12 juli 2005

Monument

Laten we wel wezen: als Theo van Gogh een standbeeld verdient, dan is dat niet omdat hij Theo van Gogh was. Als hij overleden was aan een hartaanval, dan zou dat misschien eventjes in het nieuws zijn geweest, maar iemand die dan had voorgesteld een monument op te richten ter ere van de gezonde roker zou zijn weggehoond.

Als Theo van Gogh een standbeeld verdient, dan is dat omdat hij een symbool werd op het moment dat Mohammed B. hem afslachtte. Het symbool van het vrije woord, met alle nadelen van dien, als antagonist van de rechtlijnige, totalitaire leer van het fundamentalisme. Dat we de voorkeur geven aan dat vrije woord, zelfs als het misbruikt wordt voor vuilspuiterij, moge duidelijk zijn.

Dat van alle mensen uitgerekend de viezerd Van Gogh, wiens woorden enkel tot doel hadden anderen de grond in te trappen, martelaar van de vrijheid van meningsuiting is geworden, is op z’n zachtst gezegd niet optimaal. Maar we zullen het ermee moeten doen, en Mohammed B. zal ermee moeten leren leven dat hij Van Gogh, door hem ritueel te vermoorden, meer status en aanzien heeft bezorgd dan de vadsige cynicus op eigen houtje had kunnen verzamelen. Dat zelfs mensen die Van Gogh verachtten –zoals ondergetekende- vinden dat er best gepraat kan worden over een standbeeld om hem te herdenken.

Maar Van Gogh verdient niet alleen een standbeeld, hij verdient ook een trap na. Omdat zijn schofterige columns de aandacht die ze na zijn dood kregen niet waard zijn, omdat hij een eikel was en omdat het klinkt als iets dat hij had kunnen waarderen.

Een bronzen beeld van een groot, lachend, dik varken, dat op zijn rug ligt te genieten van de drek die over hem spuit vanuit het fonteintje dat in z’n penis zit. Zoiets zag ik voor me. Niet alleen om Van Gogh de nagedachtenis te geven die hij verdient, maar ook om Mohammed B. te laten zien met de slachting van wat voor creatuur hij Allah’s eeuwige zegen probeerde te krijgen. De held.