29 januari 2005

Vegetreurnis

Hmmm. Vandaag en gisteren keihard gewerkt (vandaag meer dan vijftien uur), en die luie sjekkiesrokende SP-stemmer van een Iknik heeft niets gepost. Om jullie niet volkomen verstoken te laten gaan daarom een ingezonden brief die ik eerder deze week stuurde naar Missets Horeca. Prettig weekend allemaal!

De vierde maandag van januari begonnen in Maastricht de EFFF en de BBB. Helemaal links achterin de hal van de EFFF organiseerde de Stichting Europa Culinair het Nederlands Kampioenschap Vegetarisch Menu. Voor mij was het mijn allereerste kookwedstrijd en ik werd dan ook kansloos laatste. Wat het gehele deelnemersveld betrof, was de jury vol lof over de gekookte gerechten: “Vol fantasie, smakelijke combinaties; de tijd van de kaas-schnitzel ligt gelukkig ver achter ons”, somde de voorzitter op. Mooie complimenten voor de inderdaad erg goede inzendingen. Zijn lofuiting gaat helaas niet op voor de Nederlandse horeca als geheel, wat bijvoorbeeld al bleek uit het feit dat er slechts vijf (5!) deelnemers waren aan het NK.
Uit de lage opkomst blijkt een zekere minachting voor vegetarisch eten, en wie daar eenmaal op let ziet het overal. www.vegatopia.com, Nederlands grootste website voor vleesverlaters, hield verleden jaar een enquête onder haar bezoekers: 60% is ontevreden over de keuze in de horeca, de kwaliteit van het eten krijgt een zesje. Een zes! In een land waar het maandag weer sterren regende en men zich op de borst klopt met de grote culinaire sprongen voorwaarts!
Wie vegetariërs in zijn kennissenkring heeft schaamt zich regelmatig voor zijn collega’s. Het verhaal ‘eigenlijk zijn we meer een vleesrestaurant’ kan in 2005 echt niet meer. Misschien als je toko ‘Harry de Schnitzelkoning’ heet, maar zeker niet als je in de krant pocht over je Michelinster-aspiraties, zoals een bekende Utrechtse kok. Wat voor kok ben je nou als je alleen maar iets lekkers kan maken door er een dood beest in te gooien?
Wie over de EFFF-beursvloer struinde, of eerder deze maand de Horecava bezocht, in de hoop op vernieuwende producten, werd hevig teleurgesteld. Tunanuggets die niet naar tonijn smaken voor in de frituur, vleesreepjes die niet naar vlees smaken voor in de frituur, nasibitterballen die jammer genoeg wel naar nasibal smaken voor in de frituur. Zelfs de meest verstokte vleeseter zal er niet blij van zijn geworden. Het meest innovatieve product dat geschikt was voor vegetariërs was een verzameling doperwtletters. U raadt het al: ze smaken niet naar doperwt en ze moeten in de frituur. Ik zou ze zelfs mijn klanten van onder de tien jaar niet voor durven zetten.
De gasten morren, de elite geeft het goede voorbeeld (Jonnie Boer en Sidney Schutte schreven een geniaal vegetarisch kookboek), maar het gros van de horeca en haar leveranciers schiet tekort. Nog afgezien van de smet op de beroepseer zouden ook koks die aan de centen denken zich eens achter de oren moeten krabben. Er zijn niet zo gek veel vega’s in Nederland (2-5%, afhankelijk van wie je het vraagt), maar als een groep van vijfentwintig personen ergens anders gaat eten omdat u de ene vegetariër niets fatsoenlijks voor kunt schotelen is dat voor veel restaurants een flink stuk gemiste omzet.
Op het moment dat ik dit schrijf is het nog steeds januari: niet te laat voor wat goede voornemens.