23 december 2005

Vrij gruwelijk

Het Indonesische plaatsje Tomohon is om meer dan één reden een bezoek waard. De twee actieve vulkanen aan weerszijden van het dorp zijn te bedwingen door ongeoefende wandelaars, de omgeving is schitterend en het is maar twee uurtjes reizen naar Tangkoko, een natuurreservaat waar spookdiertjes, makaken en neushoornvogels leven. Maar het interessantste deel van Tomohon is toch de markt.

Althans, voor beginnende globetrotters zoals ik. De markt is een culinair Wonderland, of, voor dierenliefhebbers met een zwakke maag, een verschrikking. Niet alleen is het naast verkooppunt ook een open abattoir, en worden potentiële kopers aangestaard door nog nabloedende, grijnzende varkenskoppen, er worden ook vrij exotische dieren aangeboden voor consumptie. Rijen vleermuizen, ratten en honden, zwartgeblakerd omdat het haar er afgeschroeid wordt, liggen er uitgestald. Achter de kramen staan kooien met nog levende honden, waarvan er één wordt afgemaakt zodra de voorraad dode viervoeters ver genoeg is geslonken.

En tien kippen kun je in één hand dragen als je ze met de poten aan elkaar vastbindt. Bovendien kun je, als je even een sigaretje wil roken, de kippen rustig neerleggen zonder dat ze weglopen.

Onze tijdelijke reisgenoot, een vleesetende Vlaming, zei het allemaal “vrij gruwelijk” te vinden. Inderdaad, dacht ik, wij Westerlingen doen dat allemaal veel beschaafder: machinaal, per duizend en achter gesloten deuren. En om de één of andere reden vinden we dat je honden niet mag afslachten alsof het varkens zijn. Kippen mag je best hun leven lang in een hok ter grootte van een schoenendoos stoppen, maar wie in Nederland over straat loopt met een tros kippen wordt waarschijnlijk gearresteerd. Want zoiets vinden we “vrij gruwelijk”.

Wat wel weer jammer is, is dat ze nergens op de markt kant-en-klaar vlees verkopen. Zelfs de rat-on-a-stick is afbakrat. Alleen over de vleermuis kan ik melden dat de novelty value het met afstand wint van de smaak. Want die is echt vrij gruwelijk.