Intelligent (3)
De ophef over Intelligent Design (ID) is nog onwaarschijnlijker dan het debat over de Europese grondwet. Goed, het is geen voorpaginanieuws, maar sinds het uitkomen van “On the Origin of Species” van Charles Darwin heeft de evolutiebiologie niet meer zo in de belangstelling gestaan als nu.
In een eerdere column beweerde ik dat ID gelijk staat aan creationisme. Dat is niet waar: creationisten beweren dat de Aarde vijfduizend jaar oud is en dat God de dinosauriërs in de grond heeft gestopt om de mensen te misleiden. Of zoiets. ID-adepten hangen iets aan dat nauwelijks minder onzinnig is, maar dat veel moeilijker onderuit gehaald kan worden.
Meestal begint een ID-aanhanger te vertellen dat evolutiebiologen nauwelijks open staan voor kritiek. Dat is deels waar en doet het dus goed bij de kijkers thuis. Zo goed, dat je bijna zou vergeten dat het een argument van niks is. Dat er wetenschappers zijn die niet tegen kritiek kunnen, betekent niet dat ze ongelijk hebben.
Vervolgens komen alle hiaten in de evolutietheorie voorbij, vooral waar het gaat om dingen die niet verklaard zouden kunnen worden door puur toeval. Ogen zijn een klassiek voorbeeld: als een oog geleidelijk ontstaat, zou dat betekenen dat er een tijd lang beesten zijn geweest die maar een half oog hadden. En aan een half oog heb je niks.
Dat is een interessant gegeven waar evolutiebiologen over moeten praten. Maar het grote probleem met ID’ers is dat ze niet op zoek zijn naar een nieuwe theorie, maar dat ze er al eentje klaar hebben liggen: “God bestaat” of iets vergelijkbaars. Vinden ze een leemte in de evolutietheorie, dan stopverven ze dat met Opperwezen, en klaar! Het vraagstuk is opgelost.
De opvatting dat de wetenschappers wel zo’n beetje alles weten dat er te weten valt is onjuist, maar wijdverbreid. ID bestaat bij de gratie van die opvatting: wie denkt dat wetenschappers alles kunnen verklaren, denkt ook dat een hiaat in kennis duidt op iets onverklaarbaars, in plaats van iets dat nader onderzocht moet worden. Ik ben blij dat mensen als Galileï, Darwin, Newton en Einstein die opvatting niet deelden.
3 Reacties:
Leuk Detail: Newton was een zeer gelovig man die zijn theorie als bewijs zag van God...
Net als Galileï trouwens. En ook Eistein was gelovig. Het enige buitenbeentje is juist Darwin... Toeval?
...maar voor allevier geldt dat ze niet probeerden Gods bestaan te bewijzen door gaten in de menselijke kennis aan Hem toe te schrijven en vervolgens tevreden achterover te leunen. Ik heb geen problemen met gelovige wetenschappers, ik heb problemen met mensen die wetenschap gebruiken om hun eigen agenda te pushen in plaats van inzicht te krijgen. Die categorie bestaat beslist niet louter uit ID'ers, maar ze maken er wel deel van uit.
Ik zal nog even een verhelderend citaat toevoegen, van Prof. William Dembski van Baylor University:
"Intelligent design begins with the observation that intelligent causes can do things that undirected natural causes cannot. Undirected natural causes can place scrabble pieces on a board, but cannot arrange the pieces as meaningful
words and sentences. To obtain a meaningful arrangement requires an intelligent cause."
Dit uitgangspunt is gebaseerd op menselijke intuïtie en fundamenteel onjuist. Als scrabblestenen zichzelf willekeurig over een bord verplaatsen, zich voortplanten en daarbij muteren, en als de stenen die onderdeel uitmaken van een woord een hogere fitness hebben dan de andere stenen, dan leidt dat uiteindelijk onherroepelijk tot scrabblestenen die zichzelf op het bord rangschikken in de vorm van woorden. Dat is een kwestie van tijd en toeval, niet van intelligentie.
Een reactie posten
<< Home