31 augustus 2005

Gooi die grenzen open!

Droevig nieuws vanuit Amerika: het gaat slecht met reuzenvissen. In de zeeën hebben de grootste vissen het zwaar, maar daar is tenminste aandacht voor. De duikindustrie heeft er namelijk belang bij als haar grootste publiekstrekkers blijven leven. In de rivieren leeft echter ook idioot grote vis, en hun populaties zakken razendsnel weg, lijkt het.

Daar zouden we aan mee moeten helpen: in Nederland barsten we van het zoetwater, en daar is echt nog wel plek voor een grote vis. De paar reuzenmeervallen in de Kempener Vennen doen het uitstekend, in elk geval. Als het qua temperatuur en eten voor die beesten hier uit te houden is, hebben wij eigenlijk de morele plicht om onze wateren beschikbaar te stellen voor deze noodlijdende ecologische asielzoekers.

Wat zegt Bart daar? Grote beesten uitzetten in Nederland? Dat is vragen om ecologische problemen, en dat zou Bart als van-huis-uit-ecoloog toch moeten weten. Inderdaad. Het mooie aan onze Nederlandse zoetwaterplassen is echter dat het toch al ecologische problemen zìjn. Een groot gedeelte ervan is door de mens aangelegd in de tijd dat turf de enige manie was om je huis warm te houden. Er zijn vissen in uitgezet, en waterpest. Er zijn rietkragen gesnoeid, er is afval in gedumpt, en mest, zodat het water één grote erwtensoep is. Een paar reuzenvissen kunnen er ook nog wel bij.

En bedenk eens hoe leuk het zou zijn voor de recreatie! Duikers, vissers, snorkelaars en zwemmers hebben nu echt iets om naar uit te kijken. Vóór uit te kijken, in het geval van die superrog in de eerste link. Een gezond respect voor de vaderlandse natuur, ook al is die niet vaderlands en niet echt natuurlijk. Stel je toch eens voor dat je een zwaardsteur, een arapaima, of een karper van tweehonderd kilo tegen kon komen! Dit zijn zulke publiekstrekkers dat ze waarschijnlijk een meetbaar effect op onze volksgezondheid zullen hebben omdat mensen ze willen zien.

We zijn eeuwenlang ecologisch onvoorzichtig omgesprongen met onze meren om er zelf beter van te worden. Nu het een keertje kan om bij te dragen aan het behoud van bedreigde diersoorten, moeten we het niet laten. De OVB heeft ecologisch rampzalige soorten uit laten zetten voor het plezier van de vissers, nu is het tijd voor vissen voor het plezier van andere recreanten - en het behoud van de vissen zelf. Ik kan niet wachten tot ze er zijn.