03 november 2004

Katers

Er zijn van die dagen dat je maar beter in je bed kunt blijven liggen.

Het is de dag van de katers. Eerst is er de kater van een dikke columnist die werd vermoord door een waanzinnige, en die ongetwijfeld gaat verworden tot de stok waarmee foute volksmenners de islamitische gemeenschap gaan slaan. Niet in dienst van de vrijheid van meningsuiting, niet om de verlichting te brengen, maar simpelweg omdat ze vinden dat macht een doel is dat de middelen heiligt. Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik vrees met grote vrezen.

Zou Van Gogh het zo gewild hebben? Zou Pim het zo gewild hebben? Ik weet het niet en het interesseert me niet. Wat me interesseert is het hier en nu en de vraag hoe het verder moet, niet het toen en daar en de vraag hoe het had kunnen zijn. De zweem van urgentie die al een tijdje boven Nederland hangt, het vage gevoel dat de tijd begint te dringen al weet niemand precies waarom of waarvoor, is sterker geworden. De moord op Van Gogh heeft geleid tot nog meer angst en ongeduld, en het gevaar dat die twee slechte raadgevers het laatste woord gaan hebben is reëel.

De andere kater is die van de verkiezingen voor machtigste persoon op de planeet Aarde. George W. Bush wist genoeg Christenfundamentalisten en nationalisten op de been te brengen om hem de verkiezingen te laten winnen. De man die zichzelf vier jaar geleden op schandalige wijze de verkiezingswinst toeeigende, die de rechten van honderden gevangenen op Guantanamo Bay met voeten treedt, die rücksichtslos landen binnenvalt om Amerikaanse belangen te beschermen, die de oorlog tegen het terrorisme gebruikte om angst te zaaien onder zijn eigen bevolking en tegenstanders de mond te snoeren - die man krijgt nog eens vier hele jaren om het machtigste land ter wereld nog nationalistischer, nog agressiever en nog minder vrij te maken.

Er zijn vast lichtpuntjes, maar de katers zullen over hun hoogtepunt heen moeten zijn voordat ik die opmerk. Voorlopig heb ik het nog even te druk met ouderwets doemdenken.