Van tweeën één
Het rommelt in het land van de belangenbehartigers. Vorige week kondigden MKB-Nederland (voor het midden- en kleinbedrijf) en VNO-NCW (de grote industriëlen) een vergaande samenwerking aan. Voor beide voorzitters Loek Hermans en Bernard Wientjes geen verrassing. In het voorjaar samen een hapje eten, in het najaar ligt een fusie in het vooruitzicht. Een werkgroep met mensen uit beide hoofdbesturen mag eerst aan de slag. Maar op 1 februari 2006 liggen er dan aanbevelingen voor samenwerking.
Niet iedereen is zo blij met de aankondiging. Want als MKB en VNO meer gaan samenwerken, dan worden ongetwijfeld ook de Koninklijke Metaalunie (grootste lid van MKB-Nederland) en FME-CWM tot elkaar veroordeeld. Die laatste ziet dat wel zitten. Al eerder pleitte de FME-voorzitter voor het samenvoegen van beide CAO’s. De Metaalunie voelt daar niets voor. CAO’s en pensioenfondsen zijn sectorspecifieke regelingen. Zo konden grotere bedrijven volgens een raamwerk hun eigen CAO maken. En richtte de metaalbewerking een eigen verzekeraar op voor het WAO-gat. Verder zijn de werknemers in het mkb-metaal gemiddeld veel jonger, waardoor de premies lager zijn.
Natuurlijk wordt er samengewerkt als dat handig is. Denk aan lobby bij de overheid over arbo- en milieuwetgeving. Of aan samen sterk tegenover de vakbonden. Heel vaak echter scheiden de wegen zich. De afschaffing van het grijze kenteken en de zelfstandigenaftrek werd bekritiseerd door klein. Groot prees de overheid vanwege de verlaging van de vennootschapsbelasting. Ook de energiebelasting laat de gemoederen uiteen lopen. Het tarief voor de grote bedrijven is lager, zodat mkb lijdt.
De leden van beide organisaties kijken het aan. Sommige balen van al dat dubbel werk en zien één hoofdkantoor wel zitten. Andere waarderen een eigen cultuur van hun brancheorganisatie, manager versus pater familias. Daarnaast heeft het mkb geen stafafdelingen en dus veel meer behoefte aan (telefonisch) advies over juridische onderwerpen en personeelszaken. Hoe combineer je dat handig? Tot slot is één hele grote organisatie niet per se efficiënter. Kijk om je heen naar al die molochs.
Natuurlijk is het impopulair om te zeggen dat je tegen vergaande samenwerking bent. Samen optrekken naar hetzelfde doel (meer aandacht voor het Nederlandse bedrijfsleven) is efficiënter dan alleen. Dat de doelen vaak verschillen, wordt dan al te gemakkelijk vergeten. In de landelijke politiek is het helder. Elke partij heeft zijn eigen programma en niemand wil één partij. Je ziet alleen maar ad hoc coalities, voor een onderwerp of een regeerperiode. Maar als het om het ondernemersbelang gaat, doet men al snel of het om één eenduidig belang gaat. Nee dus.
Niet iedereen is zo blij met de aankondiging. Want als MKB en VNO meer gaan samenwerken, dan worden ongetwijfeld ook de Koninklijke Metaalunie (grootste lid van MKB-Nederland) en FME-CWM tot elkaar veroordeeld. Die laatste ziet dat wel zitten. Al eerder pleitte de FME-voorzitter voor het samenvoegen van beide CAO’s. De Metaalunie voelt daar niets voor. CAO’s en pensioenfondsen zijn sectorspecifieke regelingen. Zo konden grotere bedrijven volgens een raamwerk hun eigen CAO maken. En richtte de metaalbewerking een eigen verzekeraar op voor het WAO-gat. Verder zijn de werknemers in het mkb-metaal gemiddeld veel jonger, waardoor de premies lager zijn.
Natuurlijk wordt er samengewerkt als dat handig is. Denk aan lobby bij de overheid over arbo- en milieuwetgeving. Of aan samen sterk tegenover de vakbonden. Heel vaak echter scheiden de wegen zich. De afschaffing van het grijze kenteken en de zelfstandigenaftrek werd bekritiseerd door klein. Groot prees de overheid vanwege de verlaging van de vennootschapsbelasting. Ook de energiebelasting laat de gemoederen uiteen lopen. Het tarief voor de grote bedrijven is lager, zodat mkb lijdt.
De leden van beide organisaties kijken het aan. Sommige balen van al dat dubbel werk en zien één hoofdkantoor wel zitten. Andere waarderen een eigen cultuur van hun brancheorganisatie, manager versus pater familias. Daarnaast heeft het mkb geen stafafdelingen en dus veel meer behoefte aan (telefonisch) advies over juridische onderwerpen en personeelszaken. Hoe combineer je dat handig? Tot slot is één hele grote organisatie niet per se efficiënter. Kijk om je heen naar al die molochs.
Natuurlijk is het impopulair om te zeggen dat je tegen vergaande samenwerking bent. Samen optrekken naar hetzelfde doel (meer aandacht voor het Nederlandse bedrijfsleven) is efficiënter dan alleen. Dat de doelen vaak verschillen, wordt dan al te gemakkelijk vergeten. In de landelijke politiek is het helder. Elke partij heeft zijn eigen programma en niemand wil één partij. Je ziet alleen maar ad hoc coalities, voor een onderwerp of een regeerperiode. Maar als het om het ondernemersbelang gaat, doet men al snel of het om één eenduidig belang gaat. Nee dus.
3 Reacties:
Zozo. En wat is je punt?
Mijn punt is ALTIJD dat ik mensen aan het denken wil zetten of informatie wil geven die ze misschien nog niet kennen. Scoren laat ik graag aan de heren over.
Ik kruip weer terug mijn bed in...
Een reactie posten
<< Home