22 november 2004

Kabinet

Het Nationaal Kabinet. Hans Dijkstal, Max van der Stoel, Jeltje van Nieuwenhoven, Jan Terlouw, Roelf de Boer, Eimert van Middelkoop, Rein Jan Hoekstra en Sadik Harchaoui. Onze redders in nood hebben gesproken, onder leiding van Pieter Winsemius. Zij hebben oplossingen aangedragen “rond drie belangrijke thema’s die Nederland momenteel beheersen: Veiligheid, Integratie en Jeugd.”

Het kabinet had niet de moed om te weigeren deze complexe thematiek samen te vatten in tien aanbevelingen. Tien! Je krijgt er meer als je de kapper vraagt om scheeradvies!

Bovendien grossiert het in algemeenheden en dooddoeners. De enige uitzondering daarop is de eerste aanbevelingen: de premier in tijden van crisis meer macht geven. Dat is geen dooddoener, maar gewoon een slecht plan. Een premier moet zorgen dat alle neuzen in het kabinet één kant op staan. Kan hij dat niet, dan moet hij aftreden. Kan hij dat wel, dan is het niet nodig om hem meer macht te geven.

“Wetten en regels om het extremisme en de harde criminaliteit te bestrijden moeten worden aangescherpt”. Open deur en alleen maar omdat Maurice de Hond, inmiddels één van de machtigste mensen in Nederland, zegt dat het volk dat wil. “Bewoners moeten meer betrokken worden bij het veiligheidsbeleid.” Hoe dan? “De integratie van allochtonen en autochtonen moet terug worden gebracht naar de buurt.” Integratie, al dan niet mislukt, is de buurt nooit uitgeweest.

“We MOETEN elkaar ontmoeten” en hoewel dat niet bepaald het ei van Columbus is, is dit “geen welzijnspraatje van vroeger maar harde noodzaak.” Of dacht u soms dat we die hoofdletters zomaar gebruikten? Het is WEL een welzijnspraatje van vroeger.

Geachte heren en dames van het Nationaal Kabinet. U hebt niet de moed gehad om het volk te vertellen dat de wereld complex is, niet de wijsheid om te accepteren dat niet alles simpel op te lossen is en niet de bescheidenheid om achter de schermen aan oplossingen te werken in plaats van op het scherm aan oneliners. Misschien hebt u zinnige dingen te zeggen, maar u bent gezwicht voor de zucht naar behapbaarheid. Bedankt voor de moeite, maar we hebben er niks aan.