18 maart 2008

Nee, ik zit in de TREIN. In de Stiltecoupé, dan heb je niet zo'n last van andere bellers!

Leuterend in haar mobieltje kwam ze de stiltecoupé binnen. Tevreden ging ze zitten naast mij alhoewel haar dikke reet eigenlijk te groot was voor een eenpersoonsplek. Eenmaal gezeten veranderde ze van toon: een gewende zware versnelling in haar stem, die suggereerde dat ze gewend was aan urenlange telefoongesprekken, en er ook nu zo een ging voeren.

‘Mevrouw, dit is een stiltecoupé. U mag hier niet bellen.’
‘Nou en?’
‘Ik heb last van u’
‘Da’s dan vette pech’

Nonchalant greep ik haar hoofddoekje en plantte ik mijn knie in haar mond. Haar tanden en telefoon kletterden op de grond. Onder luid applaus van mijn medereizigers stampte ik het mobieltje aan barrels.

Ach, beste lezer, was dat maar waar! Ik ben een net opgevoed mens, en van medepassagiers hoef je in de trein nooit iets te verwachten. Ik ging een conducteur zoeken, maar de NS investeert liever in spionagesoftware dan in personeel.

Kokend van woede besloot ik de mevrouw op te wachten en alsnog een rotschop te geven, maar ik heb haar niet meer gezien.

Nu kan ik natuurlijk net als de buren fulmineren over de teloorgang van normen en waarden, maar dat lost niets op. Hoe ga je met dit soort a-socialen om?

Pas later schoot het me te binnen. Je moet er een foto van maken. Er zijn dan drie mogelijkheden.

1) De beller protesteert. Dat is dan ùw kans om ‘Vette Pech’ te zeggen.
2) De beller wordt agressief. Alsnog dat knietje in het gezicht!
3) De beller blijft ongegeneerd doorbellen. Mail de foto naar ons, dan plaatsen wij hem online.

Mensen die de foto herkennen, kunnen dan het telefoonnummer van de beller geven. Iemand die zo dol is op telefoongesprekken, zal het vast niet erg vinden als u ze nog even terugbelt.

In theorie kan zo een grote fotodatabank van telefoononverlaten ontstaan. Beter dan niets. Maar, dat geef ik onmiddellijk toe, niet zo bevredigend als een knietje in iemand gezicht. Mocht u daar de voorkeur aan geven: mijn zegen heeft u.

08 maart 2008

Beste mensen van de Postcodeloterij,

Alsnog gelukkig nieuwjaar! Ik schrijf jullie om te vertellen dat ik zeer onder de indruk ben van de vasthoudendheid waarmee jullie je goede voornemens betrachten. Volgens mij heb ik dit jaar elke week wel een envelop met ongewenste reclame van jullie gehad!

In het begin vond ik het wel wat irritant, moet ik bekennen. Als ik op de eerste acht stuks spam niet reageer, waarom dan nog een negende, tiende enzovoort sturen? Maar nu begrijp ik het wel. Het is de volharding van de domme gokker: hoe vaker ik verlies, hoe groter de kans wordt dat ik win. Een misvatting, maar jullie verdienen daar zelf jullie brood mee, natuurlijk.

Met dit schrijven wil ik jullie echter laten weten dat het leuk is geweest. Ik ga nooit meespelen in de Postcodeloterij. Ik kan het geld niet missen, ik vind het niet zo leuk dat jullie vol trots een terroristische organisatie steunen, en de eindeloze straal reclame die jullie door mijn brievenbus hebben geramd, vervult mij met walging. Houdt uw kop, en laat mij en mijn brievenbus met rust.