01 maart 2005

Paus (2)

De lucht boven het Vaticaan is strakblauw. Paus Johannes Paulus de Tweede is door zijn naast medewerkers in een comfortabele stoel gezet, in de schaduw van een majestueuze eik, met uitzicht op de binnentuin van de pauselijke residentie. Zijne Eminentie overziet de tuin, de prachtige heesters, de kleurige borders, de vogels die verkoeling zoeken in het marmeren vogelbadje.

Plots doorklieft een bliksemschicht de hemel, en verstoort een harde knal de rust. De geschrokken medewerkers van de Paus snellen naar hun baas, die uit zijn stoel is gevallen. Op zijn gewaad zijn schroeiplekken zichtbaar, en derdegraads brandwonden ontsieren zijn handen en gezicht. Maar, de Heer zij geloofd en geprezen, hij ademt nog!

Er wordt groot alarm geslagen, en enkele minuten later wordt Zijne Eminentie met loeiende sirenes afgevoerd naar het beste ziekenhuis van de stad, waar de beste doktoren van het land al klaar staan om zijn leven te redden. De lucht is nog even egaal blauw als vóór de inslag, en de tuin weer even vredig.

Het verhaal gaat verder in een ziekenhuis, waar de Paus aan de hartbewaking ligt. In coma, en zonder uitzicht op verbetering, maar zolang de stekker in het stopcontact zit technisch gesproken nog levend. De witte rook zou nog jaren op zich kunnen laten wachten.

Paus Johannes Paulus II (die ik dit overigens niet toewens) heeft zich een paar jaar geleden al eens uitgesproken tegen extreme maatregelen om terminaal zieken in leven te houden. Maar hij vertelde er niet bij wanneer maatregelen extreem worden, en de doctrine van de katholieke kerk is helder: euthanasie is moord, en Onze Lieve Heer heeft heel duidelijk te kennen gegeven hoe Hij daar over denkt.

Dat doktoren vechten tegen de kwalen die de Heer mensen (waaronder Zijne Eminentie) toebedeelt, strookt blijkbaar met het Plan Gods. Maar zodra een patstelling is bereikt, en de geneesheren een patiënt met twee koperen draadjes in het rijk der levenden hebben verankerd terwijl het dodenrijk uit alle macht aan hem trekt, eist het Vaticaan plots dat ze zich nergens meer mee bemoeien. Want de dood, dat is toch zeker een zaak van God.