail: vanwege de horecagelegenheid die in de zaal was ingericht, gold voor de hele ruimte een ontheffing van het rookverbod. Ik weet niet of er ook alcohol werd verkocht, maar ik zie het voor me: in een zaal die blauw staat van de rook en waar bezoekers naar de bar in de hoek kunnen lopen om even bij te komen onder het genot van een borreltje, lopen twee überambtenaren ervoor te zorgen dat op elke vierkante meter van de hobbybeurs de Absolute Letter van de Wet wordt nageleefd.

Ergens is het geruststellend: er vinden allerlei hevige, soms verontrustende veranderingen plaats in ons land, maar diep van binnen zijn we toch het kleine kneuterige volkje dat we altijd zijn geweest.

29 oktober 2004

Frankenstein

Het is al een tijdje redelijk stil rond genetische manipulatie. Waren veel mensen niet zo gek lang geleden nog in de ban van plantjes waar wat aan gefriemeld was, tegenwoordig halen nieuwsberichten over indrukwekkende staaltjes gentech amper nog de krant. Tegen gewenning is geen kruid gewassen.

Op zich is het fijn dat de tegenstanders van genetische modificatie die het vooral van de onderbuik moesten hebben een beetje gedimd hebben. ‘Frankensteinvoedsel’ is een woord, geen argument, en het is al helemaal geen goede reden om bang te zijn voor groenten waaraan genetici een beetje hebben lopen sleutelen. De mensen die tijdens de hoogtijdagen van de gendiscussie het hardst tegen de technologie te hoop liepen, verpestten het voor anderen wiens bedenkingen tegen gentech wél ergens op sloegen.

Zo is er het verhaal dat de wereld van voedsel kan worden voorzien dankzij gentech, bijvoorbeeld door rijstplantjes te fabriceren met korrels die supervoedzaam zijn, bomvol vitamines zitten en die groeien op de meest onmogelijke grond. Klinkt leuk, maar de honger in de wereld is er niet omdat we te weinig voedsel zouden hebben, maar omdat het oneerlijk wordt verdeeld. Mochten deze fantastische rijstplantjes verbouwd gaan worden, dan weet ik al waar ze terechtkomen: in de schappen van de Albert Heijn, naast de vijfenzeventig andere exotische rijstsoorten.

Aan de andere kant bestaat het idee dat genetisch gemodificeerd voedsel ongezond zou zijn. Waar dat fabeltje vandaan komt weet ik niet, maar geloof me: dat voedsel genetisch veranderd is, zegt niets over de veiligheid ervan. Een ander onzinargument is dat ‘wij’ niet zomaar aan ‘de natuur’ mogen zitten. We doen al eeuwen niet anders!

Maar ik wil toch op z’n minst kunnen kiezen voor voedsel dat niet genetisch is gemodificeerd. En dat heeft niets te maken met de gevaren van dat voedsel of met principiële bezwaren tegen mensen die aan ‘de natuur’ gaan klooien. Dat heeft er vooral mee te maken dat ik koste wat kost wil voorkomen dat bedrijven als Monsanto geld aan mij verdienen. Zoek voor de grap eens op wat die multinational allemaal op z’n geweten heeft, en je begrijpt precies wat ik bedoel.

28 oktober 2004

Pillen

Medicijnverkopers schijnen het maar niet te kunnen laten: cadeautjes uitdelen aan huisartsen, in de hoop hun op die manier hun voorschrijfgedrag te beïnvloeden. En wat blijkt? Het werkt nog ook. Maar liefst acht procent van de artsen laat zich vrolijk omkopen door de farmaceutische industrie en besluit het middel van de pillenboer die dat leuke horloge gaf te gaan voorschrijven.

Regelmatig komt in het nieuws dat deze praktijken eigenlijk al jaren bezig zijn. Artsen laten zich fêteren door farmaceutische bedrijven, en veranderen in ruil daarvoor van medicijn. Niet omdat het beter werkt of minder bijwerkingen heeft - soms zelfs integendeel – maar omdat de fabrikant van het middel zo vriendelijk was ze uit te nodigen voor een wetenschappelijk congres in Yab Yum.

En een huisarts is geen supermarkt. Als de bedrijfsleider van de Albert Heijn een nieuwe auto krijgt van Coca Cola en vervolgens besluit geen Pepsi meer te verkopen, dan is dat zijn zaak. Klanten zijn prima in staat zelf te bepalen welke cola ze het lekkerst vinden en de supermarkt voor een concurrent te verruilen als ze graag Pepsi willen drinken. Patiënten daarentegen vertrouwen hun huisarts en hebben sowieso niet genoeg kennis om te kunnen zien of hij ze wel het beste medicijn voorschrijft. Er is een vertrouwensrelatie, en mensen die misbruik maken van vertrouwensrelaties zijn schoften. Kan ik verder ook niets aan doen.

Mij lijkt het hartstikke duidelijk dat zowel de farmaceuten als de artsen die zich met dit soort bedrog bezig houden aan de allerhoogste boom horen te bungelen. Maar, en dat verbaast me het meest, dat wil maar niet gebeuren. Ja, farmaceuten worden bijna wekelijks op de vingers getikt door de rechter, maar daar zijn ze niet van onder de indruk. Zoveel is duidelijk.

En het is ook niet alsof artsen zo miserabel verdienen dat ze zich wel moeten laten omkopen. Maar daar kunnen we natuurlijk voor zorgen. Als onze eigen huisartsen toch hebberige hufters zijn, laten we ze dan omlaag schalen naar het minimumloon. Het is of dat, of gewoon de wet aanpassen en dit probleem voor eens en voor altijd uit de wereld helpen.

27 oktober 2004

Roken

Hoewel ik roker ben, heb ik begrip voor de meeste maatregelen die worden genomen om roken te ontmoedigen en laat een aantal andere regelingen me koud. Zo vind ik het niet erg dat ik bijna overal naar buiten moet om te mogen roken, en vallen de waarschuwingen op pakjes tabak me al niet eens meer op. Roken is een ongezonde, slechte gewoonte. Het stinkt, en meerokers lopen een verhoogd risico op allerlei enge ziektes die je de meeste mensen toch niet toewenst. Hoe minder mensen er aan beginnen hoe beter.

Sommige mensen vinden nu dat de waarschuwingen op pakjes sigaretten en shag nog explicieter zouden moeten zijn. Plaatjes van zieke longpatiënten en verkankerde bronchiën zouden een nog grotere drempel vormen voor beginnende rokers, denken de voorstanders.

Ik ben in gedachten teruggegaan naar de tijd dat ik zestien was. Voor de grungende, cynische alto die ik toen was, was roken een soort statement tegen het establishment, al moet ik toegeven dat de logica daarvan mij inmiddels ook ontgaat. Maar man, wat zou roken nog oneindig veel stoerder zijn geweest als er destijds plaatjes van terminale rookslachtoffers op de pakjes hadden gestaan. De andere grungende, cynische alto’s en ik zouden elkaar proberen te overtreffen in het verzinnen van botte grappen over de rochelende terminaaltjes. De plaatjes zouden een soort macabere variant op de pokémon-flippo’s worden: rokémon, spaar ze allemaal!

Dat is wat zou doen als ik zestien was. En hoewel de pubers van nu vast de pubers van toen niet zijn, is het maken van antiautoritaire statements toch een regelmatig terugkerend thema. Hoe shockerender hoe beter, en plaatjes van stervende rokers sparen is zowel antiautoritair als vrij shockerend.

Bovendien is er een verschil tussen roken ontmoedigen en rokers pesten. Zolang aan snoepreclame als enige voorwaarde wordt gesteld dat er zo’n lullig tandenborsteltje in beeld verschijnt en op een Big Mac niet eens een waarschuwing hoeft te staan, laat staan een foto van een 200 kilo wegende vetzak die net z’n derde infarct heeft gehad, is het wat vreemd om tabak wel nog harder aan te pakken dan nu al gebeurt.

26 oktober 2004

Mening

Rocco Buttiglione, als het aan de voorzitter van Europese Commissie José Barroso ligt de toekomstige Eurocommissaris van justitie, mag zeggen wat hij denkt, en dat is een goede zaak. Hoewel de opvattingen van de Italiaan er ook tweeduizend jaar geleden niet voor hadden gezorgd dat hij voor zijn leven had moeten vrezen, is het algemeen gesproken vooruitgang dat mensen meningen hebben zonder gelyncht te worden. Of de meningen in kwestie nu stammen uit de tijd dat we nog van tak naar tak zwierden of niet.

Een groot deel van het Europarlement vindt ideeën als die van Buttiglione niet zo passen bij de hem toebedachte functie, en ook dat is een goede zaak.Vrijheid van meningsuiting betekent dat je mag zeggen wat je vindt, maar niet dat meningen nooit consequenties hebben.

Rocco vindt dat homoseksualiteit een zonde is en dat vrouwen braaf thuis moet zitten. Betekent dat dat hij niet goed zou kunnen functioneren als Eurocommissaris? Niet per se, maar als de Europarlementariërs weinig heil zien in een homofobe seksist op de post van justitie dan is dat hun goed recht. Vrijzinnige opvattingen zijn niet zaligmakend, maar als een meerderheid van het Europarlement ze aanhangt, dan zegt dat iets over de Eurokiezer.

Ik begin er bijna spijt van te krijgen dat ik tijdens de vorige Europese verkiezingen blanco heb gestemd. Bijna, want het gevaar bestaat dat Barroso overgaat op machtspolitiek en de belangrijkste fracties in het Europarlement bakzeil halen. Dat zou betekenen dat dit een storm in een glas water is, omdat er toch weer voor realpolitik gekozen wordt als het puntje bij het paaltje komt.

Dat zou een persoonlijke overwinning zijn voor de Euroscepticus die ik ben, maar ik zou er nauwelijks van genieten. Ik ben niet sceptisch omdat ik niet geloof in een Verenigd Europa, maar omdat ik niet geloof in dit Verenigd Europa, een regenteske kliek die denkt dat De Markt het middel tegen alle kwalen is en zich maar weinig gelegen laat aan de kiezer. Althans, zo zag ik het. Maar geloof me, ik zie in dit geval niets liever dan dat mijn gelijk keihard aan diggelen vliegt.

25 oktober 2004

Baas

Nog even en we weten wie de volgende president van de VS gaat worden. In bijna alle landen ter wereld hoopt een grote meerderheid dat George W. Bush gaat verliezen.

Dat komt voor een belangrijk deel door de Irakoorlog. In tegenstelling tot een heleboel mensen vind ik dat een lastig onderwerp. Natuurlijk is het concept pre-emptive strike verwerpelijk, en is de manier waarop Bush de VN buiten de oorlog hield schandalig. Desondanks ging meneer Chirac ook niet vrijuit toen hij VN-deelname aan de oorlog vervolgens per definitie onmogelijk maakte.

Daar komt bij dat de Fransen en de Russen, die tegen de Irakoorlog waren, grote financiële belangen hadden in Irak en dat Amerikaanse bedrijven, corporaties met stevige politieke banden zoals Halliburton en de Carlisle Group voorop, niet slechter gaan worden van de wederopbouw. Kortom, eigenlijk hadden voor- noch tegenstanders van de oorlog zuivere motieven.

Dat ook een Amerikaanse marionettenstaat stukken rechtvaardiger en beter is voor de Irakese burgers dan Saddam Hoessein, daar twijfel ik geen moment aan. Ik word misselijk van mensen die doen alsof alles in Irak pais en vree was totdat de Amerikanen er binnenvielen. Dat heeft niets van doen met de werkelijkheid.

Maar andersom klopt het ook niet: de Amerikanen verzonnen dat Saddam beschikte over massavernietigingswapens, zodat ze een excuus hadden om het land, dat niet toevallig de op één na grootste olievoorraad ter wereld heeft en bovendien strategisch gunstig gelegen is, de oorlog te verklaren. Bewijzen verzinnen om een ander land aan te kunnen vallen mag niet. De wereld heeft helemaal niets aan een sherrif die alles dat hem niet bevalt aan z’n laars lapt, en die immense haat zaait overal waar hij z’n grote cowboyboots plant.

Ik hoop dat Kerry wint, omdat ik Bush om een heleboel redenen helemaal niet zie zitten. Maar Irak is eigenlijk niet de belangrijkste van die redenen, omdat dat een complex verhaal is waar op heel veel manieren tegenaan kan worden gekeken. En ik weiger dat verhaal simpeler te maken dan het is alleen maar omdat ik zo graag zou willen dat de wereld eenvoudig in elkaar zit.

23 oktober 2004

Universiteit

Universiteiten in Nederland worden over het algemeen bestuurd door bestuurders. Dat is vervelend, want Nederlandse bestuurders willen nog wel eens vreemde opvattingen hebben over prioriteiten en verbanden.

Hier in Utrecht wordt bezuinigd op personeel en op abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften, terwijl niet zo heel lang geleden een peperdure bibliotheek werd opgeleverd. Bestuurders willen nog wel eens beweren dat die twee zaken niets met elkaar te maken hebben, alsof het één wordt gefinancierd met appels en het andere met peren.

Het is heel vreemd om in de eenentwintigste eeuw zoveel geld te steken in een bibliotheek, terwijl in ieder geval bètastudenten en –onderzoekers hun informatie vooral van internet halen. En omdat het geld dat in de bieb is gestoken niet aan abonnementen is uitgegeven, wordt het alleen maar moeilijker om aan informatie te komen. Ik snap best dat de universiteit zijn boeken ergens kwijt moet, maar het ultrahippe prestigeproject dat daar nu voor gebouwd is, is geldverspilling.

Maar Utrecht staat niet alleen waar het gaat om vreemd beleid. De universiteitsvereniging VSNU vindt dat promovendi, afgestudeerden die verder gaan met onderzoek om te promoveren tot dr. of ir., best voor een beurs kunnen werken in plaats van voor een salaris. In het buitenland is dat vaak al gebruikelijk, is een mantra dat Nederlandse bestuurders eigenlijk altijd in de mond nemen als ze geen betere argumenten hebben.

Promoveren is gewoon een negen-tot-vijf baan, en de vooroordelen die bestaan over studenten (en die lang niet altijd even onwaar zijn) gaan over het algemeen niet op voor deze onderzoekers. Ze werken fulltime, en hebben dus recht op een CAO en een salaris. Dat universiteiten van die constructie afwillen omdat het de onderzoekers alleen maar vervelende rechten geeft, is begrijpelijk, maar vrij asociaal.

De universiteitsvereniging VSNU zegt meer flexibiliteit te willen. Dat is vreemd: de promovendusconstructie aanpassen omdat het buitenland dat ook doet, is juist uitermate inflexibel. Nederlandse promovendi gewoon als Nederlandse werknemers behandelen en proberen dit stelsel in het Europese onderwijsstelsel te passen, dat vergt pas echte flexibiliteit.

22 oktober 2004

SUV

Burgemeester en wethouders van Nijmegen willen eigenaars van SUV’s, grote bakken met vierwielaandrijving en als het even kan een koevanger voorop, geen parkeervergunning weigeren. Een meerderheid van de gemeenteraad steunde de motie die de monsters uit de stad moest weren.

Omdat ik een rooie rakker ben met veel te weinig geld om überhaupt een auto te kopen, laat staan een Sports Utility Vehicle, kon ik een glimlach niet onderdrukken toen ik las over de motie. Het beeld van de asociale rijke lul met z’n vierwielaangedreven fallussymbool die op z’n flikker krijgt, leidt bij mij automatisch tot leedvermaak.

Maar ook witteboordenpooiers met veel te grote auto’s mogen niet zomaar gepest worden door de overheid. Als SUV’s inderdaad gevaarlijker en/of vervuilender zijn dan de gemiddelde auto, is het de vraag of een parkeerverbod in een middelgrote provinciestad de oplossing is. Four wheel drives komen overal in Nederland voor, en het lijkt logischer om het probleem op landelijk niveau op te lossen.

En er is nog iets: ik heb een ontzettende hekel aan de neiging van te veel linkse politici om zich op een toontje dat ergens tussen denigrerend en elitair in hangt uit te laten over de bovenste lagen van de samenleving. Dat je minder geld hebt dan iemand betekent niet automatisch dat je beter bent, en bovendien is het rellerige toontje koren op de molen van mensen die denken dat “links” een ander woord is voor “uitkeringstrekkende herrieschoppers”. Ik wil graag links zijn zonder dat ik hitsige socialistenleuzen hoef te roepen, en de laatste jaren ging dat net een beetje lekker.

Maar wat staat er in de motie van Groen Links? “De opmars van dit statussymbool van veelverdieners [vormt] een bedreiging voor leefmilieu en verkeersveiligheid.” Dat terwijl het merendeel van de SUV’s gebruikt wordt door bedrijven, niet door veelverdieners. Bovendien is de woordkeuze vreselijk tendentieus. In een column misstaat dat niet, maar in een politieke motie hoort dit soort linkse gebral niet thuis.

Laten we hopen dat het een slip of the pen is, en geen teken aan de wand. Ik zit niet te wachten op een revival van het schreeuwsocialisme.

21 oktober 2004

Patent

Stel je voor: je schrijft een boek. Het speelt op Aarde, maar in de toekomst. Regeringen hebben zichzelf overbodig gemaakt door hun taken uit te besteden aan een kleine groep gigantische multinationals die in feite de dienst uitmaken en iedere starter die zich eventueel zou kunnen ontwikkelen tot een serieuze concurrent de markt uitdrukken.

Maandenlang ben je aan het schrijven, vaak tot diep in de nacht. Je wordt opgezogen in je eigen verhaal, je houdt ervan, je haat het, je bloedt, zweet en traant en eindelijk heb je een manuscript. Je gaat een uitgever zoeken, maar wat blijkt? De verhaallijn is al gepantenteerd door HAL, een multinationale uitgever die jaarlijks miljarden dollars omzet.

Je belt met de juridische afdeling van het bedrijf, en krijgt te horen: “U vindt het oneerlijk? Wel, u kunt ons natuurlijk altijd voor de rechter slepen,” waarop de telefonist in de lach schiet. HALs juridische afdeling telt meer werknemers dan er woorden in jouw manuscript staan. Je voelt je machteloos, en speelt met het idee er een boek over te schrijven. Maar daar had HAL al rekening mee gehouden.

Boeken worden gelukkig beschermd door auteursrecht, niet door patenten die voor een gewone sterveling onbetaalbaar zijn. Dat betekent dat veel verhalen op elkaar lijken maar het betekent ook dat elke sloeber die een boek schrijft een eerlijke kans krijgt om zijn eigen werk te verkopen.

Software wordt ook beschermd door het auteursrecht. Dat betekent dat er veel gelijksoortige software is, maar het betekent ook dat de softwaremarkt niet in de klauwen van hebzuchtige multinationals valt. Softwarepatenten zouden betekenen dat grote en rijke bedrijven groter en rijker worden omdat ze met hun patentjes komen zwaaien zodra ze een concurrent ruiken. Het aantal keuzemogelijkheden voor de consument zou afnemen, en de prijs zou toenemen.

Het is niet goed voor de markt, het is niet goed voor de mensen. Er is geen enkele reden om voor softwarepatenten te zijn, behalve als je er zelf beter van wordt. Wat dat zegt over de Europese Raad van Ministers (waaronder Laurens-Jan Brinkhorst) die het idee van softwarepatenten steunt, mogen de lezers zelf bedenken.

20 oktober 2004

Broeikas

Iedereen heeft verstand van het broeikaseffect. Sommige mensen zijn ‘tegen’, wat meestal betekent dat ze niet geloven dat mensen de opwarming van de Aarde op hun geweten hebben omdat het lang voordat de mens bestond ook voorkwam. Waarom het één uit het ander zou volgen is me nooit helemaal duidelijk geworden, maar de broeikassceptici hebben wel een punt. Er zijn duizenden factoren die het klimatologisch evenwicht op onze planeet beïnvloeden, en die zijn lang niet allemaal van menselijke makelij.

Sommige tegenstanders beweren zelfs dat het klimaat helemaal niet verandert, maar daar verliezen ze het toch van de broeikasprofeten. Satellietwaarnemingen, computermodellen en veranderingen in het migratiepatroon van dieren laten allemaal zien dat er al een klimaatsverandering gaande is. En wat betreft de menselijke invloeden: vlak na 11 september 2001 bleven bijna alle vliegtuigen in de VS aan de grond. Prompt nam het verschil tussen minimum- en maximumtemperatuur in Amerika toe met ruim één graad Celsius per dag. Dat zou wel eens kunnen betekenen dat onze invloed op het klimaat niet zo verwaarloosbaar is als sommige mensen zouden willen geloven.

Het schrijnendste van alles is dat het hele broeikasgebeuren een gelopen race is. De politiek probeert in de vorm van het Kyotoprotocol wel wat te doen aan de opwarming van de Aarde, maar het verdrag is niet ondertekend door de Verenigde Staten en Rusland. Poetin beweert al jarenlang dat hij echt, eerlijk waar, padvinders erewoord, binnenkort zijn handtekening zal komen zetten, maar het lijkt erop dat hij dat vooral zegt om van het gezeur af te zijn.

En dan nog: zelfs als Rusland zou tekenen, de Kyotolanden zouden nevernooit de discipline kunnen opbrengen om zich aan de richtlijnen te houden. En zelfs als ze dat wél zouden kunnen is het een beetje sneu, omdat Amerika er in de tussentijd vrolijk op los stookt. En juist in een land waar een auto die één op drie rijdt een statussymbool is, valt een hoop winst te behalen.

Ergo, of het broeikaseffect nu wel of niet de schuld is van onze stinkende dampen, warmer wordt het. We kunnen ons er maar beter gewoon op voorbereiden.

19 oktober 2004

350

Driehonderdvijftig woorden is erg veel als je geen flauw idee hebt waar ze over zouden moeten gaan. Iedereen die wel eens tegen heug en meug heeft moeten schrijven, weet wat een bezoeking dat kan zijn. Nu is dit weblog een eigen initiatief dat door praktisch niemand wordt gelezen, en dwingt niemand anders dan ikzelf me er (bijna) elke dag iets voor te schrijven, maar ik ben er nog niet uit of dat een voordeel of een nadeel is.

De meningen zijn het probleem niet. Ik heb over bijna alles een mening en ik ben er nog trots op ook. Bovendien leven we in een bijzonder boeiend tijdvak en gebeurt er iedere dag wel iets waar een mening over te hebben valt. De stemmachines die de staat Florida heeft aangeschaft na het verkiezingsdebacle van 2000 vertonen kuren, wetenschappers hebben toestemming gevraagd om een baby te maken uit drie ouders, Franse sikhs zijn naar de rechter gestapt omdat ze met hun tulband om naar school willen en het afgrijselijke concept musical gaat toegepast worden op de mijns inziens absoluut niet musicalfähige tekenfilm Shrek. Om maar wat voorbeelden te noemen.

Het schrijven zelf is het probleem. Professionele columnisten schijnen vaak wat reservestukken in een la te hebben liggen. Wil ik ook wel, maar meer dan één stuk per dag schrijven wordt me nog iets te gortig, en ik had ook geen voorraadje aangelegd voordat ik hier aan begon – dat zou geen echte uitdaging zijn geweest. Een andere optie is het schrijven over het niet weten waarover te schrijven, en mocht het nog niet duidelijk zijn, dat is wat ik nu aan het doen ben. Op zich heb ik mezelf alleen een maximum lengte gesteld, maar ik kan me er niet vanaf maken met drie regels tekst.

Ik heb een beetje ervaring met artikelen schrijven, en dat beetje leert me dat mijn kleine probleempje van tijdelijke aard is. Ik ben beslist van plan me aan mijn eigen voornemen te houden tenzij het echt, echt niet meer gaat. En dat zou dus betekenen dat ik morgen weer een column plaats die wél ergens over gaat.

18 oktober 2004

Oorlog

Soldaten horen zich aan wetten te houden. Landen die niet in oorlog zijn, hebben niet zomaar de luxe om vanuit hun comfortabele positie te oordelen over mensen die zich misdragen in oorlogsgebied, ze hebben de plicht om dat te doen. Mensen die genoeg tijd, gelegenheid en hersens bezitten om een fatsoenlijke afweging te kunnen maken zijn zowel in geografisch als in historisch opzicht zeldzaam. Zeggen dat sommige dingen nu eenmaal gebeuren in een oorlog is onverschillig, en onverschilligheid zou in tijden en plaatsen van overvloed een doodzonde moeten zijn.

Eric O. is vrijgesproken, en voor zover ik begrijp terecht. De militaire rechtbank achtte niet bewezen dat de marinier de geweldsinstructie had overtreden en dan is vrijspraak de logische conclusie. En als het OM enigzins gevoel heeft voor public relations, volgt er geen hoger beroep. Blijft de vraag of ze bij het OM wel weten wat PR betekent. De manier waarop Eric O.’s arrestatie eind vorig jaar plaatsvond, kon niet door de beugel: hij werd nog net niet bij voorbaat schuldig verklaard, en de aanklacht (moord, doodslag of dood door schuld) was veel te voorbarig.

Zelfs als je tegen Nederlandse deelname aan de Irakoorlog bent, kun je toch moeilijk tegen de Nederlandse soldaten zijn. Hoewel hun opvatting van vaderlandsliefde de mijne niet is, zitten ze wel in Irak om mijn land te dienen. De keuze om soldaat te worden zal ik niet snel maken, maar de meeste Nederlandse soldaten die in Irak hun leven wagen doen dat met motieven die je nobel zou kunnen noemen.

Ik denk dat dat de oorzaak is voor het gevoel van onrechtvaardigheid dat bij veel mensen leefde toen Eric O. werd aangeklaagd. Je kunt als land soldaten naar overzee sturen en het is een ontzettend goede zaak om niet te tolereren dat ze zich daar misdragen, maar ze verdienen wél het voordeel van de twijfel. Het OM mag soldaten aanklagen als ze verdacht worden van schending van het oorlogsrecht, maar moet daarbij beseffen dat het op eieren loopt. Een zachte hand in plaats van de botte bijl zou het OM een boel imagoschade hebben bespaard.

17 oktober 2004

Google

Toen internet net hip was, zocht je naar dingen. Tegenwoordig Google je als je iets wilt weten. Twee nerds starten een bedrijfje in een garage waar ze harde schijven in stellages van technisch lego hebben hangen, en een paar jaar later is het uitgegroeid tot een succesvolle multinational. Het is de ultieme American dream.

Dingen veranderen, op internet doen ze dat zelfs vaak erg snel, maar voorlopig ziet de toekomst er rooskleurig uit voor de zoekmachine. Concurrentie bestaat, maar vormt geen serieuze bedreiging voor Googles hegemonie. De aandelen zijn populair en de ideeën vliegen je om de oren. Naast Blogspot.com, eigendom van Google, is er Google News en G-Mail (een mailservice) en nu is er de Google Desktop.Dat is een programma dat gebruikers op een heel slimme manier in staat stelt hun eigen computer te doorzoeken.

Dat klinkt allemaal geweldig, maar ik vraag me af of de mensen achter Google niet bezig zijn zichzelf in hun enthousiasme heel hard in de vingers te snijden.

Er begint al gemor te klinken: bij G-Mail zit een zoekfunctie, en de Google Desktop maakt verbinding met internet. Zou Google wel net zo zuinig zijn op de privacy van gebruikers als op z'n zoekresultaten? Ik denk van wel, maar het zouden zomaar de eerste barstjes in het grote Google-bolwerk kunnen zijn. Omdat het wel heel hard aan het groeien is, omdat het tegenwoordig niet alleen aan de gebruikers moet denken maar ook aan de aandeelhouders, maar vooral omdat het zich steeds duidelijker gaat profileren als een groot bedrijf. Iedere nieuwe ontwikkeling in de internetwereld wordt in gang gezet door nerds, en als nerds ergens een hekel aan hebben, dan zijn het wel grote bedrijven die zich profileren als grote bedrijven.

Veranderingen kunnen heel snel gaan op internet, en als je even vergeet wat de reden van je succes is kun je zomaar de lul zijn. Multinational of niet. Ik voorspel dat Google binnen een jaar last krijgt van echte, gevaarlijke concurrentie. En als het daar niet goed op inspeelt, dat mensen over vijf jaar niet eens meer weten waar dat woord ook alweer voor stond.

16 oktober 2004

Welzijn

Amersfoort heeft een eigen dierentuin, met de toepasselijke naam Dierenpark Amersfoort. Het is een leuke dierentuin, omdat alle dieren van vrij dichtbij te bewonderen zijn. Maar het is ook een wat nare dierentuin, omdat veel dieren verknipt zijn vanwege hun te krappe behuizing. Nerveuze giraffes die de hele tijd heen en weer sjokken, een geflipte hyena die letterlijk tegen de muur oploopt en twee woestijnvossen die hun eigen pad hebben uitgesleten, om maar een paar voorbeelden te noemen.

Duidelijk is ook dat de dieren goed verzorgd worden. Ik twijfel er geen moment aan dat de verzorgers het beste voorhebben met de bewoners van de dierentuin, en het is hun schuld niet dat sommige verblijven te klein zijn. De dierentuin is oud, en de situatie is waarschijnlijk zo gegroeid. En wat doe je eraan? Afmaken is cru, al is het diervriendelijker dan beesten die jaren in een dierentuin hebben gewoond uitzetten in het wild. Meer ruimte kost geld, en dieren weggeven aan andere dierentuinen kan alleen maar als die wél genoeg ruimte hebben.

Een soortgelijk verhaal gaat op voor vlees dat afkomstig is uit de bio-industrie, waar varkens soms letterlijk hun kont niet kunnen keren en waar plofkippen eigenlijk nog kuikens zijn als ze, na zich zes weken lang volgevreten te hebben, geslacht worden. De bio-industrie was er niet van de ene op de andere dag, maar is zo gegroeid omdat de markt nu eenmaal dicteert dat alles zo goedkoop en efficiënt mogelijk doet. De gemiddelde boer is geen sadist, maar zorgt zo goed mogelijk voor z’n beesten onder de gegeven omstandigheden.

Ook hier is een oplossing niet zomaar gevonden. De consument kan best roepen dat hij tegen bio-industrie is, voor biologisch vlees haalt hij z’n neus op. De staat kan wel zeggen dat de bal bij de consument ligt, maar het beleid zou best wat minder onverschillig kunnen zijn ten opzichte van dierenwelzijn. En de boer kan zich wel slachtoffer van de omstandigheden noemen, boerenorganisaties zouden best wat tijd en moeite kunnen steken in een dierenwelzijnlobby. Zolang iedereen iedereen de schuld blijft geven, zal er in elk geval niets veranderen.

14 oktober 2004

Fortuyn

Acht dagen geleden was het precies twee en een half jaar geleden dat Pim Fortuyn werd vermoord. Omdat ik toch nog iets over Fortuyn wilde schrijven, kan dat dus net zo goed nu even.

Fortuyn was een populist, en ik twijfel er geen moment aan dat hij het volk stiekem verachtte.Hij was een egotripper, maar ik twijfel er evenmin aan dat hij oprecht geloofde dat hij dit land kon helpen. Ik twijfel er niet aan dat hij zich had kunnen redden in Den Haag, waar compromissen nu eenmaal onontkoombaar zijn, en ik heb nooit geloofd dat hij het vier jaar lang had uitgehouden. Zijn politiek bestond voor een heel belangrijk deel uit anderen de schuld geven en voor een heel klein deel uit oplossingen vinden. Dat de LPF na Fortuyns dood werd overgenomen door z’n foute vastgoedvriendjes is overigens niet zijn schuld.

Hij wilde niet met Marijnissen debatteren, en dat is logisch. Fortuyn was de rebel die de regenteske, hypocriete gevestigde orde aanviel, en Marijnissen had en heeft in dat opzicht een vrij bestendig imago. Niet met hem in discussie gaan was dus de beste optie: wat mensen zien is belangrijk, niet wat ze niet zien. Populisme heet dat.

De PvdA, Fortuyns voornaamste doelwit, ging niet vrijuit. Er werd krampachtig gereageerd, vooral omdat de partij inderdaad regentesk was. De PvdA vervolgens de schuld geven van de moord is echter één van de meest achterbakse acties die in Nederland zijn uitgevoerd sinds de Duitsers in 1940 onze neutraliteit schonden, maar ook daar is Fortuyn niet verantwoordelijk voor.

Ik was geen fan van Fortuyn en ben dat nog steeds niet. Maar ook ik, als trouwe linkse-kerkbezoeker, denk dat dit land er veel minder erg voor had gestaan als Fortuyn niet was vermoord. Ik denk dat omdat mensen dan hadden kunnen zien dat Fortuyn niet de verlosser was waar ze hem voor hielden, iemand anders denkt misschien dat het beter was afgelopen omdat Fortuyn juist wél die messias was. Noch ik noch die ander hoeft dat voor zich te houden. Dat heet dan weer: vrijheid van meningsuiting.

13 oktober 2004

Internet

Het internet wordt met de dag ingewikkelder. En simpeler. Aan de ene kant worden bestaande protocollen en programma’s steeds uitgebreider, aan de andere kant wordt het de gebruiker steeds makkelijker gemaakt om met één druk op de knop een reeks handelingen te verrichten die leidt tot bijvoorbeeld het plaatsen van een website. Dit is goed en slecht nieuws.

Het goede nieuws is dat het betekent dat iedere druif een website kan plaatsen, als hij vindt dat daar een reden voor is. Lang niet alle websites zijn voor iedereen mooi, interessant of zinvol, maar de diversiteit die hierdoor is ontstaan op internet weegt daar ruimschoots tegen op. We hebben het over een medium dat iedereen met iedereen in contact kan brengen, de drempel kan niet laag genoeg zijn.

Het slechte nieuws is dat er bedrijven zijn die weten dat veel mensen graag met één druk op de knop een website zouden willen plaatsen. Microsoft, om maar eens een willekeurig voorbeeld te noemen, heeft daarom allerlei programma’s en protocollen bedacht waar zowel de leek als de professional wat aan hebben. En waarmee internet veranderd kan worden in één groot syndicaat van de softwaregigant.

Een leek die een website in elkaar zet met bijvoorbeeld FrontPage weet niet dat die pagina misschien alleen maar met Internet Explorer (MSIE) te bekijken is, en dat valt hem nauwelijks kwalijk te nemen. Maar ondertussen wordt het web minder toegankelijk voor mensen die zelf willen bepalen wat voor browser ze gebruiken. Daarnaast zijn er ook nog veel te veel professionals die de sites die ze bouwen blijkbaar alleen maar testen met MSIE.

Ik kan niet bewijzen dat Microsoft dit bewust doet, maar het zou niet onlogisch zijn. Een monopolie op operating systems is leuk, maar stel je toch eens voor hoeveel geld je kunt verdienen met een monopolie op internet!

Gelukkig is er inmiddels een hype ontstaan rondom een serieuze concurrent van MSIE: Mozilla Firefox. Het is geen panacee en het bevat, net als alle programma’s, fouten en lekken. Maar het is een manier om te zorgen dat internet de vrijplaats blijft die het hoort te zijn.

12 oktober 2004

Ritueel

Coalitiepartijen CDA, VVD en D’66 spelen de reddende engel: een bezoek aan de huisarts hoeft wat hun betreft niet van de no-claimkorting af die het kabinet wil gaan invoeren. Zo stond het in het draaiboek dat coalitiepartijen en regering samen hebben geschreven om de bevolking wat gunstiger te stemmen. Een leuk ABC-tje: de regering kondigt een maatregel aan, coalitiepartijen richten hun aandacht vervolgens op klein puntje van het plan en leiden zo de aandacht af van alle andere punten die het plan ook bevat.

Op de derde dinsdag van september was Hare Majesteit amper uitgesproken of de coalitiepartijen kwamen al met een waslijst aan zaken waar ze zich niet in konden vinden. Dat had veel weg van een één-tweetje, en heel weinig van het zo geprezen dualisme. Het is ook te makkelijk: regering en coalitiepartijen gaan om de tafel zitten, de regering zet veel hoger in dan ze eigenlijk van plan is, de coalitiepartijen maken een tegenbegroting die ze natuurlijk met z’n allen steunen en de oppositie heeft het nakijken. Het is hetzelfde regenteske theaterstuk dat Paars II geregeld opvoerde, alleen de uitvoering is anders.

Hilbrand Nawijn, ex-minister van Vreemdelingenzaken en Integratie en tegenwoordig Kamerlid in dienst van de partij zonder naam, beweerde niet zo lang geleden dat de Kamer één groot ritueel was. Dat veroorzaakte een relletje, maar ik weet niet of hij er zo heel ver naast zat. Als ik de coalitiepartijen en het kabinet hun script zie afdraaien, vraag ik me toch regelmatig af of ik nu gek ben of zij.

Ik heb de lijsttrekkers van de coalitiepartijen toch echt horen praten over kenniseconomie, verantwoordelijkheid en –godbetert- normen en waarden. Ben ik nu gek, of lijken de heren echt veranderd in onderdelen van een bezuinigingsmachine, die iedere zondag verveeld het script voor de komende week uit hun hoofd leren omdat de burger zo nodig dualisme wil?

Misschien ben ik te wantrouwend, maar ik vermoed dat de coalitiepartijen al snel in de gaten hadden dat dat hele nieuwe-democratiegebeuren maar vervelend en vermoeiend was. Maar, je weet nooit, misschien ben ik wel gewoon degene die gek is.

11 oktober 2004

Beesten

Naast de Mookerheide, bij Nijmegen, is een leuk stukje bos. Zeker in de herfst kom je de mooiste dingen tegen, zoals koeien. Niet zomaar koeien, maar van die Schotse Hooglander-achtige beesten die tegenwoordig wel eens worden uitgezet in natuurgebieden. Mooie beesten om te zien, en nauwelijks gevaarlijk. Mits je je aan de regels houdt, natuurlijk.

Regels zijn er voor mensen en niet andersom. Iets doen omdat de regels dat nu eenmaal voorschrijven is raar, maar dat wil niet zeggen dat iedereen elk regeltje dat hem toevallig niet bevalt aan z’n laars mag lappen. Mensen met een beetje gezond verstand kunnen vaak ook van een suffe regel wel bedenken waarom die ooit in het leven is geroepen.

Helaas zijn er mensen die in plaats van gezond verstand een hond hebben. En wat doen die mensen? Ze laten hun hond los lopen in het gebied waar de runderen grazen. Slechts in een klein gedeelte van het bos is het verboden om de hond niet aan te lijnen, maar sommige mensen willen blijkbaar per sé door dat stukje wandelen, met de hond, die ze per sé niet aan willen lijnen.

Een hond is nooit honderd procent voorspelbaar, hoe graag de baas dat ook zou willen en hoe hard veel hondenbezitters dat ook beweren. De mensen die het stuk bos waar de runderen lopen beheren, willen voorkomen dat één of andere rothond besluit dat hij met de grote koeien wil spelen. De koeien vinden dat niet leuk, en als ze het echt niet leuk vinden dan zal de hond er ook niet om kunnen lachen. En de beheerders al helemaal niet.

Zeg nou zelf: je bent toch een behoorlijke hufter als jouw hond de reden is dat de beheerder besluit toch maar een hek om het stuk bos te zetten, of de oerrunderen naar de slager te brengen. Ik hoop dat de baas die afgelopen weekeinde zijn hond los liet lopen in het ene stukje bos waar dat nu net niet mag, een keer goed op de hoorns wordt genomen door een chagrijnig oerrund.

09 oktober 2004

Stroom

De zegeningen van de markt moeten hun intrede gaan doen in energieland. Zoals overal, trouwens: als de marktfundamentalisten hun zin gaan krijgen, is er straks niets meer collectief. Want collectieve voorzieningen zijn niet efficiënt, concurreren niet en bieden geen keuze. En dat schijnt een doodzonde te zijn.

Maar zelfs de fanatiekste aanhangers van de marktwerking weten ook wel dat de markt alleen maar kan functioneren als er controle plaatsvindt. Gelukkig maar: je moet er toch niet aan denken dat de softwaremarkt gedomineerd zou mogen worden door monopolistische multinationals, dat oliebedrijven reserves zouden verzinnen en dat Amerikaanse energiebedrijven en Italiaanse zuivelreuzen zomaar miljarden aan niet-bestaand kapitaal in hun boekhouding zouden mogen opvoeren.

Ja maar, zeggen de voorstanders van marktwerking, Microsoft wordt aangepakt, Shell heeft het lid op de neus gekregen en Enron en Parmalat zijn ontmaskerd. Controle werkt dus. En daar hebben ze gelijk in: controle werkt. Maar ze vergeten daar een woord aan toe te voegen: achteraf.

Begrijp me goed: ik ben er van overtuigd dat het overgrote deel van de energiebedrijven te goeder trouw is. Maar dat is onbelangrijk. Belangrijk is dat er ook altijd een paar bedrijven bij zitten die wel eens willen besluiten dat hun klanten in de stront kunnen zakken als dat toevallig meer oplevert. De mensen die het slachtoffer worden van zo’n bedrijf zitten zonder stroom en kunnen, als de controlerende instantie zijn werk goed doet, achteraf misschien wel een schadevergoeding eisen. Maar ik wil dat niet. Ik wil niet een paar dagen zonder stroom zitten omdat een bedrijf heeft besloten dat het goedkoper is om niet te leveren en de represailles op de koop toeneemt, zelfs niet als ik daar later een schadevergoeding voor krijg. Ik wil gewoon dat er stroom uit m’n stopcontact komt.

De markt draait om geld verdienen, niet om het leveren van een product. En wat ik zo graag een politicus zou horen zeggen, is: “Als het product dat een sector levert heel erg belangrijk is, misschien wel belangrijker dan de winst die er wordt gemaakt, is het dan wel verstandig om dat over te laten aan de markt?”

08 oktober 2004

Seks

De Stichting Dienstverlening Gereformeerd Schoolonderwijs (DGS) is zeer te spreken over het lesboek “Nectar”, bedoeld voor biologielessen in de tweede klas van het voortgezet onderwijs. Tenminste, over de gekuiste versie ervan. Uitgever Wolters-Noordhoff was zo vriendelijk wat dingetjes te veranderen in het hoofdstuk over puberteit.

DGS vindt dat een vaste partner de beste manier is om SOA’s te voorkomen, en dat klopt. Mits beide partners hun eerste en laatste seksuele ervaring, en alles er tussenin, enkel met elkaar delen, is een SOA vrijwel uitgesloten. De stichting gaat er niet van uit dat jongeren al vroeg seks hebben, zo meldt de onderwijsadviseur van DGS in een krantenartikel. Waarop de stichting dat baseert, afgezien van wishful thinking, wordt niet duidelijk.

Zelf ben ik niet zo’n ontzettende christenmepper. Veel atheïsten en agnosten die ik ken hebben de neiging alles wat met christendom te maken de grond in te trappen onder het mom van “religie is achterlijk” of een vergelijkbare holle kreet. Ultieme hypocrisie, wat blijkt uit het feit dat diezelfde mensen over het algemeen heel veel politiek correcte tolerantie aan de dag leggen wanneer de islam of het jodendom ter sprake komt. Feit is dat christentje pesten bijna salonfähig is onder mensen die zichzelf tot de intellectuele elite rekenen.

Ik doe daar niet aan mee, maar dat betekent niet dat ik vind dat alles maar mag onder het mom van religie. Ik gruwel ervan als mensen om welke reden ook hun kop in het zand steken. En in het geval van het aangepaste biologieboek is daar zeker sprake van.

Dat de DGS vind dat trouw aan de partner belangrijk is, vind ik prima. Dat een tekening van een naakt bakvisje dat blij verbaasd kijkt naar haar volwassen wordende lichaam is vervangen is preuts, maar niet schokkend. Maar dat passages over masturberen en klaarkomen zijn geschrapt wél.

Of de DGS het nu leuk vindt of niet, Nederland staat bol van de seks, en onderwijs is de enige manier om te voorkomen dat pubers een verwrongen beeld krijgen van seksualiteit. Ook Wolters-Noordhoff had dat moeten beseffen, hoeveel extra omzet de gekuiste editie ook gaat genereren.

07 oktober 2004

Muziek

In Amerika heet het RIAA, in Nederland BREIN. Frontsoldaten van het platenkartel dat zo lang alle marktwetten naast zich neer heeft mogen leggen dat het een heel verwrongen beeld heeft van hoe consumenten en producenten zich in een gezonde marktsituatie tot elkaar verhouden. Samen met grote bedrijven als Apple en Microsoft en soms gesteund door overheden doen de platenlabels krampachtig hun best om te blijven bepalen hoeveel muziek moet kosten. RIAA en BREIN doen daarbij het vuile werk.

De RIAA weet zich gesteund door de Digital Millennium Copyright Act (DMCA). Deze wet verbiedt het maken van kopieën van CD’s en DVD’s, én het omzeilen van kopieerbeveiligingen. Kopieën voor eigen gebruik niet uitgezonderd. De kans dat de RIAA mensen komt halen omdat ze een CD-tje hebben gebrand voor in de auto is natuurlijk minimaal, maar de wet maakt korte metten met het idee dat iets kopen betekent dat het je eigendom is.

BREIN loopt al jaren te roepen dat het opsporingsbevoegdheid wil, voorlopig gelukkig zonder resultaat. Want voor de goede orde: BREIN is belangenvereniging van bedrijven, geen overheidsinstelling. De stichting is voornamelijk betrokken bij acties tegen mensen die op grote schaal illegale CD’s en DVD’s verkopen, maar, zo meldt de nieuwssectie van de site: “BREIN let ook op de kleintjes”. Gelukkig maar, we zouden niet willen dat mensen die wel eens een MP3-tje downloaden niet bang hoeven te zijn dat een arrestatieteam hun huis komt binnenstormen.

Het probleem is ingewikkeld: CD-tjes kopiëren en illegaal downloaden is natuurlijk strafbaar. Het is stelen, en stelen mag niet. Maar ik zou graag wat dingen veranderd zien voordat ik BREIN ga aanmoedigen.

Ten eerste, marktwerking: platenlabels moeten voor een redelijke prijs licenties verkopen aan (internet)winkels, en zich verder niet bemoeien met de prijs die die winkel haar klanten gaat vragen. Doen ze nu wel. Ten tweede wil ik dat platenlabels ophouden met downloaders de schuld te geven van steeds absurdere bedragen aan winstderving. En ten derde? Ten derde wordt het jagen op piraten pas eerlijk als muzieklabels ophouden met het controleren van de prijs. Ook dat is namelijk stelen.

06 oktober 2004

Sprookje

Jorge Zorreguieta moet misschien voor de rechter gaan verschijnen. In 1976 werd een vrouw die werkzaam was bij een landbouwtechnologisch instituut door de veiligheidsdienst ontvoerd, en een dag later kreeg ze haar ontslag. Dit alles terwijl Jorge staatssecretaris van landbouw was. Dit nieuwtje valt me op, omdat ik het hele gebeuren rondom Maxima, toen ze nog het vriendinnetje van Willem-Alexander was, vol verbazing heb gevolgd. Dat redelijke mensen onuitstaanbaar kunnen worden als ze iets niet willen weten, was een eye-opener voor me.

Het was destijds al duidelijk dat Jorge Zorreguieta wist van de verdwijningen. Hij was lid van de regering Videla en dan ben je geen onschuldige toeschouwer. Dat Maxima wist dat haar vader dat wist kon ook niet anders, maar ze koos ervoor om te liegen. Geef haar eens ongelijk: het gros van de bevolking wilde een sprookje en was bereid zich te laten voorliegen. Waarom zou je voor dat soort mensen het respect opbrengen dat nodig is om ze liever de waarheid te willen vertellen?

Het opvallendste was de tactiek die de Maxima-aanhangers hanteerden als iemand ze wees op de leugens waarmee de inlijving van de prinses gepaard ging: ze werden boos. Bij gebrek aan argumenten, afgezien van “ze lacht zo leuk” en “eindelijk heeft Willem-Alexander een vrouw”, werden de meeste mensen domweg boos op de brenger van de ongewenste boodschap. Einde discussie.

Als je er tegenwoordig over wilt beginnen, krijg je een “moeten we het daar alweer over hebben?” naar je hoofd, alsof de discussie al gevoerd is. Wat niet zo is, overigens, de discussie is destijds vooral vakkundig om zeep geholpen. Ik kan daar slecht tegen en daarom grijp ik een nieuwsbericht als dit aan om het er nog maar eens over te hebben.

Toegegeven, ik ben bepaald geen oranjeklant en dat maakt het makkelijker om af te geven op de koninklijke familie. Maar het gaat niet alleen maar om het afkatten van Maxima: het Videla-regime heeft 30.000 mensen laten verdwijnen. Mensen met broers, zussen en ouders, en wij willen het er niet over hebben omdat dat ons royaltysprookje zou verpesten. Dat is koud en harteloos.

05 oktober 2004

Kiezen

Het is het stokpaardje van Thom de Graaf, minister van Bestuurlijke Vernieuwing: het nieuwe kiesstelsel. Persoonlijk ben ik niet voor, omdat er geen problemen bestaan waarvoor het stelsel een oplossing zou kunnen zijn. De Graaf denkt dat mensen zich meer betrokken voelen bij de politiek als ze gedwongen worden te stemmen op een kandidaat die kan meepraten over de hondenpoepproblematiek in hun buurt. Dat het kiezers ook binnen het huidige stelsel volkomen vrij staat om op een regionale kandidaat te stemmen ontgaat hem blijkbaar, en dat de afstand tussen Den Haag en het volk misschien wel meer met elitarisme en gekonkel te maken heeft dan met het kiesstelsel blijkbaar ook.

Dat is een makkelijke beschuldiging, daarom zal ik een voorbeeld geven: Jaap de Hoop Scheffer. Was minister van buitenlandse zaken, nu opperhoofd van de NAVO. Vlak voor zijn overstap dreigde hij te struikelen, omdat hij iets doms had gedaan: op de vraag van een Kamerlid of Nederland had geholpen bij het ronselen van Iraki’s die voor de nieuwe Irakese regering moesten gaan werken antwoordde Jaap met "nee". Dat had "ja" moeten zijn, en De Hoop Scheffer wist dat.

Wij noemen dat liegen, D’66 niet. Dat zei: "Jaap heeft de kamer inadequaat geïnformeerd". Prachtige woordgymnastiek, maar als je denkt dat je mensen dergelijke quatsch op de mouw kunt spelden heb je geen hoge pet van ze op. Waarom niet gewoon zeggen dat Jaap inderdaad dom was geweest, maar dat hij nu eenmaal baas van de NAVO ging worden en dat het in ieders belang was om hem niet vlak voor de finish nog even te tackelen? Dat is duidelijk en eerlijk.

Nu is het natuurlijk niet zo dat D’66 de enige politieke partij ter wereld is die wel eens grote onzin loopt te verkopen. Maar het feit blijft dat de afstand tussen burger en politiek groter wordt naarmate er meer poep gepraat wordt, en dat op dat vlak nog best wat winst te behalen valt. Het kiesstelsel van De Graaf is spielerei, gezwets, poppenkast. En een minister die denkt dat mensen dat niet doorhebben, staat héél ver van die mensen af.

04 oktober 2004

Nederlanders

De KRO is op zoek naar de Grootste Nederlander aller tijden. Op zich geen onaardig idee, maar nu is men van mening dat onze vaderlandse geschiedenis zo weinig groten kent, dat Anne Frank dan maar genaturaliseerd moet worden. Achteraf. Terwijl duizenden asielzoekers die hier in Nederland zitten te wachten op een verblijfsvergunning vrolijk genegeerd worden door de KRO’ers, moet een meisje dat symbool staat voor de waanzin in wiens naam miljoenen joden de gaskamers in werden gejaagd vooral het Nederlanderschap krijgen, omdat ze anders niet in de format van een televisieprogramma past. Niet de nagedachtenis aan de één van de gruwelijkste oorlogen uit de wereldgeschiedenis staat hier centraal, maar de botte, nietsontziende kneuterigheid van een groep televisieminnende Nederlanders. Ik durf te wedden dat hun belangrijkste argument is dat Anne Frank het Nederlanderschap hardstikke gezellig had gevonden.

Sommige mensen kunnen heel moeilijk accepteren dat hun eigen dagelijkse beslommeringen misschien wel schrikbarend irrelevant zijn of waren voor mensen die wel iets anders aan hun hoofd hebben of hadden dan wat er vanavond op tv komt.

Maakt het uit wie de Grootste Nederlander aller tijden is? Nee, natuurlijk niet. Maar een beetje historisch besef doet geen zeer, en als mensen alleen maar te porren zijn voor een geschiedenisles als daar een televisieprogramma aan vast hangt dan kan dat weinig kwaad. Maar ik vraag me af wat voor geestesziekte ervoor zorgt dat mensen vinden dat ze iemand zestig jaar na haar overlijden moeten lastigvallen met dit soort getrut.

Bovendien riekt het naar valsspelen. Als Anne Frank genaturaliseerd mag worden, waarom leasen we Mahatma Gandhi dan niet gewoon? Zelf kan hij niet meer protesteren, en met India valt vast wel het één en ander te bekonkelen. We leggen meneer Singh gewoon uit dat onze grote helden het gewoon nét niet hebben en dat er toevallig wel een avondvullend televisieprogramma op het spel staat. En dat ze hem terugkrijgen zodra de verkiezing achter de rug is. Daar kan de Indiase premier niet tegen zijn. Tenzij ons televisiegenot hem volkomen koud laat, maar dat kunnen we ons met de beste wil van de wereld toch niet voorstellen.


03 oktober 2004

Economie

Even leek het erop dat het woord binnen de kortste keren in de Dikke Van Dale zou staan: kenniseconomie. Veel simpel productiewerk zal uit Nederland verdwijnen omdat de lonen bijna nergens zo hoog zijn als hier, en dus moeten we een andere kurk vinden om onze economie op te laten drijven. Kennis is goede handelswaar, en daarmee een kansrijke kandidaat.

In augustus 2003 werd het Innovatieplatform (IP) opgericht, een half jaar later (eerder dan gepland) was de website al in de lucht en een persbericht uit juli 2004 meldt dat de plannen van het IP concreet gestalte krijgen. Inmiddels zijn er vier “innovatievouchers” uitgereikt: subsidies van 7500 euro per stuk waarmee een MKB’er kennis kan inkopen bij een aanbieder. Maar onder de huidige omstandigheden zijn de vouchers niet eens een doekje voor het bloeden.

De Nederlandse economie is namelijk vooral een geldeconomie. Het kabinet vindt dat de tering naar de nering gezet moet worden, en in het meest gunstige geval betekent dat dat er niet nog meer bezuinigd gaat worden op onderwijs. De 750.000 euro die wordt besteed aan innovatievouchers, steekt schraal af bij de klappen die zijn gevallen en nog gaan vallen aan de aanbodkant.

Waar Nederlanders in de toekomst hun geld mee moeten gaan verdienen is me niet duidelijk. De Betuwelijn gaat niets opleveren, de opdrachten die deze kant op hadden moeten komen vanwege de bestelde 138 Joint Strike Fighters laten voorlopig op zich wachten en van de grote bouwprojecten die de laatste jaren zijn gerealiseerd blijken vooral de grote bouwers heel erg rijk te zijn geworden.

Dat het kabinet vindt dat de burger meer zelf moet gaan betalen en vooral ook veel langer door moet werken is me duidelijk, maar wat moet de burger doen om aan geld te komen? Productiewerk gaat naar het buitenland, en het onderwijs is er over een paar jaar zo slecht aan toe dat we veel te weinig kennis hebben om er een economie van te maken. Misschien moet dit kabinet eens gaan nadenken over de visie-economie, zodat we over twintig jaar ook nog een beetje meetellen in de wereld.

02 oktober 2004

Voetbal

Veel mensen hebben de neiging om conflicten in de wereld te reduceren tot een voetbalwedstrijd. Binnen een afgebakend gebied gaan twee partijen elkaar te lijf. Je bent voor één van beide partijen, die je de Goeden noemt, en tegen de andere. Dat zijn namelijk de Slechten. Als de Slechten een overtreding maken schreeuw je moord en brand, als ze scoren was het buitenspel en als ze winnen is het onverdiend. De Goeden, daarentegen, hebben er zonder meer recht op om te winnen. Als ze daar smerige tackles en buitenspeldoelpunten voor nodig hebben, dan heiligt het doel de middelen.

De wedstrijd tussen Sporting Israel en FC De Palestijnen zit al ruim in blessuretijd. Beide ploegen hebben een fanatieke aanhang. Hoewel veel van de supporters alleen de samenvatting zien die ’s avonds tijdens het Achtuurjournaal de revue passeert, steunen ze hun kluppie door dik en dun en gunnen ze de tegenstander het licht in de ogen niet. Dat beide elftallen zo druk zijn met het maken van harde overtredingen dat het weinig meer met voetbal te maken heeft, interesseert ze niet. Meningen hebben is hip, meningen onderbouwen is vreselijk passé.

In een land waar iedereen eigenlijk veel te weinig tijd heeft om te luisteren naar een verhaal dat langer duurt dan twee minuten, laat staan om zo’n verhaal te bedenken en ten gehore te brengen, is de fastfood-mening een uitkomst. Je wipt naar binnen bij je favoriete opinieboer, neemt een hapje van de oneliner van de week, proeft wat van de nieuwste soundbite, je laat het tien seconden bezinken en kiest je favoriet.

Met je Mening Omtrent Recente Gebeurtenissen onder de arm ga je verder met shoppen. Langs de kledingzaak om weer even up-to-date te worden volgens de laatste mode, dan een bezoekje aan de reliboer voor recente mystieke noviteiten, een nieuwe hippe ringtone fetchen bij de belwinkel, wat nieuwe weetjes voor feesten en partijen opduiken in de Triviorama, en tot slot even bij de platenwinkel langs om de nieuwste CD van je favo artiest te kopen. En zo ben je voor de komende paar weken weer verzekerd van een identiteit.

01 oktober 2004

Demonstreren

Morgen wordt er gedemonstreerd. Als ik het goed heb tegen zo’n beetje alles dat dit kabinet van plan is, maar vooral voor behoud van het prepensioen. Onbetaalbaar, zeggen de mensen die daar tegen zijn. Nietus, zeggen de anderen. Ik heb geen idee wie er gelijk heeft, omdat niemand even in Jip- en Janneketaal wil uitleggen hoe dat prepensioengebeuren in elkaar zit.

Persoonlijk zie ik het liefst dat alle CDA-stemmers die zaterdag meedemonstreren één voor één het podium op moeten komen om uitgejouwd te worden. Want zeg van Balkenende wat je wil, hij vond dat Nederland toe was aan een rechts, conservatief kabinet en hij maakte er geen moment een geheim van dat hij graag leiding zou willen geven aan zo’n regering. Gevalletje eigen schuld, dikke bult dus.

D'66-stemmers beschouwen zichzelf vaak als sociaal-liberaal. Er zullen er flink wat tussen lopen die heel boos zijn op de regering. Het zou leuk zijn als er folders werden uitgedeeld waarin staat uitgelegd dat je geen D'66 moet stemmen als je enigzins wil weten wat er met je stem gaat gebeuren. Ja, de kans is groot dat D'66 in de regering gaat zitten, maar wat het daar gaat doen? Thom mag het weten. Hij heeft van Jan-Peter een kiesstelsel gekregen om mee te spelen en is hartstikke zoet.

Ik ga er vanuit dat er niet veel VVD-stemmers op de protestmars af zullen komen. Niet alleen heb je zo een kras op je lak in de verkeersdrukte waar morgen ongetwijfeld sprake van is, ik kan me ook niet voorstellen dat iemand die VVD stemt niet tevreden is met het huidige kabinet. Toch, een bordje "VVD'ers niet welkom" voor de zekerheid zou leuk zijn.

Maar het zal niet gaan gebeuren, ben ik bang. De mensen die in 2003 de sociale voorzieningen hebben weggestemd, omdat ze dachten dat alleen shagrokende werklozen daar last van zouden hebben, mogen zaterdag ongestoord meelopen. Ik ga er niet bij zijn, denk ik. Ik had al nagedacht voordat ik m’n stem uitbracht.

Dood

Willem Oltmans is dood. Dat is sneu voor zijn nabestaanden en misschien zelfs een beetje voor Nederland. Oltmans was een pedant mannetje dat altijd van z’n eigen gelijk overtuigd was, maar ik mocht hem wel. Anderen konden hem niet uitstaan, en die mensen hoeven nu hij dood is niet ineens te doen alsof Willem hun gabber was. Maar is het teveel gevraagd om dan gewoon niks in het condoleanceregister te zetten?

Soms heb ik het idee dat ik Nederland niet meer snap. Dat is geen kwestie van gebrekkige inburgering – mijn stamboom is diep geworteld in de Hollandse klei – en ik heb ook niet het idee dat ik met 25 lentes te oud ben om alles te volgen. En toch, als ik zie dat mensen een condoleanceregister gebruiken om de overledene in gepaard rijm naar de hel te wensen, maak ik me zorgen zoals een oude man zich zorgen maakt.

Ik had dat ook al bij die andere dode: André Hazes. Ik had niets met de man en z’n muziek vond ik verschrikkelijk, hoewel ik niet de behoefte voelde om een haat-haiku in z’n condoleanceregister te kalken of op maandag op z’n kist te gaan staan om de Arena eens te vertellen wat ik van Hazes vond. "Nederland was even Hazes-land" staat er in een advertentie waarin de nabestaanden mensen bedanken voor de steun. Het is waar: Nederland was een Hazes-land, maar waarom?

Ik heb een ouderwets beeld bij rouwen: dat doe je ingetogen, om respect te tonen voor zowel de overledene als de nabestaanden. Niet voortdurend loeren of er een cameraman in de buurt is waar je voor kunt springen om heel Nederland te laten zien hoe verdrietig je wel niet bent, geen knuffels voor iemands deur leggen en al helemaal niet klappen voor een passerende rouwstoet. Ik weet niet precies waarom ik er zo over denk, maar het festijn in de Arena heeft me een stapje dichter bij het antwoord gebracht: er liepen te veel mensen rond voor wie de begrafenis een welkom alternatief was voor alweer een dagje Ikea. En een begrafenis hoort meer te zijn dan dat.