Dood (3)
Prins Bernhard is overleden. Hij mocht 93 jaar worden voordat hij bezweek aan de gevolgen van kanker. Rot voor hem, en nog veel rotter voor zijn familie en vrienden. Omdat ik ervan uitga dat noch hij, noch zijn familie, noch iemand anders op deze planeet zit te wachten op een necrologie van mijn hand, zal ik me daar niet aan wagen.
Toen mijn opa stierf op de mooie leeftijd van 95 jaar, waren er veel mensen op de begrafenis. Er werd wel gezegd dat sommigen alleen maar kwamen omdat ze zeker wilden weten dat hij dood was; nooit eens iemand op de tenen trappen in 95 jaar tijd is onmogelijk. Daar, in een dorp in het oosten des lands, is dat geen kwaadsprekerij. Het is galgenhumor van het soort waar alleen een oosterling niet zwaar verontwaardigd op reageert, en mijn opa zou het op z’n minst begrepen hebben. Waarschijnlijk had hij erom kunnen lachen.
De sfeer op de begrafenis was mooi. Er was een grote groep mensen niet tegelijk aan het praten, maar tegelijk aan het denken. We moeten er allemaal een keer aan geloven, zo leek men gezamenlijk te vinden, en meer dan een lang en goed leven zit er niet in. Natuurlijk is het niet leuk om iemand te grave te moeten dragen, maar van alle manieren waarop iemand kan sterven is dit beslist niet de slechtste.
Berusting, acceptatie, nuchterheid, ik weet niet hoe ik het zou moeten omschrijven. Maar het was mooi.
En zo hoort het. Zo hoorde het daar, zo hoort het bij Prins Bernhard. Geen klappende mensen, geen teddybeertjes, geen hysterie. Ga niet applaudisseren als de begrafenisstoet langskomt, maar buig je hoofd, of geef hem een saluut. Als je lang Paleis Soestdijk gaat, leg er dan geen knuffels neer maar ga een minuutje stilstaan, met de blik op oneindig en zonder iets te zeggen. Ga niet huilen omdat iemand uit het rijk der levenden is weggerukt, maar gedenk te sterven. Dat getuigt pas écht van respect voor de doden.
0 Reacties:
Een reactie posten
<< Home