14 mei 2005

Buitenaards

Stel je voor: je wordt wakker in een rubberbootje, en om je heen is niets dan water. Je hebt geen idee waar je bent, hoe je daar gekomen bent en waarom. Je weet niet of je alleen bent, enkel dat niets in je directe omgeving er op wijst dat er anderen zijn. Je besluit goed op te blijven letten, in de hoop dat er een fles voorbij komt drijven waar een briefje in zit.

De mensen van SETI doen iets vergelijkbaars. Hoewel we geen flauw idee hebben of er buitenaards leven is, laat staan intelligent buitenaards leven, luisteren ze, in de hoop een bericht van ver weg op te vangen. Zelfs als het in het universum barst van de technologisch hoogontwikkelde beschavingen, is de slagingskans minimaal. Vanaf de Aarde worden sinds pakweg een eeuw boodschappen de ruimte ingestuurd, en over nog eens een eeuw verloopt al onze communicatie ondergronds en via satellieten. Dat geeft andere beschavingen een eeuw of twee de tijd om zender Aarde te ontvangen, en met een beetje pech geldt andersom hetzelfde. Twee eeuwen op veertien miljard jaar (de geschatte leeftijd van het universum) is erg weinig.

Wat SETI doet is een ontzettend nobel streven, maar we hebben er veel meer aan om te kijken in plaats van te luisteren. Heb je een telescoop waarmee je naar zonnestelsels kunt gluren, dan is de opdracht simpel: zoek het vierkant. Rechte hoeken ontstaan niet door toeval, ze zijn ontworpen.

Maar allereerst moeten we zonnestelsels met planten vinden, en daarvoor heeft de NASA twee missies gepland: de Space Interferometry Mission (SIM) en de Terrestrial Planet Finder (TPF). Helaas is er een nogal aardse kink in de kabel gekomen: de NASA komt geld te kort. De Hubble-ruimtetelescoop, een gigant in de geschiedenis van de astronomie, moet opgelapt worden, en dat kan alleen als de SIM en de TPF even in de ijskast worden gezet.

Dat zou doodzonde zijn. Het simpele feit dat buitenaards intelligent leven zou kunnen bestaan, betekent dat we móeten zoeken. Zodat we misschien ooit ontdekken dat we geen freaks of nature zijn, ronddobberend in een onwaarschijnlijk leeg universum.

1 Reacties:

Anonymous Anoniem zei...

Ik meen dat Theo Maassen hierover zei: als ze slimmer zijn vinden ze ons wel, als ze dommer zijn hoef ik niets met ze te maken te hebben.

Ik bekijk het anders: als ze slimmer zijn, zijn ze een gevaar voor ons (zie vele SF-verhalen), als ze dommer zijn, gaan we ze waarschijnlijk uitbuiten (zie bioindustrie etc).

Poek

17 mei 2005 om 01:10  

Een reactie posten

<< Home