Het nut van het boek
Het grote gevaar van internet is niet dat we dommer worden, maar dat we voortdurend gecontroleerd worden. Toch hebben zelfbenoemde intellectuelen meer moeite met het eerste (voor)oordeel. Alle vermenging van hoog en laag ten spijt, boeken lezen is nog altijd zeer cultureel verantwoord. Internet hoort bij de zapcultuur van computerspelletjes en vluchtige blaadjes als Spits en Metro. Heel populair, maar niet echt iets om je mee te onderscheiden van de massa.
Misschien dat veel cultuurminnaars daarom zo verontwaardigd zijn dat steeds meer mensen openlijk toegeven nooit een boek te lezen. Ontlezing ligt op de loer. Nam in 1980 nog 48 procent van de bevolking geregeld een boek ter hand, in 2000 was dit percentage gedaald tot 31, berekende het SCP. We lezen al geen kranten meer, tijdschriften zijn verworden tot plaatjesboeken (een tij dat Vrij Nederland drastisch probeert te keren door minder informatie in langere teksten te verwerken) en kwaliteitsboeken liggen in een mum van tijd bij De Slegte.
Maar welke culturele en sociale gevolgen zijn er nu eigenlijk? Een boek verrijkt onze geest, heet het. Je leert je in anderen inleven en doet nieuwe inzichten op. Als boekenwurm kan ik me niet voorstellen dat het bij anderen niet zo werkt. Bovendien heb ik ervoor geleerd en ben ik aanhanger van een fenomenologische benadering van literatuur. Voor wie nu wil afhaken even kort: ik denk dat literatuur ons helpt het betekenisverschil te overbruggen tussen ons beeld van de werkelijkheid en de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet.
Maar ik voel me nooit geroepen om de noodklok te luiden. Ik zie genoeg lezers om me heen, al kiezen zij misschien andere boeken dan ik. Ik voel ook wel iets voor de (ironische) benadering van Steven Johnson. In Everything Bad Is Good for You stelt hij dat lezen juist 'tragically isolating’ is en de passiviteit bevordert. Een lezer krijgt een bepaalde verhaallijn opgedrongen, waardoor hij zijn verbeeldingskracht niet meer hoeft te gebruiken en zich uitlevert aan de wil van de schrijver.
Die visie komt zonder ironie terug in het proefschrift van filosoof Jan-Hendrik Bakker, Tijd van lezen. Hij constateert dat de schriftcultuur steeds meer terrein verliest aan een digitale cultuur. Geen reden tot treurnis! Volgens Bakker zijn de doemscenario’s van boekenminnaars gebaseerd op een overwaardering van oude vormen en een angst voor het nieuwe. “Ook in het cybertijdperk is er volop ruimte voor literaire verbeelding. Omdat de interactiviteit op internet prikkelt tot participatie, kenmerkt een digitale cultuur zich juist door een grote vitaliteit.”
Moet ik toch eens wat vaker op het net gaan lezen, als boekenwurm.
Misschien dat veel cultuurminnaars daarom zo verontwaardigd zijn dat steeds meer mensen openlijk toegeven nooit een boek te lezen. Ontlezing ligt op de loer. Nam in 1980 nog 48 procent van de bevolking geregeld een boek ter hand, in 2000 was dit percentage gedaald tot 31, berekende het SCP. We lezen al geen kranten meer, tijdschriften zijn verworden tot plaatjesboeken (een tij dat Vrij Nederland drastisch probeert te keren door minder informatie in langere teksten te verwerken) en kwaliteitsboeken liggen in een mum van tijd bij De Slegte.
Maar welke culturele en sociale gevolgen zijn er nu eigenlijk? Een boek verrijkt onze geest, heet het. Je leert je in anderen inleven en doet nieuwe inzichten op. Als boekenwurm kan ik me niet voorstellen dat het bij anderen niet zo werkt. Bovendien heb ik ervoor geleerd en ben ik aanhanger van een fenomenologische benadering van literatuur. Voor wie nu wil afhaken even kort: ik denk dat literatuur ons helpt het betekenisverschil te overbruggen tussen ons beeld van de werkelijkheid en de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet.
Maar ik voel me nooit geroepen om de noodklok te luiden. Ik zie genoeg lezers om me heen, al kiezen zij misschien andere boeken dan ik. Ik voel ook wel iets voor de (ironische) benadering van Steven Johnson. In Everything Bad Is Good for You stelt hij dat lezen juist 'tragically isolating’ is en de passiviteit bevordert. Een lezer krijgt een bepaalde verhaallijn opgedrongen, waardoor hij zijn verbeeldingskracht niet meer hoeft te gebruiken en zich uitlevert aan de wil van de schrijver.
Die visie komt zonder ironie terug in het proefschrift van filosoof Jan-Hendrik Bakker, Tijd van lezen. Hij constateert dat de schriftcultuur steeds meer terrein verliest aan een digitale cultuur. Geen reden tot treurnis! Volgens Bakker zijn de doemscenario’s van boekenminnaars gebaseerd op een overwaardering van oude vormen en een angst voor het nieuwe. “Ook in het cybertijdperk is er volop ruimte voor literaire verbeelding. Omdat de interactiviteit op internet prikkelt tot participatie, kenmerkt een digitale cultuur zich juist door een grote vitaliteit.”
Moet ik toch eens wat vaker op het net gaan lezen, als boekenwurm.
1 Reacties:
Op het net vind je schitterende voorgelezen boeken. Ik denk dat het mooi aanvult.
Maar goed, proefschriften moet je ook niet serieus nemen. Volgens mij worden er de laatste tijd meer boeken verkocht dan ooit. En tijdsbestedingsonderzoeken: ach we slapen ook veel minder :(
Een reactie posten
<< Home