31 oktober 2006

Top Vijf


Onthulling: de afgelopen maanden heb ik stiekem de zoektermen geturfd waarmee jullie op deze site terechtkomen. Ik moet zeggen, ik had geen idee dat wij zo’n smerig stuk internet waren.

5. 'Kutwijven'
En dan kwamen jullie hier of hier. Hopelijk was dat waar je naar op zoek was.

4. 'Vuile slet'. Leidde je naar de bespiegelingen van Christiaan Weijts over de kleding van serveersters.

3. Iknik. Tsja, dan kom je wel op deze site, ja. Niemand zoekt ooit op mij...

2. Kinderkutjes. Ah, vroeger in de goeie ouwe tijd kregen we de helft van onze tien dagelijkse bezoekers omdat dit woord wel eens op onze site voorkomt. De kinderkutliefhebbers blijven komen, maar procentueel gezien zijn het er wat minder.

1. Afternoon Delight. Okee. Ik noemde het zijdelings in een column als meest verschrikkelijke popnummer ooit. Wat is jullie excuus?

We werken hier zo hard aan stukjes over D66, walvissen, politiek, D66, actualiteit, religie en D66, maar daar komen jullie helemaal niet voor. Blijkbaar doen we iets verkeerd. Verzoeknummers, iemand?

26 oktober 2006

Aandacht

En toch is er iets serieus mis met de huidige verkiezingscampagne. Ja, er worden wel braaf gedurfde politieke uitspraken gedaan, de partijkopstukken halen hun zeepkisten uit het vet, en de Stemwijzer, het Kieskompas, de Kies Wijzer en god weet hoeveel andere stemsites zijn allemaal weer online. Leuk en aardig, maar verkiezingen zijn nog nooit eerder zo ontzettend nergens over gegaan.

Balkenende schreef een brief aan Lingo. Wouter Bos liet zijn naam drukken op knalrode boodschappentassen, die inmiddels omgeruild kunnen worden bij de Dirk omdat het supermarktconcern niet zo blij was met deze kopieën. Femke Halsema heeft grapjes ingesproken voor op de TomTom, André Rouvoet, of all people, heeft een rap en Mark Rutte heeft een heus videolog. Alle andere partijen zijn natuurlijk ook prominent aanwezig op Hyves en Youtube, en als je als lijsttrekker geen eigen weblog hebt hoor je er ook niet bij.

De enige politicus die de afgelopen in het nieuws kwam vanwege de inhoud van zijn partijprogramma, was Geert Wilders. Terwijl de Balkenendes, de Bossen, de Ruttes en de Marijnissens al weken druk bezig zijn met aandacht creëren om de aandacht, op welke manier dan ook, lijkt de geblondeerde Limburger de enige lijsttrekker te zijn die niet meedoet aan die onzin. Nou ja, hij en Bas van der Vlies, het opperhoofd van de gereformeerdste familie van Nederland. En dat is jammer, want op die twee ga ik niet stemmen.

Als deze verkiezingscampagne één ding duidelijk maakt, is het wel dat de subsidies voor partijen fors omlaag kunnen. Bakken met geld worden besteed aan de grootst mogelijke poep, die helemaal niks te maken heeft met waar verkiezingen om horen te gaan, en die eigenlijk gewoon verboden zou mogen worden. Want zonder verbod zien partijen blijkbaar niet in dat het gewoon schunnig is om met belastinggeld digitale niksigheidjes te fabriceren en op internet te verspreiden, en heel Nederland te bedelven onder de plastic troep.

The Return of De Graaf

Hij werd terecht de regering uitgetreiterd, zijn partij wordt straks terecht afgeslacht in de verkiezingen, maar van Thom de Graaf zijn we nog niet af. Hij wordt waarschijnlijk de baas in Nijmegen, net als zijn papa dat ooit was.

Vroeger, toen D66 nog bestond, was de partij altijd vóór de gekozen burgemeester. De rest van Nederland interesseerde zich er geen hol voor, maar de benoeming van De Graaf is natuurlijk een ijzersterk argument tegen de manier waarop we in dit land aan onze burgemeesters komen.

Ik ken namelijk enkele tientallen jongens en meisjes die ook best burgemeester van Nijmegen willen worden, en die er geen puinhoop van hebben gemaakt in de Tweede Kamer. De Graaf is lid van een partij die nu steun heeft van 1,6% van de Nederlandse bevolking. In de Nijmeegse gemeenteraad doen ze het niet veel beter: maar liefst 5% van de mensen in de stad denkt dat D66 de beste partij is om in die stad de baas te spelen.

We hebben op deze site De Graaf en zijn partijgenoten uitgemaakt voor alles dat mooi en lelijk is, en het woord 'regentenclub' is meer dan eens gevallen. Wat is het toch verschrikkelijk om gelijk te krijgen.

25 oktober 2006

In Memoriam

Elk jaar weer volg ik de uitreiking van de Nobelprijs voor literatuur met een satanisch genoegen. De winnaar doet er niet toe, dat is altijd één of ander onbekend politiek correct figuur. Het gaat hem erom dat Harry Mulisch hem niet wint, en wat dat betreft is het tot nu toe elk jaar raak.

De Nobelprijs wordt alleen uitgereikt aan de schrijvers van grote-mensen-boeken, anders was Nederland allang behangen met die dingen. Onze literatuur stelt geen zak voor, maar onze kinderboekenschrijvers behoren tot de wereldtop.

Het probleem is wel dat als het Nobelprijscommitee de omslag nog wil maken, ze op moeten schieten. Thea Beckman en Annie M.G. Schmidt zijn al dood, Dick Bruna is al 79. En nou is ook nog eens Paul Biegel dood.

Ik heb als kind alles van Biegel gelezen dat de dorpsbieb maar aan kon slepen. Ook als volwassene heb ik nog steeds een voorkeur voor Biegel-achtige verhalen, waarin verhalende durf en rijkdom hand in hand gaan met fantasie en een vlotte pen. Als de grote-mensen-boekenschrijvers dat nou ook eens doen, wint Nederland misschien nog wel eens die Nobelprijs.

24 oktober 2006

Albert Halal

Met ongeveer een miljoen moslims in Nederland, zou Albert Heijn wel gek zijn als ze geen halal vlees verkochten. Gezeik of niet.

Maar stel je nou eens voor dat Amerika haar doodstraffen niet meer met de electrische stoel uitvoert. In plaats daarvan worden gevangen op een lopende band gelegd, iemand zegt een gebedje en daarna snijdt hij hun nek door. Daarna bloeden ze leeg. Ik denk dat Amnesty International er wel een ansichtkaartje aan zou besteden.

Als er dan toch beesten doodmoeten, dan is halal slachten domweg niet de meest diervriendelijke manier om dat te doen. De vraag is dan ook niet of Appie halalvlees mag verkopen, maar of dat in Nederland moet mogen.

In Nederland mag je geloven wat je wil, maar je moet je wel houden aan de afspraken die we met zijn allen hebben gemaakt. We hebben afgesproken dat je je vrouw niet stenigt, dat je je dochter niet besnijdt, en dat we elkaar een hand geven. Als je die regels overtreedt, krijg je straf.

We hebben ook afgesproken dat een dier zo pijnloos mogelijk dood moet. Maar dat is natuurlijk lang niet zo belangrijk als handjes schudden: voor de gelovige dierenbeul is er in de wet een uitzonderingspositie geregeld. Een Hollandse slager mag een koe niet de nek doorsnijden, maar zijn collega Achmed wel. Misschien is het wel tijd voor gezeik.

23 oktober 2006

Doe mij een toppertje

Kinderen beginnen op steeds jongere leeftijd met drinken, en zetten ook steeds grotere hoeveelheden weg. Dat is al een tijd bekend, er worden ook al een tijd pogingen ondernomen om er iets aan te doen en het is al een tijd de vraag of die pogingen zoden aan de dijk gaan zetten. Want niet alleen zijn pubers nogal ongrijpbaar voor voorlichters, de alcoholindustrie loopt zelf ook niet al te hard om jongeren van de drank af te houden.

En dat is nogal wiedes: als je merkt dat kinderen steeds jonger gaan drinken, kun je twee dingen doen. Je kunt je merk dusdanig in de markt zetten dat jongeren er nog niet dood mee gevonden willen worden, wat heel verantwoord en ethisch is, en waarmee je een dief bent van je eigen portemonnee. Je kunt ook meegaan met de trend, en een drankje maken dat smaakt naar gepimpte roosvicee en dat er uit ziet als vloeibare Teletubbie. Je kunt nog steeds heel maatschappelijk verantwoord de wenkbrauwen fronsen als je het hebt over alcoholgebruik onder jongeren, maar het is wel geruststellend om te weten dat ze in elk geval jouw alcohol gebruiken en niet die van een concurrent.

Maar dan moeten die geitenwollensokken van de Stichting Alcoholpreventie (STAP) natuurlijk niet met hun vieze schimmelvingertjes aan je imago komen. Een alcoholpreventieposter waarop een tiener duidelijk een Breezer naar binnen giet? Dat is niet de bedoeling. Straks gaan mensen nog denken dat veertienjarige breezersletjes breezersletjes worden genoemd omdat ze zoveel breezers drinken. En dat Bacardi het niet heel erg vindt dat het zo’n groot deel van z’n omzet te danken heeft aan brugpiepers en basisscholieren.

Natuurlijk zijn de drankproducent niet direct verantwoordelijk voor wat volwassenen en hun kinderen met alcohol doen. Maar Bacardi zou op z’n minst kunnen erkennen dat het één van de populairste merken is onder beginnende alcoholistjes, in plaats van STAP voor de rechter te slepen omdat het die pijnlijke waarheid op een poster had laten drukken.

20 oktober 2006

Links

Groot nieuws! Leraren zijn links. Een normaal mens heeft dat indertijd op school zelf gezien, maar de AOB vond het nodig om er een onderzoek tegenaan te gooien.

De verklaring ligt natuurlijk voor de hand: alleen linkse mensen voelen zich aangetrokken tot slecht betaalde, laag gewaardeerde rotbanen als juf, zuster of journalist. Een uitzondering is de politie: politieagenten zijn vrijwel allemaal rechts, maar er is niemand die dàt een slechte zaak vindt.

Andersom leeft er bij rechts wel het rare idee dat onderwijs de hele maatschappij corrumpeert. Nederland heeft nog nooit een linkse regering gehad, maar dat ligt duidelijk niet aan de gruwelijke indoctrinatie.

Waar komt die angst toch vandaan? Rechts is hier al sinds mensenheugenis de baas, maar als blijkt dat journalisten of leraren het niet met de baas eens zijn, doet iedereen ineens alsof die groepen iets te vertellen hebben. Dat elke verkiezing het tegendeel bewijst, maakt blijkbaar niet uit. Bovendien ligt de oplossing zo voor de hand: zorg er gewoon voor dat journalist of juf een dikbetaalde statusbaan wordt, dan krijg je vanzelf meer rechtse mensen in die vakken.

19 oktober 2006

Rekenen (2)

Naar aanleiding van onze post over rekenen stuurde één van onze lezers ons de volgende link. Een rekenvaardigheidstoets van de TUE, bedoeld voor eerstejaarsstudenten (de opgaven staan onderaan).

Bij het zien ervan overviel me eerst een gevoel van overweldigend geluk.

Nooit meer zou ik mij met zulke zaken bezig hoeven te houden. Tien jaar lang hebben sociaal geknakte docenten, prutserig geschreven leerboeken en een decaan die zelf bij de eerste gelegenheid wiskunde uit haar pakket had geflikkerd mij voorgehouden dat de wereld van volwassenen stijf staat van de wiskunde. Het moest, het was nodig, het was onmisbaar. Dezelfde argumenten waarmee jaarlijks tienduizenden kinderen een blessure ingejaagd worden bij gym.

Na mijn laatste examen theoretische biologie heb ik een vreugdevuur ontstoken van mijn wiskundeboeken en dictaten. Nooit meer!

Op het tweede gezicht is het echter gênant. Ik kòn dit soort sommen, tien jaar geleden. Anno 2006 had een opgave als ‘Differentieer sinus wortel x’ net zo goed in het Arabisch opgesteld kunnen zijn.

Zo denken die Pabo-rekenwonders natuurlijk ook over hùn opgaven. Keek ik nou terecht op hun neer? Of ben ik ook gewoon een miss België?

18 oktober 2006

Weg met de walvis!

Stel dat twee kilo walvis één kilo eetbaar walvissenvlees oplevert. Dan heeft volgens een snelle rekensom IJsland volgend jaar genoeg walvisvlees om elke IJslander één keer per week walvis te laten eten.

Als IJslanders net zo dol zijn op walvis als Japanners, dan krijgen ze dat nooit op. Doorverkopen aan andere landen zal moeilijk worden, want IJsland heeft in 2000 het CITES-verdrag getekend, waarin ze plechtig beloofden om mensen die dat doen te bestraffen.

Walvisvaart is natuurlijk een lovenswaardige, eervolle bezigheid, en het wordt hoog tijd dat Nederland eraan mee gaat doen. Maar waarom wil IJsland nou per sé jagen op de gewone vinvis?

Dat beest is de meest bejaagde walvissoort aller tijden, geldt nog steeds als bedreigd, en ze zijn zo verschrikkelijk groot dat die negen vinvissen die IJsland zegt te gaan vangen waarschijnlijk al niet opkomen. Je krijgt gezeik van Greenpeace en ander hippievolk, die anderhalve walvistoerist die naar het eiland komt blijft nu weg. Kunnen ze fijn naar Noorwegen.

Het sop lijkt, kortom, de kool niet waard. Je zou gaan denken dat ze in IJsland gewoon een hekel hebben aan walvissen.

17 oktober 2006

B vs B

Met de lancering van de nieuwe Stemwijzer begint de verkiezingscampagne langzaam op gang te komen. Mijn voorspelling: het gaan hele saaie verkiezingen worden voor mensen die links zijn maar niet op Wouter Bos gaan stemmen. Na al draait het namelijk alleen maar om de vraag welke van de twee B’s de verkiezing gaat winnen, en of CDA en VVD samen een meerderheid kunnen halen. Hoe meer nadruk er wordt gelegd op de race tussen de lijsttrekkers van de twee grootste partijen, hoe meer mensen gaan geloven dat strategisch stemmen iets anders is dan de klinkklare onzin die het feitelijk toch echt is - omdat Ferry Mingelen immers al vijftig keer heeft gezegd dat het een nek-aan-nek race gaat worden tussen B1 en B2 en dus móét het wel waar zijn, ondanks het feit dat zelfs Ferry Mingelen niets meer heeft om zich op te baseren dan de peilingen, die weer niets anders hebben om zich te baseren dan de mensen waarvan er steeds meer gaan geloven dat ze toch maar strategisch moeten gaan stemmen omdat Ferry Mingelen immers al vijftig keer heeft gezegd dat het een nek-aan-nek race gaat worden – waardoor ze besluiten niet op hun favoriete partij te stemmen maar op vis, omdat het anders vlees gaat worden. Of juist andersom.

Mijn stemadvies is de Partij voor de Dieren, maar ik stem uit principe niet op hippies. Mijn twijfel tussen de Sjekkiesrokende Paupers (een sympathieke oude bekende) en Goois Links (maakt zich als enige partij wél druk over het leeghoofdige geboerenpummel over de oorlog tegen het sjmerrorisme dat als excuus moet dienen om de poten onder onze rechtstaat weg te zagen) heeft de Stemwijzer niet kunnen wegnemen. Te meer daar D66 op nummer vier staat en HAHAHAHAHAHAHA. Dus.

Opmerkelijk is dat de VVD, die ik zelf toch eerder een derde plaats zou laten delen met de PvdA, helemaal onderaan staat. Maar de verklaring is simpel: de Stemwijzer gaat over concrete programmapunten, en trekt zich geen lor aan van de principes van partijen.

En ik al die tijd maar denken dat dat juist is waar het om zou moeten gaan.

16 oktober 2006

Canon

Hij is af. De geschiedeniscanon van Nederland probeert een overzicht te geven van de belangrijke onderwerpen uit de Nederlandse geschiedenis, van hunebed tot euro. Voorwaar geen kattenpis, alleen al omdat je zoiets natuurlijk nooit goed kunt doen. Dat wist Frits van Oostrom, hoofdverantwoordelijke voor de canon, zelf ook wel toen hij aan het project begon.

Maar zolang die canon gebruikt gaat worden als ondersteuning voor de geschiedenislessen, en niet als handleiding, maakt dat natuurlijk niet zoveel uit. Je kunt er over twisten of het nu echt nodig is dat iedere Nederlander alles weet dat in dat ding staat (ik vraag me af hoeveel mensen van mijn leeftijd vijftig hoofdstukken aan historische kennis bezitten; ikzelf denk ik niet) maar het is in elk geval nooit verkeerd om een boek te maken waarin alle kennis behorend bij een vakgebied eens op een rijtje wordt gezet. Sterker nog, voor de meeste vakgebieden is dat zelfs doodnormaal.

“De canon begint (…) met de hunebedden uit de Steentijd, en eindigt met de euro en de Europese eenwording. Daartussenin komen onder veel meer Erasmus, Willem van Oranje, koning Willem I, Rembrandt, de Statenbijbel, de Amsterdamse grachtengordel, de Rotterdamse haven, de eerste spoorlijn, Hugo de Groot, de Grondwet, de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust, de Indonesische onafhankelijkheid, premier Willem Drees en het ontstaan van de verzorgingsstaat aan bod.”

Dat klinkt mooi, maar de twijfel knaagt. Is er echt niet al eens eerder een geschiedeniscanon geschreven, zeg twintig jaar geleden? Een canon die zaken vrij summier behandelt, maar juist daarom een uitstekend basis zou vormen voor een geschiedenisles waarin de docent uitgebreider op de materie ingaat? En die geschiedenis leuker en toegankelijker maakte dan alle andere Nederlandse geschiedenisboeken die ervoor én erna geschreven zijn?

Ja natuurlijk: Van Nul tot Nu is niet het meest verdiepende of gedetailleerde geschiedenisboek ooit, maar het vervult wel de functies die de nieuwe canon volgens van Oostrom moet hebben: geen feitjes, maar ‘vensters’.

Dat maakt de nieuwe canon natuurlijk niet overbodig. Het betekent simpelweg dat het de tweede, en niet de eerste, Nederlandse geschiedeniscanon is.

14 oktober 2006

Bombardement


Na de atoomproef van vorige week, gaan nu stemmen op om sancties op te leggen aan Noord-Korea. Waar ik eerder werd beschuldigd van grenzeloos VVD-isme, moet ik hier toch van de partijlijn afwijken.

Sancties zijn namelijk kut. In Irak is de bevolking jarenlang kapotgetreiterd door de sancties, zonder dat Saddam er slechter van werd. De Noord-Koreanen kunnen er bar weinig aan doen dat Kim Jong Il hun dictator is, en verdienen niet nog meer straf.

In plaats daarvan zou ik willen pleiten voor bombardementen.

Laat het komen tot uitgebreide regens van televisies, generatoren, medicijnen, voedsel, benzine, mobiele telefoons en andere weelde. Voor het geld van één bom kun je 250 televisies kopen, dus we zijn nog goedkoper uit dan met normale oorlogsvoering ook.

Noord-Koreanen zijn namelijk net echte mensen. Abstracte concepten als democratische verkiezingen zijn lang niet zo interessant als welvaart. En als ze eenmaal welvaart hebben, dan valt er een stuk beter met ze te praten. Als je niets hebt behalve de Grote Leider, dan volg je wel de grote leider. Maar als de Grote Leider jouw televisie, SUV en dagelijkse maaltijd bedreigt door ruzie te zoeken met de hele wereld, sta je wèl tegen hem op. Als we wat satellietontvangers mee bombarderen, kunnen we de Noord-Koreanen ook nog eens blootstellen aan onze propaganda - ik bedoel, de vrijheid van informatie van het Westen.

Sancties zullen Kim Jong Il niet van zijn atoom-experimenten afhouden - het wordt toch ooit oorlog daar. Als die oorlog er komt, is het zaak dat de Noord-Koreanen aan de kant van het Westen staan. Irak heeft laten zien dat je dat laatste niet makkelijker maakt met sancties. Een bombardement van weelde is goedkoper dan een bombardement van bommen. Laat de vliegtuigen maar vertrekken!

12 oktober 2006

Rekenen

“Vader koopt een afdekplaat van 4 bij 0,50 meter. De prijs is € 25,- per vierkante meter. Hoeveel moet vader betalen?”

Klinkt als het soort vraag dat je kreeg op de basisschool? Misschien, maar het is het soort vraag dat je voorgeschoteld krijgt als je leraar wil worden op de basisschool. Pabo’ers krijgen tegenwoordig een verplichte rekentoets aan het begin van hun eerste jaar. Wie de toets niet haalt, krijgt een jaar om bij te spijkeren, en wie dan nog geen voldoende weet te scoren mag vertrekken. Dit is ingevoerd omdat vorig jaar al bleek dat veel toekomstige leraren amper kunnen tellen, laat staan dat ze weten hoeveel vier maal een half maal vijfentwintig is.

Natuurlijk is niet iedereen even goed in rekenen, en dat is ook helemaal niet nodig. Een kleuterjuf of –meester hoeft helemaal niet uit te kunnen rekenen wat een afdekplaat kost. Als degene die in groep 8 voor de klas staat maar rekenvaardig genoeg is, is er niet zoveel aan de hand. Zou je kunnen denken.

Maar de eerstejaars Pabo’ers hebben wel gewoon een vooropleiding gehad. Van de MBO’ers haalt tweederde de toets niet, van de havisten veertig procent en van de Vwo’ers dertien procent. En we hebben het hier niet over hogere wiskunde, maar over vaardigheden die je nodig hebt om te controleren of je kassabonnetje wel klopt, of uit te rekenen hoeveel verf je moet kopen om de muren van je slaapkamer een nieuw kleurtje te geven. Wie het niet gelooft, kan via dit blog een voorbeeldtoets downloaden.

Ik weet eerlijk gezegd niet precies wat er van geslaagde MBO’ers verwacht wordt, en dus ook niet of ze moeten kunnen rekenen. Maar dat een Havo- of Vwo-diploma niet eens een garantie is dat iemand basisschoolsommetjes kan doen, is van de zotte.

Wat is er gebeurd? Zijn de leraren in het voortgezet onderwijs slechter geworden? Zijn de kennishatende didactici te ver doorgeschoten bij het verhippen en vernieuwen van het vaardigheidgedreven onderwijs? Of ben ik een oude zuurpruim, en is rekenen gewoon vréselijk twintigste eeuw?

11 oktober 2006

Tram

Het stinkt in de tram. De mevrouw die mijn kaartje moet stempelen, snauwt me af als ik vraag bij welke halte ik eruit moet – blijkbaar is ze er niet om mij te helpen. Het voertuig rammelt, schommelt, en beweegt bij het optrekken en remmen zo raar dat de reizigers bij elke halte bleek wegtrekken.

De mevrouw met twee baby’s mag niet zitten voor ze haar strippenkaart tevoorschijn heeft getoverd, maar de spierbundel die meisjes lastig viel bij de halte ‘want samen klaarkomen is lekker op de coke, man!’ heeft geen vervoersbewijs nodig.

Normaal gesproken onderga ik het tranendal van het Nederlandse openbaar vervoer gelaten. Had ik maar een rijbewijs moeten halen. In Amsterdam ligt dat echter anders.
De gemeente heeft eerst auto’s de binnenstad uitgetreiterd, en daarna de taxiwereld in chaos laten vervallen. De publieksvijandige trams zijn de enige optie.

Het rare is dat Amsterdammers beruchte zeikerds zijn, die niet zomaar over zich heen laten lopen. Toen kabelaar UPC ongevraagd geld van Amsterdamse rekeningen afschreef, werd hun hoofdkantoor belaagd. Waarom trekken er geen tienduizenden naar het gemeentehuis om het hoofd van de verantwoordelijke wethouder te eisen?

Terwijl ik het onverstaanbare gemummel uit de tramspeakers probeerde te negeren, zag ik de volkswoede voor me. Waarom had hij nog niet plaatsgevonden? Waarschijnlijk kun je alleen met het OV bij het gemeentehuis komen, bedacht ik mij. Dat zou een verklaring zijn.

10 oktober 2006

Allochtoon anders

De vorige keer dat ik iemand belachelijk maakte omdat ze het woord allochtoon wilde schrappen uit de Nederlandse vocabulaire, werd me voor de voeten geworpen dat het tegenwoordig ontzettend politiek correct is om mensen die denken dat maatschappelijke problemen uitgumbaar zijn voor politiek correct te verslijten. Of in gewoon Nederlands: wat je zegt ben je zelf.

Omdat ik leer van mijn fouten, zal ik het voorstel van het VNO-NCW opleidingscentrum De Baak niet afdoen als tenenkrommende multikul. Integendeel: ik verklaar mij bij deze homocultureel. Met gebogen hoofd, dat wel, want homoculturaliteit duidt op intellectuele armoe: in tegenstelling tot de biculturelen hebben mensen zoals ik zich nog nooit verrijkt met ook maar één andere cultuur. Homoculturaliteit smaakt naar bekrompenheid en kleingeestigheid.

Met biculturelen worden waarschijnlijk evenmin de mannen bedoeld die voor de moskee bij mij om de hoek islamitische mannen staan te zijn. Zij zijn de heteroculturelen van onze samenleving, levend in de ene cultuur maar verblijvend in de andere, en met nog minder gevoel voor avontuur dan hun homoculturele medemens.

De bicultureel is wat we vandaag de dag de geslaagde allochtoon noemen. De lachende, perfect Nederlands pratende getinte medemens met dito partner en een goede baan. Maar geslaagd of niet, allochtoon is een rotwoord. En iedereen weet dat oplossingen altijd beginnen met woordgymnastiek en het afschaffen van termen met een negatieve connotatie.

Het is alleen een beetje jammer dat De Baak de grootste groep multiculturele smeltkroesmedelanders vergeet, door een belangrijke culturele geaardheid buiten beschouwing te laten: die van de metrocultureel, die niet bang is om in het openbaar te flirten met een cultuur die niet de zijne is, maar die van binnen zuiver hetero is.

08 oktober 2006

Voor de klas (2)


Vorige week had ik het over het dreigende lerarentekort, en de verschillende oorzaken daarvan. Juist vanwege dat laatste gaat het hier om een probleem dat niet makkelijk op te lossen is.

Maar stel het je eens voor: een school met kleine klassen in een mooi gebouw. Veel ondersteunend personeel, goede apparatuur, leerzame excursies en topdocenten. Topdocenten die zich geen zorgen hoeven maken om het gezeik uit Zoetermeer, die genoeg verdienen om in een Audi te kunnen rijden en die weliswaar hard moeten werken, maar ook het beste uit hun vak kunnen halen.

Zo'n school zou kunnen bestaan. In Engeland en Amerika heb je er zelfs best veel: privé-scholen. Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Tegenstanders roepen dat een systeem met zulke scholen ervoor zorgt dat alleen de rijken een goede opleiding krijgen, maar in Nederland zou dat al een duidelijke verbetering zijn.

Zulke scholen bieden docenten om zich te ontwikkelen: wie het een paar jaar goed heeft gedaan op een openbare school, kan doorstromen naar een privé-school. Wie het daar een paar jaar leuk doet, kan workshops gaan geven aan beginnende docenten, of meeschrijven aan onderwijsmateriaal. Omdat zo'n positie aantrekkelijk is, zullen de docenten op gewone scholen beter hun best doen: zo komen ze in aanmerking voor een beter baantje.

Voor de overheid liggen twee prachtige taken weggelegd: allereerst het accrediteren van zulke opleidingen, om de competitie fel te houden. Daarnaast moeten veelbelovende leerlingen uit armere gezinnen een beurs of voordelige lening kunnen afsluiten om naar zo'n school te kunnen. Daardoor komen er meer leerlingen die naar een superschool kunnen, en is er dus ook meer markt voor superscholen. Ik kan ze me zo voorstellen.

05 oktober 2006

Nicolaï & Nedap en de beroerde beveiliging

Hoe stel je mensen gerust als ze hele goede redenen hebben om dat niet te zijn? Bij Nedap doen ze dat zo:

Vraag: Kan de Nedap stemmachine gemanipuleerd worden?
Antwoord: Alles is te manipuleren.

Prachtig. Een sussende, relativerende opmerking plaatsen doet het altijd goed, zelfs als hij volkomen misplaatst is. En ook: “Tegen iedere nieuwe bedreiging worden maatregelen genomen.”

Nedap voelt zich de laatste tijd erg betrokken bij de integriteit van onze democratie. Een belangrijke reden daarvoor is dat inmiddels duidelijk is dat de stemcomputers die het bedrijf levert sinds hun introductie al zo lek zijn als een vergiet. In EenVandaag maakt Rop Gonggrijp, die verstand heeft van computers en hun beveiliging, zich nog heel netjes zorgen over mensen die mogelijk gaan frauderen met de machines. Hij had zich net zo goed hardop kunnen afvragen hoeveel mensen de afgelopen twintig jaar al hebben gesjoemeld. Het gaat hier namelijk helemaal niet om een “nieuwe bedreiging”, maar een hele oude. Het enige nieuwe is dat de media er plotseling aandacht aan besteden.

Atzo Nicolaï, de verantwoordelijke minister, is niet alleen een leek op computergebied, maar ook een VVD’er. Dus vertrouwt hij Nedap, dat immers zo begaan is met onze democratie dat eventuele blunders en prutspartijen heus wel worden toegegeven. Heel geruststellend is ook dat de opslag van stemmachines de verantwoordelijkheid is van gemeenten, want die zijn natuurlijk alle vierhonderdenachtenvijftig volkomen competent, integer en betrouwbaar. Terecht dus dat op geen enkele manier gecontroleerd wordt hoe en waar ze hun stemcomputers bewaren.

De oplossing is hier al eens geopperd: pas de stemmachines aan. Als je op de stemknop hebt gedrukt, valt er een bonnetje in een plexiglazen buis. Staat daar de naam op van degene op wie je net hebt gestemd, dan druk je op een knop en verdwijnt het papiertje in een afgesloten bus. Zo niet, dan alarmeer je het stembureau. Na negen uur wordt een steekproef genomen, door in een aantal kiesdistricten de papieren stemmen handmatig na te tellen.

Het is bijna verdacht dat minister Nicolaï de huidige situatie verkiest boven een simpele oplossing die de stemprocedure honderden keren betrouwbaarder maakt.

04 oktober 2006

Voor de klas (1)

Vorige week verspreidde het SCP het bericht dat er steeds minder jonge academici voor de klas willen staan. Voor mijn werk mocht ik vandaag een belrondje doen met de vraag hoe dat nou komt.

Onzin, eigenlijk. Het is namelijk veel meer een godswonder dat er nog wèl academici zijn die les willen geven. Hebben die verse leerkrachten nou op een volkomen andere middelbare school gezeten dan ik, of zijn ze slecht van memorie?

Pubers zijn kut, leraren zijn overwerkt en ondergewaardeerd, schoolgebouwen zijn kut, het Ministerie van Onderwijs is kut, en de enige manier waarop je promotie maken is in plaats van juf schooldirecteur worden – zo mogelijk een nog verschrikkelijker baan. Het salaris is nog niet eens het ergste, vertelde één van mijn belslachtoffers: ‘als je voor het grote geld gaat, is AiO worden ook niet de beste keus.’

Als Nederland meer academici voor de klas wil, dan is dat geen kwestie van een honderdje per maand erbij op de bankrekening. Het hele beroep van leraar moet op de schop. In mijn column van vrijdag zal ik uitleggen hoè precies, maar tot die tijd mag u het uwe erover zeggen in de comments.

03 oktober 2006

Respect

“Beste kinderen, mijn naam is Maxime Verhagen. Vandaag is het de Dag van Respect, en daarom sta ik voor de klas. Wij van het CDA vinden het namelijk belangrijk dat mensen respect voor elkaar hebben.”
Een hand gaat omhoog. “Ja?”
“Meester Verhaag, weet u waar Hasan is?”
“Ik heb van jullie rector begrepen dat jullie klasgenootje Hasan met propjes heeft gegooid, en dat hij daarom is opgesloten in het kolenhok.”
“Maar meester Versteeg,” valt een ander klasgenootje bij, “Wat gaat rector Struik daar in het kolenhok met Hasan doen?”
“Dat weet ik niet, kind.”
“Hij heeft al eens in de bak gezeten omdat hij met een kleuter had geneukt.”
“FOEI! Dat soort schunnige taal wil ik hier niet horen! Een belangrijk onderdeel van respect is dat je op een normale manier tegen elkaar praat. Jullie moeten trouwens niet denken dat het lot van jullie klasgenootje me koud laat: toen ik de deur van het kolenhok openhield voor meneer Struik, heb ik hem verteld dat ik bezorgd ben over de manier waarop hij zijn leerlingen straft.”
“Meester Vergeer?”
“Ja, meisje?”
“Is het waar dat overal terroristen zijn?”
“Ja, dat is waar. Je buurman zou bijvoorbeeld een terrorist kunnen zijn, of je overbuurman. Of misschien is de vader van Ahmed wel een terrorist.”
“Nietes! Mijn vader is geen terrorist, jonge!”
“Zie je wel? Dat dreigende fundamentalistische toontje? Dat heeft Ahmed natuurlijk van zijn vader geleerd. Ik ga even bellen op de gang, kinderen. Ik ben zo terug.”

Vijf minuten later: “Zo, dat was dat. Waar hadden we het over? Oh ja, de terroristische dreiging, die werkelijk overal is. Je hebt alle reden om bang te zijn, kleine meid. Maar gelukkig zijn er mensen zoals ik, die, samen met meer dan 200.000 professionals, het land veiliger proberen te maken. Zojuist heb ik er bijvoorbeeld voor gezorgd dat Ahmeds vader niet meer op Schiphol mag komen.”
“Wat? Jij vuile kankerlijer!”
“Tut tut, Ahmed, wat had ik nou gezegd? Je moet op een normale manier tegen mensen praten. Want taalgebruik, dat is waar respect om draait.”

02 oktober 2006

Handlezen

Om bij mijn interview te komen, moest ik mij door de kermis van het Leids Ontzet heen worstelen. Er stond een groot bord: ‘Krijgt u een lang en gelukkig leven?’ Het bord hoorde bij een handlezeres, die zelf nog niet op haar plek was.

Ik vroeg mij af hoe vaak die mevrouw haar klanten zou vertellen dat hùn nou net een kort en buitengewoon ongelukkig leven te wachten stond. Niet zo bar vaak, gokte ik.

In het LUMC wachtte een mevrouw op mij die eigenlijk net zo’n baan heeft. Op de afdeling Klinische Genetica kun je je laten testen op allerlei erfelijke aandoeningen, maar ze zijn gespecialiseerd in de ziekte van Huntington.

Als je het gen voor Huntington bij je draagt, hoef je niet meer langs de handlezeres: je krijgt een leven dat vrijwel zeker niet lang en zeer zeker niet gelukkig zal zijn. Bewegingsstoornissen, vergeetachtigheid, depressiviteit, doffe ellende, dat staat je te wachten.

Er stond nou niet bepaald een rij met potentiële patiënten te wachten in haar gang. ‘Slechts twintig procent van de mogelijke dragers laat zich testen’, vertelde ze. Als één van je ouders Huntington had, dan heb jij vijftig procent kans om ook ergens rond je veertigste langzaam kapot te gaan aan je eigen genen.

Ik vroeg waarom die mensen zich niet lieten testen. Ze keek me streng aan: ‘50% kans dat je het nièt hebt, biedt heel veel ruimte op hoop.’ Haar antwoord op de vraag of je nog lang en gelukkig zult leven is nauwkeuriger dan dat van die handlezeres, en je kan het geld nog aftrekken van de verzekering ook. En toch denk ik dat zij minder klanten heeft. Je wil helemaal niet ècht weten of je wel lang en gelukkig leeft.