Poen voor Pop
De nietsvermoedende leek zou denken dat het hartstikke goed gaat met de Nederlandse popmuziek. Nederlandse bands scoren hitjes, staan op festivals, en zijn met de beste wil van de wereld niet van de radio af te branden. Dat heeft die leek dan hartstikke mis, volgens SP-onbekende Arda Gerkens.
Acts als Ali B., Kane en Raccoon zijn juist geen lichtende voorbeelden voor een aankomende generatie bandjes (laten we het hopen), maar ze zitten in de weg: "Talent krijgt steeds meer problemen om voet aan de grond te krijgen bij podia en media."
En dus moet er geld bij. Er moet een fonds komen waar bandjes geld uit kunnen putten voor productie en promotie. Een groepje ambtenaren dat demootjes gaat beluisteren en dan bepaalt welke bandjes recht hebben op steun van bovenaf. De Tweede Kamer is voor, volgens de Kutkrant.
Ik heb een verrassing voor Gerkens! Zulke mensen bestaan al: het zijn de programmeurs van de lokale poppodia, waar die bandjes moeten gaan spelen. Met CD's en ringtones verkopen verdien je geen reet. Bands moeten live hun kunstjes doen, publiek aan zich binden en zo langzaam maar zeker uitgroeien naar de status die ze verdienen. It's a long way to the top if you wanna rock 'n roll!
Onontbeerlijk in dit proces zijn dus niet producers, die de bandjes maar fijn zelf betalen van het geld dat ze met optreden binnenhalen, maar de poppodia. De Nederlandse podia werken zich de tiefus, geven bandjes de kansen die ze nodig hebben en houden jongeren van de straat. Toch worden zij continu bedreigd met sluiting wegens geldgebrek, strengere veiligheidswetten of ambitieuze wethouders die het allemaal groter en mooier willen hebben zonder daar geld tegenover te stellen.
Als er geld is om Nederlandse popmuziek een steuntje in de rug te geven, dan moet dat naar de Ekko's, de Goudvishallen en de Doornroosjes van deze wereld, en niet naar één of ander nieuwe ambtenarij. Zij hebben het verdiend.
Acts als Ali B., Kane en Raccoon zijn juist geen lichtende voorbeelden voor een aankomende generatie bandjes (laten we het hopen), maar ze zitten in de weg: "Talent krijgt steeds meer problemen om voet aan de grond te krijgen bij podia en media."
En dus moet er geld bij. Er moet een fonds komen waar bandjes geld uit kunnen putten voor productie en promotie. Een groepje ambtenaren dat demootjes gaat beluisteren en dan bepaalt welke bandjes recht hebben op steun van bovenaf. De Tweede Kamer is voor, volgens de Kutkrant.
Ik heb een verrassing voor Gerkens! Zulke mensen bestaan al: het zijn de programmeurs van de lokale poppodia, waar die bandjes moeten gaan spelen. Met CD's en ringtones verkopen verdien je geen reet. Bands moeten live hun kunstjes doen, publiek aan zich binden en zo langzaam maar zeker uitgroeien naar de status die ze verdienen. It's a long way to the top if you wanna rock 'n roll!
Onontbeerlijk in dit proces zijn dus niet producers, die de bandjes maar fijn zelf betalen van het geld dat ze met optreden binnenhalen, maar de poppodia. De Nederlandse podia werken zich de tiefus, geven bandjes de kansen die ze nodig hebben en houden jongeren van de straat. Toch worden zij continu bedreigd met sluiting wegens geldgebrek, strengere veiligheidswetten of ambitieuze wethouders die het allemaal groter en mooier willen hebben zonder daar geld tegenover te stellen.
Als er geld is om Nederlandse popmuziek een steuntje in de rug te geven, dan moet dat naar de Ekko's, de Goudvishallen en de Doornroosjes van deze wereld, en niet naar één of ander nieuwe ambtenarij. Zij hebben het verdiend.
2 Reacties:
Soms heb je van die columns die gewoon helemaal waar zijn. Bah.
Jamaar, normaal probeer ik toch echt van de geëikte Kutkrant-meningen af te wijken.
Bovendien zou je kunnen zeggen dat het geld niet naar poppodia maar naar oefenruimtes moet, zoals mijn in een bandje spelende broertje vond.
Of, zoals Iknik, dat de Nederlandse popmuziek zwaar kut is, en zeker geen subsidie van maar liefst 8 eurocent per Nederlander verdient.
Maar, als het je oplucht: morgen kom ik weer met iets doms waar iedereen het mee oneens is.
Een reactie posten
<< Home