16 november 2004

Godslastering

Voorlopig kunnen we stellen dat ik een aansteller ben. De volkswoede die misschien op de moord van Theo van Gogh had kunnen volgen deed dat niet, en hoewel de lucht beslist nog niet is geklaard, lijken de meeste mensen prima in staat het verschil te zien tussen een extremist en iemand die eens in de week naar de moskee gaat. Waar het gaat eindigen durf ik niet te voorspellen, maar volgens mij liggen we in elk geval niet op ramkoers.

Ondertussen in Den Haag: minister Donner heeft gezegd vaker iets te willen doen aan mensen die anderen onnodig kwetsen, en mocht dat hem lukken dan is dat meteen het eerste wapenfeit in Balkenendes strijd voor normen en waarden. Maar D’66, PvdA en VVD hebben inmiddels door welk buzzword momenteel hip is, en poepen in hun broek bij de gedachte dat de grote gemene man op de straat niet doorheeft dat ze heus wel bij de tijd zijn.

Donner wil kijken of wetsartikelen tegen godslastering te gebruiken zijn om iets tegen kwetsende uitspraken te doen, en daar is van alles voor en tegen te zeggen. In de praktijk vinden rechters de vrijheid van meningsuiting belangrijker dan wetten tegen godslastering, en dat lijkt me beter dan andersom. Het aanscherpen van die wetten is waarschijnlijk een zinloze onderneming, maar de goede kant is dit: Donner ziet dat er iets mist in de samenleving, en hij probeert daar iets aan te doen. Op zijn eigen CDA-manier weliswaar, maar toch.

Waarom is dat goed? Welnu, omdat de andere kant van het verhaal nog triester is: de drie grote niet-religieuze partijen in de Tweede Kamer willen wetten tegen godslastering juist schrappen. Dit leidt in de praktijk natuurlijk net zomin tot verandering als de plannen van Donner, en dat maakt het een zuiver symbolisch gebaar.

En wat zegt dat gebaar? Simpel: dat de partijen in kwestie niet te beroerd zijn vrijheid van meningsuiting te degraderen tot het recht op vuilspuiterij als ze denken het electoraat daarmee te plezieren. Op een moment als dit met een dergelijk voorstel komen is niets anders dan een poging goedkoop te scoren.