29 april 2005

Filibuster

De grondwet van de Verenigde Staten is geschreven door mensen die vrijheid hoog in het vaandel hadden staan, en Amerika is ook vandaag de dag een vrij en democratisch land. Dat is onder andere terug te zien in de Amerikaanse senaat. Omdat de vrijheid van meningsuiting onder geen beding beperkt mag worden, staat het senatoren vrij een speech te houden over ieder onderwerp dat ze maar kunnen bedenken, en zo lang als ze maar willen.

Dat dit het mogelijk maakt om met een groep mensen de senaat te jennen door stemming over een bepaald onderwerp ad infinitum te vertragen, wekt geen verbazing. Maar het is één van de mooiste vormen van pesterij die er bestaat, en ik vind het gruwelijk jammer dat een Nederlandse politicus die vijf minuten langer spreekt dan de bedoeling was op de vingers wordt getikt door meneer of mevrouw de voorzitter. Nee, dan Amerika: in 1935 las senator Huey Long 15 uur lang voor uit het telefoonboek en het record filibusteren staat op naam van Strom Thurmond, die in 1957 maar liefst 24 uur en 18 minuten lang aan het woord was.

Inmiddels is de filibuster een procedure geworden, een papieren tijger waarbij niet daadwerkelijk urenlang gedebatteerd hoeft te worden. Daarmee is de boel al behoorlijk afgezwakt: traineren is natuurlijk alleen maar stoer als je inderdaad het spreekgestoelte moet beklimmen, wetend dat het besluit waar jij zo tegen bent niet genomen wordt zolang je maar lult, maakt niet uit waarover. Maar nu dreigt het prachtige concept helemaal te verdwijnen, omdat de Republikeinen (die een ruime meerderheid hebben in de senaat) het wel gehad hebben met de Democraten. Die zijn het niet eens met de kandidaat-rechters die president Bush heeft voorgedragen en dreigen te filibusteren. De Republikeinen, op hun beurt, dreigen de hele filibuster af te schaffen.

Ik, op mijn beurt, stel voor om de filibuster in zijn oorspronkelijke vorm op te nemen in het Nederlandse politieke bestel. Het is een bloedmooie, bijna artistieke vorm van treiteren, en het lijkt zoveel op sport dat het waarschijnlijk duizenden kijkers trekt.

26 april 2005

Intelligent

De creationisten beginnen de laatste tijd weer uit hun holen te kruipen. Er gaan stemmen op die pleiten voor onderwijs in Intelligent Design (een andere term voor creationisme) naast de evolutietheorie. Creationisten zijn mensen die niet inzien hoe toeval heeft kunnen leiden tot de evolutie van bijvoorbeeld de mens, en die menen dat dat wel moet betekenen dat we ergens zijn ontworpen.

In een vrij land mogen mensen dat geloven, maar in wetenschappelijke zin is creationisme zo gammel als wat. De twee pijlers van de theorie zijn gebrek aan kennis omtrent kansberekening, en gebrek aan kennis omtrent de evolutietheorie.

Gebrek aan kennis omtrent kansberekening leidt tot de redenering: omdat het zo onwaarschijnlijk is dat intelligent leven ontstaat door toeval, is het waarschijnlijk dat iets of iemand de boel gestuurd heeft. Als de kans dat wij bestaan één op honderd miljard is, is ons bestaan dan onwaarschijnlijk? Niet als er honderden miljarden andere aardachtige planeten in het universum zweven waar geen intelligent leven op te vinden is. Statistici zeggen dan: je mag alleen uitspraken doen als je steekproef groot genoeg is.

Gebrek aan kennis omtrent de evolutietheorie leidt tot het idee dat evolutiebiologen denken dat er vier miljard jaar lang steeds opnieuw met dezelfde dobbelsteen werd gegooid, en dat op een goede dag een aap een mensenbaby baarde. Dat is een verkeerde voorstelling van zaken: ten eerste verandert de Aarde, en alles dat er leeft, voortdurend, en de dobbelsteen verandert mee. Ten tweede is vier miljard jaar verdomd lang, lang genoeg om veranderingen heel, heel geleidelijk te laten verlopen. Omdat vier miljard ons bevattingsvermogen te boven gaat, kunnen we ons ook niet voorstellen hoe geleidelijk, vrijwel onzichtbaar, de veranderingen hebben plaatsgevonden.

Creationisme is gemaakt om te voldoen aan de behoefte van mensen die hun geloof een wetenschappelijk tintje willen geven. Intelligent Design gaat uit van de veronderstelling dat er een designer is en probeert waarnemingen daarmee in overeenstemming te brengen. Of dat tot de waarheid leidt mag ieder voor zich bepalen, maar wetenschap is het zeker niet. In de klas hoort het beslist niet thuis, of het moet tijdens godsdienstles zijn.

24 april 2005

Studenten

Op 27 april worden alle studenten geacht te gaan demonstreren. Tegen de plannen van Rutte, staatssecretaris van Onderwijs, zo meldt de bijbehorende website. Hij wil studenten na anderhalf jaar uitloop meer collegegeld laten betalen, en hij wil zich niet of nauwelijks te bemoeien met medezeggenschap in het hoger onderwijs.

Laat me beginnen met te zeggen dat ik nooit van m’n leven meer meedoe met een demonstratie die door (onder meer) de LsvB georganiseerd is. Toen een paar mensen tijdens de laatste studentendemonstratie waar ik bij was tomaten begonnen te gooien naar Annette Nijs, sprak de oppermuts van de studentenvakbond de kwajongens streng toe. Vervolgens werkten duizenden studenten als makke schapen de agenda van de demonstratie af, zonder dat ze aan het eind een medaille kregen. En dat laatste was het enige verschil met de avondvierdaagse die ik als basisschoolleerling wel eens heb gelopen. Annette Nijs trad later af, maar alleen al het idee dat onze stadswandeling daar ook maar de minste invloed op heeft gehad is te lachwekkend voor woorden.

Binnenkort ben ik afgestudeerd, en dan heb ik drie jaar langer over mijn studie gedaan dan eigenlijk de bedoeling is. Volgens het systeem van meneer Rutte had ik dus anderhalf jaar het hoge tarief moeten betalen, á 4500 euro per jaar. Voorzover ik begrijp kan dat geleend worden, maar dat neemt niet weg dat ik het ontzettend kut zou hebben gevonden. Ontzettend kut, echter, betekent niet hetzelfde als onredelijk.

Ik sta niet per se achter alle plannen van Rutte, maar de studenten die op 27 april gaan demonstreren zijn kanonnenvoer voor iedereen die de plannen van de staatssecretaris wil verdedigen. Studenten zijn een investering in de toekomst, maar moet de belastingbetaler opdraaien voor mensen die twee studies volgen, teveel tijd besteden aan extracurriculaire theekransjes of die een eeuwigheid nodig hebben om hun diploma te halen? Een beetje retoricus heeft na woensdag munitie zat om studenten af te schilderen als profiteurs, die alleen maar de straat op gaan als iemand aan hun eigen portemonnee komt. En het vervelende is dat daar minder tegenin valt te brengen dan eigenlijk zou moeten.

22 april 2005

Grondwet

Maak deze slagzin af: Als we politici als Boris Dittrich moeten geloven, is het ontzettend belangrijk dat we op 1 juni vóór de Europese grondwet stemmen…

Insturen kan tot morgen, de winnaar mag een onderwerp voor een column bedenken. Tot zover de obligate maar nog steeds bevredigende sneer richting D66.

Een grondwet is alleen maar belangrijk binnen een staat, of iets vergelijkbaars. Een Europese grondwet is alleen maar zinvol als de EU van plan is een federatie te vormen, of iets wat daar op lijkt. Politici die voorstander zijn van de grondwet zullen dat nooit met zoveel woorden zeggen, omdat ze heel goed weten dat de Europese burger niet bepaald opgewonden raakt van de gedachte van een Europese superstaat.

En wat de voorstanders van de grondwet ook zeggen, wie liever niet heeft dat de EU nog meer invloed krijgt op het beleid van de afzonderlijke lidstaten, doet er goed aan om in juni tegen te stemmen. Politici mogen moord en brand schreeuwen, er gaan geen rampen plaatsvinden als de grondwet wordt getorpedeerd. Als we mazzel hebben gaat er juist nagedacht worden over de toekomst van Europa.

Als de Europese burger ergens iets over te zeggen moet hebben, dan is het wel over de vraag wie hem van alles mag verbieden, verplichten, geven en afpakken. Laten we dat aan Europa over, of houden we het liever dicht bij huis? Mag Cyprus invloed hebben op de hoogte van onze pensioenen? Willen we Frankrijk laten meedenken over de stroom die uit onze stopcontacten komt?

Sommige mensen beweren dat het referendum daar helemaal niet over gaat, en ze hebben ongelijk. Er zijn mensen die beweren dat verregaande Europese integratie een voldongen feit is, en ook dat is onzin. De EU is gemaakt door mensen, en mensen kunnen haar hervormen. Een stap terug, naar een EU met minder invloed, die zich met minder dingen bemoeit, is net zozeer een optie als een Europese federatie met een grondwet. En zolang mensen niet gevraagd wordt wat ze vinden van de eerste optie, staat het ze volkomen vrij om te stemmen tegen alles wat tot optie twee leidt.

21 april 2005

Druk

We zijn er weer. Het was een drukke week waarin van alles gebeurde, maar ook één waarin ik met de beste wil van de wereld geen tijd had om een stukje bij elkaar te schrijven.

Dat terwijl ik daar wel degelijk behoefte aan had toen ik hoorde dat een groep voetbalsupporters een trein vakkundig had gedemonteerd. Jaren geleden riepen politici al om het hardst dat het eens uit moest zijn met dat voetbalgeweld, maar blijkbaar is dat ontzettend moeilijk. Terwijl Marokkanen binnenkort het risico lopen dat ze een meldingsplicht krijgen als ze net iets te vaak naar Al-Jazeera kijken, kunnen hooligans een halve stad slopen zonder dat iemand ze een strobreed in de weg legt.

Of toen staatssecretaris van Defensie Van der Knaap vond dat leden van het kabinet met excellentie moeten worden aangesproken. De ijzervreters doen dat nog, en het wordt hoog tijd dat het gepeupel ook maar eens respect toont voor bewindslieden, vond de bewindsman. Nu moet je eens goed luisteren snorremans, het plebs heeft je nooit gevraagd of je alsjeblieft staatssecretaris wilde worden, en als je wil dat iemand je excellentie noemt dan laat je maar een dame van plezier langskomen. Respect dwing je af, lul.

Zo zal niemand het in z’n hoofd halen om de nieuwe paus te begroeten met “Yo, Bennie!”. In tegenstelling tot Van der Knaap heeft Benedictus XVI niet de uitstraling van een overspannen aardrijkskundeleraar die tijdens de les net iets te vaak aan de meisjes zit, maar die van een wijze leider. Dat hoeft helemaal niet te betekenen dat hij ook daadwerkelijk wijs is - of dat hij nog nooit net iets te vaak aan de jongetjes heeft gezeten - maar hij straalt uit dat hij, anders dan een heleboel anderen, geschikt is voor zijn nieuwe functie. En er zijn een boel ministers en staatssecretarissen waarvan dat niet gezegd kan worden.

Zo beweerde minister Donner dat de Europese grondwet nieuwe oorlogen kan voorkomen. Hij gaf Joegoslavië als voorbeeld, blijkbaar in de veronderstelling dat dat land geen grondwet had toen de burgeroorlog uitbrak.

De volgende column komt gewoon weer morgen.

17 april 2005

Excuses

De vaste bezoekers van dit blog zullen het al opgemerkt hebben: het loopt de laatste tijd niet bepaald over aan nieuwe pennenvruchten van onze hand. Iknik heeft zijn drie bijbaantjes en een vriendin die zo af en toe aandacht verdient, en ik ben aan het rondreizen door Thailand. Of liever gezegd, was aan het rondreizen. Ik heb mij voor de komende maand gevestigd op een minuscuul duikeilandje alwaar ik mijzelf op laat leiden tot duikmeestert. De clientele van het duikcentrum bestaat vooral uit in tweetallen reizende Zweedse meisjes van begin twintig, hoewel er ook Engelse meisjes van begin twintig zijn. De normale tijd om de duikmeestert-training te doen is drie maanden, maar wegens tijdgebrek doe ik het in een enkele maand.
Dat betekent dat ik per dag ongeveer twaalf tot veertien uur met die cusus bezig ben, en daarna een biertje ga drinken met mijn mede duikmeestert-wannabies of - in het kader van representativeit en klantvriendelijkheid, dat begrijpt u - met onze hoogblonde duikleerlingen.
Ik heb dus eigenlijk geen tijd om het wereldnieuws te volgen, laat staan om er wat verstandigs over te zeggen. Voor een dagelijke update over mijn duikavonturen is dit Blog niet de juiste plaats, vandaar dat u het de komende maand zonder mijn epistels zult moeten doen. Mensen die behoefte hebben om gastcolumnist te spelen kunnen een reactie plaatsen.
Over iets meer dan een maand ben ik weer in Nederland, en ik beloof alvast beterschap.

14 april 2005

Bijklussen

Je hebt altijd baas boven baas. Ik heb momenteel drie bijbaantjes naast mijn studie, omdat ik geheel door mijn eigen schuld nog niet ben afgestudeerd, en omdat ik desondanks wel graag af en toe wil eten. Deze ontboezeming is geen poging om medelijden te wekken – ik heb vrije tijd zat en er zijn genoeg mensen waar ik op terug kan vallen – maar dient ter versterking van het contrast met het onderwerp van deze column: de man met zevenentwintig bijbanen.

De man heet Jan Franssen, en is Commissaris van de Koningin (CvdK) in Zuid-Holland. Een CvdK vervult een politieke functie, maar wordt niet gekozen door het volk. Middels een sollicitatieprocedure die via de minister, een vertrouwenscommissie en de provincie loopt, wordt de commissaris benoemd. Oftewel: politici die goede contacten hebben en het wat rustiger aan willen doen, laten zich door het old boys network in de functie van CvdK parkeren.

Maar zo’n functie is helaas geen vetpot. Een bruto maandsalaris van tienduizend euro, daar kun je amper van eten, en het staat in geen verhouding tot het zware werk dat een CvdK verzet. Gelukkig zit er af en toe een gaatje in de agenda, dat dan opgevuld kan worden met een lucratieve schnabbel. Of zevenentwintig schnabbels, in het geval van Franssen. Maar hij mag dan recordhouder zijn, zijn collegae doen nauwelijks voor hem onder. Michel de Jager, D66-er en CvdK in Flevoland, is de enige commissaris die weliswaar wel nevenfuncties heeft, maar er niets voor betaald krijgt.

De CvdK’s vinden dat ze recht hebben op privacy en dat het niemand iets aangaat in wiens opdracht ze bijbeunen, en voor hoeveel. Of die houding voortkomt uit afgrijselijke arrogantie, onvoorstelbare domheid of een mengeling van de twee, ik durf het niet te zeggen. Maar het wordt tijd dat iemand ze uitlegt wat de term “publieke functie” betekent, en dat je die niet moet bekleden als je enkel voor de poen gaat. En dat een beetje bescheidenheid niet misstaat als je niet eens door het volk, maar door je vriendjes in je zachte troon bent gehesen.

10 april 2005

Wereldoorlog

Scott Ritter was van 1991 tot 1998 wapeninspecteur voor de VN in Irak. Nu beweert hij dat de VS van plan zijn Iran te bombarderen. Niet eerder dan in juni 2005, maar misschien ook niet veel later. Voormalig Amerikaans staatssecretaris John Bolton is verantwoordelijk voor het Iran-beleid van de VS, en hij beweert (overigens zonder bewijzen te leveren) dat Iran kernwapens wil gaan maken.

Het zou me niet verbazen als de Amerikanen inderdaad Iran op de korrel nemen. Politiek gezien heeft president Bush er alles aan om oorlog te voeren tegen terrorisme, en de ayatollah is een archetype bad guy. Hij praat raar, hij bidt raar en hij draagt rare kleren, kortom, hij is een droom voor Amerikaanse propagandamakers.

Maar het grootste gevaar voor de wereldvrede is niet het Midden-Oosten. De meeste Arabische staten zijn zo instabiel dat onrust eerder zal leiden tot een hele reeks aan burgeroorlogen dan aan een allesvernietigende oorlog tegen het westen. En extremistische moslims die bomaanslagen plegen in Europa en de VS zijn eng en gevaarlijk, maar ze zijn met veel te weinig om een wereldoorlog te ontketenen.

De Amerikanen zullen geen twee keer nadenken voor ze een Arabisch land dat zich misdraagt hardhandig tot de orde roepen. Maar China en India zijn een maatje groter, en bovendien veel beter bevriend met de VS. China en Japan zijn geen boezemvrienden, maar Japan is wel weer dikke maatjes met Amerika. Verder hebben we Taiwan, dat al helemaal geen vrienden is met China, en Noord-Korea, dat, net als Birma, vrienden is met niemand. Hier komt nog een hele trits landen bij (Thailand, Zuid-Korea, Indonesië, om er een paar te noemen) die veel moderner en gevaarlijker zijn dan de staten in het Midden-Oosten en die zich geen van allen onbetuigd zullen laten als er een conflict ontstaat in de regio. Kortom, Zuidoost Azië lijkt verdomd veel op Europa aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.

Ik hoop niet dat het er van komt, maar het westen staart zich blind op moslimterrorisme en het Midden-Oosten. Terwijl dat muggenzifterij zal lijken als in Azië echt een keer de hel losbarst.

07 april 2005

Phuket

Gisteren was het honderd dagen geleden dat er een tsunami over half Azië denderde. Phuket, het Thaise schiereiland waar ik deze dagen verblijf, heeft er al weer wat herdenkingsdiensten opzitten. Het plaatselijke vodje kopte vrolijk dat 'De toeristenindustrie een dapper gezicht laat zien'. De aardbeving van vorige week liet immers zien dat de noodvoorzieningen voor een nieuwe tsunami op orde zijn? En over de bomaanslagen van zondag maakt niemand zich zorgen, vertelde een uitbater van een duikwinkel mij. Dat is immers veel verder naar het Zuiden?

Ik ben wat cynischer. Er zijn weliswaar al twintig jaar problemen in het Zuiden van Thailand, maar nu werden voor het eerst toeristendoelen opgeblazen. Nu Thailand zich langzaam warmloopt voor het altijd chaotische Songkraan (Thais Nieuwjaar), wordt het risico op nieuwe aanslagen alleen maar groter.

En toeristen zijn schuwe beestjes. De meeste mensen gaan niet op vakantie omdat ze lekker avontuurlijk het risico willen lopen uit elkaar geknald te worden vanwege een politiek probleem waar ze niets mee te maken hebben. De aardbeving van vorige week heeft al een merkbare dip in de toeristencijfers tot gevolg - café's zijn leeg, duikboten dobberen aan de pier, een eenzame toerist winkelt tussen marktkraampjes. Het internethol waar ik dit stukje tik is te koop.

Zou het niet mooi zijn als Thailand van de nood een deugd wist te maken? Een tijdelijke terugval in de toeristenindustrie zou voor grote stukken van Phuket nog niet eens zo slecht zijn. Zoals veel hotels van de rust gebruik maken om eindelijk de verbouwing te doen die ze gepland hadden, zo kan ook de hele toeristenindustrie op de schop. Minder neonlicht, minder kannibalisme (bij Patong Beach zitten tien vijfsterrenduikscholen op één straat). Minder afval op de stranden, minder overbelasting van de beste duikspots, en minder taxichauffeurs die je drugs proberen te verkopen terwijl er een politie-agent om de hoek staat. Zomaar een paar suggesties die bij mij opkomen - niemand hoeft het er mee eens te zijn.

Nu is de tijd voor Phuket om na te denken over wat voor toeristenbestemming het eigenlijk wil zijn, en wat het wil doen om daar te komen. Net zoals de tsunami wegging, zullen de toeristen terugkomen - hopelijk ligt er dan iets moois op ze te wachten.

(een ingekorte versie van dit stuk gaat naar de Phuket Gazette)

06 april 2005

Wie is er bang voor D'66?

Ik ben een hele week afgesloten geweest van de bewoonde wereld. De Paus is doodgegaan, Thailand schijt zeven kleuren bagger vanwege aanslagen van moslimterroristen op toeristendoelen (die ik overigens eerder dit jaar had voorspeld), en D'66, vaste pispaal van ons blog, zit nog stevig vastgezogen aan het bestuurderspluche.

Graag zou ik zeggen dat Iknik en ik te hard zijn geweest voor de democraten. D'66 is in wezen een sympathiek clubje, en aan hun invloed hebben we zaken als een verruiming van de winkelsluitingswet, het homohuwelijk en andere liberale verworvenheden te danken. De partij verkeert nu in een hevige crisis, en eigenlijk is het lullig om iemand die op de grond ligt na te trappen.

Als een van je vrienden ergens in de goot ligt te kotsen, ga je niet van een afstandje op hem lopen spugen. Je helpt hem overeind en gaat een glaasje water voor hem halen. Misschien, als we bij de volgende verkiezingen gewoon op D'66 stemmen omdat ze zo zielig zijn, dat de partij er weer bovenop komt. Dit soort dingen zou ik graag zeggen.

Maar zo werkt het niet in deze wereld. De voormalige rebellenclub heeft nu in vier regeringen na elkaar gezeten, en ze hebben hun kroonjuwelen niet waargemaakt, ze hebben elke keer als het erom ging dikke bergen met poep gegeten om maar aan de macht te kunnen blijven, en ze hebben zich verlaagd tot populistische flauwekul over varkensflats en dancefeesten. Onze vriend die in de goot ligt is niet eenmaal te ver uitgeschoten met de drank - hij is verandert in een wino.

Hier helpt alleen de harde hand. Het Nederlandse politieke landschap heeft nog steeds behoefte aan een liberale politieke partij die socialer is dan de VVD, maar niet zo biologies-dynamies als Groen Links. Onze vriend verdient een schop onder zijn hol richting rehabilitatiekliniek.

Dat wordt makkelijker dan het klinkt: na meer dan tien jaar het paardenstavengezuig van de Haagse afdeling te hebben aanschouwd, bestaat het niet dat er ook maar iets over is van het ledenbestand van de Democraten. Als ik terugkom in Nederland, word ik lid van D'66. Graag zou ik jullie op willen roepen hetzelfde te doen. Gaan we met zijn allen naar de partijcongressen, en dan nemen we met onze meerderheid de macht over de partij over. De schandknapen van de macht ( = alle huidige fractieleden en regeringsleden) schoppen we eruit, en onder onze visionaire leiding maken we weer wat van die partij.

Als het lukt vraag ik Ramses Shaffy of hij lijstduwer wil worden.

05 april 2005

Gentleman

Michiel Boersma, topman van Essent, stak vorig jaar 821.000 euro in zijn zak. Wie had verwacht dat de privatisering van energiebedrijven zou leiden tot dergelijke vormen van zelfverrijking? Zeg nu zelf, er zijn maar liefst drie aanbieders van stroom die iets voorstellen in Nederland, dus moordende concurrentie en vlijmscherpe prijzen liggen in de lijn der verwachting. Dat zowel NUON als Essent hebben gekozen voor de dikbetaalde-directeur-strategie wekt misschien verbazing, maar meer dan toeval is het natuurlijk niet.

Zelfregulering is een prachtig beleidsinstrument. Het mes snijdt aan twee kanten: ministers hebben meer tijd voor belangrijke zaken omdat ze zich niet met een branche hoeven te bemoeien, en de markt functioneert optimaal. Een gentleman houdt altijd rekening met het algemeen belang, en als er één beroepsgroep bestaat uit louter gentlemen dan is dat wel die van de directeurs. Die kun je prima hun eigen markt laten reguleren.

In Engeland is zojuist een onderzoek afgerond naar de handel en wandel van de farmaceutische industrie. Britse pillendraaiers worden nauwelijks gecontroleerd, en hebben de vrijheid om artsen te fêteren en onderzoeksresultaten op te leuken. En wat blijkt? Ze doen het nog ook! Hier in Nederland zou iets dergelijks ondenkbaar zijn, omdat de farmaceutische industrie zichzelf reguleert. Als over een paar jaar zou blijken dat hier op grote schaal antidepressiva zijn verkocht met levensgevaarlijke bijwerkingen, zouden we natuurlijk diep geschokt zijn. Zoiets verwacht je niet, als je de leiding in handen geeft van echte gentlemen.

Het meest succesvolle conglomeraat aller tijden doet al eeuwen aan zelfregulering. Werknemers die de corporate identity bezoedelen door te beweren dat de wereld de afgelopen paar honderd jaar is veranderd worden op een zijspoor gezet, of, als ze een minder ernstig vergrijp hebben begaan (zoals kinderverkrachting) overgeplaatst. Onder de bezielende leiding van directeur Johannes Paulus de Tweede, God hebbe zijn ziel, is het aantal klanten van de katholieke kerk gegroeid tot ruim één miljard, en het aantal AIDS patiënten tot meer dan 40 miljoen. Twee cijfers die duidelijk aangeven hoe succesvol de katholieke kerk de afgelopen jaren is geweest, en dat allemaal omdat er een echte gentleman aan het roer stond.

02 april 2005

Pasen (2)

Ik heb een rare droom gehad. Ik zag Thom de Graaf met een groot kruis op zijn schouders de trappen van het koninklijk Paleis op lopen. Hij moest zich een weg banen door een haag van mensen, die hem duwden, bespuugden en uitjouwden. “Vergeef ze,” mompelde Thom, “ze weten niet wat ze doen. Ik zal het ze gewoon nog een keer moeten uitleggen.”

Ik droomde over een zaal vol D66-stemmers, waar Boris Dittrich, gewikkeld in zwachtels, achter een lessenaar stond te vertellen over de heerlijke wijn die de aanwezigen hadden gekregen. “Maar het is water!” riep één van de gasten uit. “Gelukkig zijn zij die geloven zonder te zien,” antwoordde Dittrich, “ik zeg jullie: het is wijn.” En de aanwezigen sloten hun ogen en dronken het water, en geloofden dat het wijn was. Thom de Graaf, Hans van Mierlo en Els Borst stonden rondom Dittrich en verwijderden de zwachtels. “Democratie!” scandeerden zij in koor, en in de verte kraaide een haan.

Ik droomde over de plenaire zaal van de Tweede Kamer. In de zaal stond een gedekte tafel, waar alle leden van het kabinet aan gezeten waren, behalve de premier. Gerrit Zalm zat aan een uiteinde van de langwerpige tafel geld te tellen. Op de tafel lagen twee broden en vijf vissen, en een zieke man met zweren kwam de zaal in en zocht onder de tafel naar kruimels. Toen kwam Jan-Peter Balkenende, gekleed in purperrode en zilveren linnen en gezeten op een ezel, de zaal binnen, en hij begon de man die naar kruimels zocht met een stok te slaan. “Sta op en loop!” schreeuwde Balkenende, en de man met zweren vluchtte de zaal uit.

Balkenende waste zijn handen in een schaal met water, waar met grote letters “Eigen verantwoordelijkheid” op stond. Hij gaf de schaal door, en alle aanwezigen wasten hun handen. Buiten de zaal stond een woedende menigte, maar de mensen die aan de tafel zaten hoorden hun geschreeuw niet.

Kortom, het was een fikse nachtmerrie. Gelukkig zijn dromen bedrog.