30 november 2005

Noodwet luchtkwaliteit

Terwijl van bedrijven groei en banen worden verwacht, weet Nederland de Brusselse normen voor luchtkwaliteit zó uit te leggen dat veel bouwterreinen er braak bijliggen en projecten niet van de tekentafel af komen. Fijn stof is gebombardeerd tot gezondheidsrisico met stip en Brussel is de schuldige.

Het bouwen van woningen en wegen zorgt op zichzelf helemaal niet voor een slechtere lucht. Wat wel? Het fijn stof van natuurlijke oorsprong, zoals zeezout en bodemstof (waar we niets aan kunnen veranderen) en stof van industrie, verkeer en landbouw. En, voor de gezondheid heel belangrijk, de roetproductie van dieselmotoren, of die nu in een auto, bus, binnenvaartschip of landbouwmachine zitten. De bijdrage van het verkeer aan het fijn stof is ongeveer 10% buiten de steden en maximaal 35% in de steden. Het grootste deel van het fijn stof komt uit het buitenland of is van natuurlijke oorsprong, zoals het genoemde zeezout en bodemstof.

Wat wij dus moeten doen, is vooral de roetproductie aanpakken. Net zo goed als onze collega-lidstaten in de EU dat moeten doen. Het kabinet moet onmiddellijk ophouden met het aanpakken van de schijnoorzaken. Een bouwstop helpt helemaal niet om het probleem op te lossen. Die aanpak heeft Nederland slechts chaos gebracht, waar de politiek zich geen raad meer mee weet. De economie is er niet mee gediend, onze volksgezondheid evenmin.

Werkgeversorganisaties willen dus een noodwet luchtkwaliteit. Deze wet, die vóór 31 december door het parlement moet kunnen, moet de bouwstop ongedaan maken en een aanpak regelen die de echte oorzaken aanpakt. Het begin is er: het pakket van 900 miljoen euro (Prinsjesdagpakket), waarmee Nederland in de Europese Unie uniek is. Nergens anders wordt zo voortvarend de nationale roetproductie bestreden. De Europese Commissaris voor milieu kan Nederland als voorbeeld stellen aan de andere lidstaten. Daar moet desnoods extra geld voor beschikbaar komen, als dat helpt om ons te verlossen van de bouwstop.

Nederland staat bekend om zijn milieubeleid. Sinds de jaren tachtig zijn met Nationale Milieubeleidsplannen onze milieuproblemen fors aangepakt. De meeste doelstellingen hebben wij gerealiseerd, zelfs die voor de CO2-uitstoot is binnen handbereik. De luchtkwaliteit is in 2005 al aanzienlijk opgeknapt in vergelijking met de jaren negentig, blijkt uit rapporten van het RIVM. Hoe hebben we dat gedaan? Door met vaderlandse nuchterheid de problemen aan te pakken bij de échte oorzaken en niet door een bouwstop in te voeren.

28 november 2005

Persoonsgegevens

Nog een maand zijn onze gegevens relatief veilig. Daarna wordt de wet Bevoegdheden vorderen persoonsgegevens van kracht. Bedrijven worden dan verplicht om zonder morren alle gegevens af te staan waar opsporingsdiensten nieuwsgierig naar zijn. Zoals jullie misschien weten ben ik een trouw bibliotheekbezoekster. Als de AIVD dat vraagt, worden mijn uitleengegevens zonder pardon overgedragen. Internetproviders worden verplicht om het surfgedrag van hun klanten vast te leggen. Goed dat deze site redelijk beschaafd blijft. Ook werkgevers kunnen worden gesommeerd om gegevens over ziekteverzuim of functioneren over te dragen. Ben ik voor één keer blij dat ik bij een organisatie werk waar nagenoeg niets wordt vastgelegd over de medewerkers.

Waar maak jij je druk om, hoor ik je al vragen. Ik heb – bij mijn weten – niets verkeerd gedaan en mijn boekenkeuze is absoluut elitair verantwoord. Ook werk ik al jaren mee aan registratie van gegevens. Zo heb ik een bonuspas waarmee Albert Heijn nauwgezet kan volgen wat ik in mijn mandje doe. Verder sta ik geregistreerd voor digitale nieuwsbrieven en deelnemer van (web)enquêtes. Om slechts een paar activiteiten te noemen waarbij ik mijn gegevens heb achtergelaten. En waaraan ik verschillende direct mail telefoontjes dank. Waarom nu ineens gaan piepen?

Omdat ik niet wil dat het beetje privacy dat ons rest, plaatsmaakt voor preventieve terrorismebestrijding. Onze rechtspraak wordt steeds verder opgerekt. Net goed dat Samir A. is vrijgesproken. Bravo voor een rechter die zijn rug recht houdt. Pluim voor minister Donner (no friend of mine) die in Buitenhof verdere aanpassingen van de wet afhoudt. Ik hoop dat hij bestand is tegen de maatschappelijke druk en pressie van een alsmaar uitdijende AIVD. Afgezien van de privacy wordt het zoeken naar een speld in de hooiberg. Wie gaat al die (verdachte) gegevens doorspitten en welk gedrag maakt iemand tot risico voor onze samenleving? Richten we ons alleen op moslimfundamentalisme of zijn mensen die de regering fel bekritiseren ook verdacht? Dat laatste is misschien geen goed voorbeeld; het kabinet bekritiseert zichzelf.

Albert Heijn mag van mij best weten wie (naam, adres, geboortejaar) met welke producten langs de kassa schuift. Speurneuzen van politie, justitie en de veiligheidsdienst moeten hun handen thuis houden.

27 november 2005

Stralend baren

Ik ben dol op zwangere vrouwen. Ze stralen altijd een beetje van zelfvoldaanheid, alsof ze iets heel moeilijks gedaan hebben – wat strikt genomen natuurlijk niet zo is, natuurlijk. De pupillen staan altijd iets wijder, alsof ze het liefst in hun eigen buikje zouden kijken om nu alvast hun baby te zien. Als ze niet zo overduidelijk bezet waren, zou ik waarschijnlijk mijn vrije tijd vergooien met het versieren van zwangere vrouwen.

Vandaag zat ik naast zo’n stralend prachtexemplaar. Aanstaande-vaderlief zat erbij, dus drukte ik mijn enthousiasme in algemenere termen uit. Zo kwam ik op een gegeven moment bij de vraag: “Vind je dat de vader erbij moet zijn, straks, bij de geboorte?”

Een hele tafel vol gezellig roddelende mannen (mannen zijn zwaar oververtegenwoordigd in de Nederlandse duikscene) viel stil en draaide zich om naar ons. “Ja natuurlijk!” riepen zij in koor met het zwangere meisje. “Daar wil je toch bij zijn?”

Nou, nee, eigenlijk. Liever niet. “Je gaat toch ook niet mee naar de WC als je vriendin een keer een zware lading moet schijten?” opperde ik nog als afleidingsmaneuvre. Niet helemaal hetzelfde, blijkbaar.

Bloed, poep, vruchtwater, moederkoeken, dat maakt me allemaal niet uit. Maar als mijn vrouw, iemand waar ik zoveel van hield dat ik een kind met haar wil, met haar benen wijd ligt te gillen als een speenvarken word ik daar niet blij van. Mijn voorheen nog zo stralend mooie geliefde, schuimbekkend en niet meer in staat haar poep op te houden, terwijl een dokter haar kut inknipt, waar ze niets van merkt omdat het toch al zo’n zeer doet. Ik zou haar nooit meer in de ogen kunnen kijken. “Daar denk je wel anders over als je wat ouder bent”, riepen vijf vaders en twee aanstaande ouders in koor. Misschien moet ik maar met een kangoeroe trouwen - die baren zonder moeite.

24 november 2005

Riptide

Hoeveel wil een normaal mens weten over zeezand? Je kan er kastelen van bouwen op het strand, en het is dat spul waar de duinplantjes op groeien. De laatste tijd ben ik mij beroepsmatig aan het verdiepen in het ‘witte goud’, en zo leer ik een hoop nieuws.
De Noordzee eet elk jaar een flink stuk van onze zeewering op. Omdat we graag willen dat het gedeelte van Nederland dat onder zeeniveau ligt toch droog blijft, is het van groot belang dat we dat zand weer terugbrengen. Vroeger deden ze dat door zand op het strand te spuiten, maar sinds een paar jaar is bekend dat het goedkoper is om dat zand vlak voor de kust te storten.

Soms treedt bij zo’n lozing een verschijnsel op dat ‘muistroom’ wordt genoemd. Riptide, heet dat in het Engels. Tussen de zandbanken is een geultje, en daardoor stroomt het zeewater supersnel weg van de kust. Wie tegen de stroom in probeert te zwemmen raakt uitgeput en wordt meegesleurd, met alle risico’s van onderkoeling en verdrinking van dien. Van nature heb je ook muistromen, maar soms ontstaan er per ongeluk meer of ergere riptides ten gevolge van zandsuppleties.

Mensen die zich intensiever met zeewater bezig houden dan simpele toeristen, weten hoe je een riptide kan overleven: niet tegen de stroom inzwemmen, maar haaks erop. Na een tijdje ben je dan uit de muistroom (achter de zandbanken, dus), en in rustiger water. Eigenlijk goed te doen, maar met name kinderen verdrinken omdat ze dit niet weten.

De zeespiegel stijgt, en om droge voeten te houden, zal Nederland meer met het zand in onze zeeën moeten werken. Niemand heeft een idee hoe je helemaal kan voorkomen dat er riptides ontstaan. Zelfs als er niet meer muistromen komen, is er een verschil: ze zijn nu door menselijk ingrijpen ontstaan. Misschien een idee om een muistroomtraining in te voeren bij het schoolzwemmen?

23 november 2005

McNieuws

Het binnenlandse nieuws heeft de laatste tijd veel weg van een Big Mac: de bereiding is snel en makkelijk, de kwaliteit is erbarmelijk en het verkoopt als een tierelier. Een groot deel van de recente nieuwsitems heeft net zoveel te maken met journalistiek als een Big Mac met koken -technisch gesproken mag het zo genoemd worden, maar een vakman hoort zich ervoor te schamen- maar lezers en kijkers stinken niet.

De Domino D-Dayers lieten een mus doodschieten. Tegen mensen die dat belangrijk vinden, kan ik maar één ding zeggen: laat je nakijken. Het is een mus. Het is een t.v.-show.

Voetballer Fortes Rodriguez zei dat scheidsrechter Temmink het syndroom van Down had. En hop, nederland op z’n achterste benen. Een voetballer die een domme uitspraak doet! Terwijl we allemaal best weten hoe het zit met voetballers en domme uitspraken, zeker als het gaat om voetballers die al vijftien jaar lang een paar keer per wedstrijd een bal koppen. Laat de KNVB die man fijn schorsen. Of niet. Lekker belangrijk.

Mensen, zo gaat het verhaal, willen nieuws dat ze kunnen bevatten, en dus willen ze het over dode mussen hebben. Dat doet toch denken aan de mop over de dronkelap die zijn sleutels zoekt bij een lantaarnpaal, hoewel hij ze heel ergens anders is kwijtgeraakt. Maar ja, bij de lantaarnpaal is tenminste licht.

Sleutels trekken zich niets aan van licht, nieuws laat zich niks gelegen liggen aan het bevattingsvermogen van mensen. We zijn blijkbaar zo decadent geworden dat we het volkomen normaal vinden om een bepaald soort nieuws te “willen” lezen, zien of horen. Terwijl we ons het liefst zo min mogelijk bemoeien met de grote, ingewikkelde rest van de wereld, schreeuwen we moord en brand als iemand in ons almaar truttiger wordende land een te harde scheet laat. Met het journaille als de ongeïnteresseerde keukenslaaf die de piepschuimen bakjes met McNieuws over de toonbank schuift.

Met al dat genavelstaar doen we ook sterk denken aan die andere mop: wat is rood, zit in een hoekje en wordt steeds kleiner? Een baby met een kaasschaaf.

22 november 2005

Dienstmededeling

Omdat ik even iets uit Indonesië moet ophalen, zal ik tot 20 december niet of nauwelijks columns plaatsen op het blog. Bart en Brandy blijven natuurlijk braaf posten, maar het is vrijwel ondoenlijk om met z'n tweeën elke dag iets te schrijven. Daarom herhalen we onze oproep nog maar eens: wie tijd en zin heeft om met enige regelmaat columns te schrijven voor iknik.blogspot.com, kan een column sturen naar ikniks.blog@lycos.nl. Als we je werk geschikt vinden, mag je jezelf voortaan columnist noemen. Onbetaald, dat wel, maar je moet ergens beginnen. Ik ben ook ooit zo begonnen, en kijk waar ik nu ben

.

Reclame maken is nooit mijn sterkste kant geweest.

Studeren

Staatssecretaris Rutte van Onderwijs vindt dat studenten te weinig tijd aan hun studie besteden: slechts 29 uur per week, in plaats van de 40 die ze idealiter kwijt zouden moeten zijn.

Hij heeft gelijk: studenten leven van de Staat, en de Staat mag daar best iets voor terug verwachten. En een 40-urige studieweek met daarnaast een avond- of weekendbaantje is niet het einde van de wereld. Wie wil weten wat lapzwanserij voor gevolgen kan hebben voor de leiders van morgen hoeft alleen maar te kijken naar de leiders van vandaag, die onder een nog veel soepeler regime vielen.

Maar alles leuk en aardig, ik wacht nog steeds op het vervolg van Ruttes betoog. Want wat gaat hij precies doen om te zorgen dat luie kutstudenten zoals ondergetekende harder gaan werken? Meer geld? Minder geld? Prestatienormen? Studentenkampen?

De uitspraak van de staatssecretaris was echter niet de inleiding voor een briljant plan. Rutte wilde alleen even hardop zeggen dat studenten lamme takken zijn, alsof iemand (behalve blijkbaar de bewindsman zelf) dat nog niet wist. Nu we het toch hebben over mensen die onderhouden worden door de belastingbetaler: een staatssecretaris van Onderwijs die een rapport nodig heeft om te ontdekken dat studenten geen harde werkers zijn is een even zinnige besteding van gemeenschapsgeld als een minister van Landbouw die halverwege zijn ambtstermijn ontdekt dat karbonade van een varken komt.

Zoals je van een student mag verwachten dat hij inzet toont, zo mag je van een bewindspersoon verwachten dat hij met plannen komt in plaats van praatjes. Mark Rutte heeft nota bene acht jaar gedaan over een studie geschiedenis, dus hij weet donders goed dat studenten geen volledige werkweek besteden aan noeste arbeid. Als hij vindt dat dat een probleem is (waar dus best iets voor te zeggen valt) dan moet hij met mogelijke oplossingen komen. Met plannen. Met visie. Niet met het doen van loze uitspraken om vervolgens tevreden achterover te leunen. Dat kan hij veel beter aan studenten overlaten.

19 november 2005

Nazi-onale Spoorwegen

Iknik schreef het een tijdje geleden al: met de trein reizen alleen nog de laatste stakkers die écht geen auto kunnen of mogen rijden. Het is er sinds één oktober niet bepaald gezellig op geworden bij de NS. Goedbedoelende toeristen worden op de bon geslingerd, incidentele treinreizigers die het klappen van de geelblauwe zweep niet kennen worden afgefakkeld door schofterige conducteurs, en wee degene die zomaar dacht dat je wel een kaartje met korting kan kopen als je een kortingskaart hebt.

De reizigers zijn er, weinig verrassend, niet blij mee. Het grootste nieuws is eigenlijk dat er maar zo weinig klachten zijn gekomen - alleen al tijdens mijn dagelijke ritten heb ik genoeg fascistoide optreden van de conducteurs gezien om die brieven te rechtvaardigen. Iemand een boete geven omdat het moet van de baas is één ding, maar om je daarbij als leedvermakende NSB'er op te stellen is vers twee. De NS wordt er overigens niet beter van, want dankzij het nieuwe botheid-beleid komen er meer treinen te laat.

Als de conducteur niet meer de mogelijkheid heeft om reizigers als normale mensen te behandelen - ik laat even in het midden in hoeverre ze daar de behoefte toe hadden - hoeft dat andersom ook niet meer. Braint u even mee over kleine pesterijtjes?

- De conducteur moet zich natuurlijk legitimeren. "Misschien bent u wel een grappenmaker. Mijn broer heeft ook een NS-kostuum, trekt 'ie wel eens aan als hij geen zin heeft om een kaartje te kopen."

-"Kaartje? Oh ja, kaartje. Heb ik ergens, wacht even." Tergend langzaam de zakken aflopen, portemonnee openvouwen en doorzoeken. Uiteindelijk bij het allerlaatste vakje: "Oh ja, hier is 'ie." Moet je twee minuten over kunnen doen, als je het goed aanpakt.

- Mensen met OV of trajectkaart: achteloos zo met het kaartje zwaaien dat je duim over de houdbaarheidsdatum zit. Zo'n kleine ergernis stapelt op als je vierhonderd treinreizigers na elkaar moet vragen of ze even hun kaartje anders vast willen pakken.

- Voor intercityreizigers: in die kutdubbeldekkers is toch veel te weinig plek voor je bagage, dus waarom zet je die niet midden in het gangpad? De enige die erdoor hoeft is de conducteur, en die gun ik zijn hindernisbaan van harte. Bij stoptreinen moeten er de hele tijd reizigers uit, dus is dit minder handig.

-Zet suggesties voor meer treiterijen in de comments!

17 november 2005

Personal coach

Hoeveel trainingen zijn er niet voor managers! Hoeveel bladen en hoeveel websites met nuttige tips om eigenwijze, passieve, ambitieuze, nukkige medewerkers te leren trotseren. En toch komen ze er niet uit, die managers. Ze nemen steeds vaker hun toevlucht tot een persoonlijke trainer. In Carp las ik dat een kwart van alle medewerkers in Nederland een coach heeft. Bij directeuren en topmanagers ligt het percentage zelfs rond de veertig procent. Dacht ik altijd dat directeuren op die plek kwamen omdat ze ruggengraat hebben. Blijkbaar niet. Het zijn ook maar gewoon mensen die af en toe met iemand willen praten en horen of ze het goed doen.

Rob Wagenaar van de beroepsvereniging erkent dat hij een trendgevoelig vak beoefent. De buurman-doet-het-ook factor is groot. Toch heeft het ook te maken met wegvallende zuilen (hoe vaak ik dat argument hoor voor de meest uiteenlopende verschijnselen!) en gebrek aan tijd/aandacht van het thuisfront. Thuis gaat het immers vaak net zo georganiseerd als op de zaak. Interessanter vind ik de visie van organisatieadviseur Aernoud Witteveen: “Er is een totaal gebrek aan leiderschap in Nederlandse bedrijven, maar er is wel hiërarchie. De CEO ondervangt zijn gebrek aan leiderschap met adviseurs en vertrouwenspersonen bij wie hij advies inwint. Hij selecteert zijn personeel op het niet-hebben van leiderschap, anders zijn ze bedreigend. Omdat deze managers toch voortdurend in situaties terechtkomen waarin ze leiding moeten geven, wordt een coach ingehuurd. Op die manier blijven ze controleerbaar. De regel is simpel: hoe voorkom je dat iemand een leider wordt? Geef hem een coach.”

De beroepsgroep vaart er wel bij, met tarieven van honderd tot 250 euro per uur. Geschatte omzet in Nederland: tussen de vijftig en honderd miljoen euro. Kan het niet anders, vraagt ontwerper Joost Overbeek zich af. Hij pleit voor persoonlijke krimp in plaats van groei, in een tijd waarin Nederland ten onder dreigt te gaan aan individualisme en assertiviteit. We hebben behoefte aan mensen die zichzelf ook eens een keer wegcijferen. Al die mensen die met persoonlijke coaches tot steeds diepere inzichten in zichzelf komen om anderen beter aan te sturen…. Zullen we gewoon ophouden met dat egocentrische gewroet?

Laptop

Hoeveel mensen zouden niet een laptopje willen om op een zonnige dag in de tuin of het park te werken? Of eentje waarmee ze in de trein nog even wat dingetjes kunnen typen? Gewoon een klein computertje, licht, niet per se met een supersnelle processor of tientallen gigabytes aan hardeschijfruimte?

MIT MediaLab heeft een grandioze oplossing voor al die mensen, en meer. Al schijnt het dat zelf nog niet helemaal te beseffen.

Een laptop met een 500 GHz processor en een gigabyte opslagruimte is meer dan genoeg voor de typ-en-surfgebruiker. Een geniale vondst is het opwindmechanisme: geef er een zwengel aan en je laptop gaat nog 40 minuten mee. Het scherm schakelt dan wel over in een speciale zwartwitmodus, maar waarom zou je daar geen genoegen mee nemen als je iets aan het typen bent? En dan de prijs: 200 euro.

Het ding bestaat, maar wie denkt het ideale Sinterklaascadeau gevonden te hebben, heeft pech: de laptop ligt niet in de winkels. De mensen van MediaLab hebben hem ontwikkeld voor de kindertjes in de Derde Wereld. Regeringen kunnen de computers kopen voor 100 dollar per stuk en uitdelen aan hun schoolgaande onderdanen. Een prachtig voorbeeld van verantwoord ondernemerschap.

Volgens Nicholas Negroponte van MediaLab is het nog niet mogelijk om een fatsoenlijke laptop te maken voor minder geld. Zijn mensen hebben al wel bedacht dat die dingen in de Eerste Wereld voor 200 dollar verkocht zouden kunnen worden, en dat het geld dat daarmee verdiend wordt weer gebruikt kan worden om de prijs voor Derde Wereldlanden te drukken. Maar vreemd genoeg is dat nog niet meer dan een vaag plan.

Dat terwijl de hitpotentie er vanaf spat: een spotgoedkope laptop voor mensen die naast de prima PC die ze hebben staan een simpel draagbaar computertje willen, mét een opwindfunctie, en van het geld dat er voor neergeteld wordt gaat de helft naar een Goed Doel. Als dat ding voor Kerst volgend jaar commercieel verkrijgbaar is, wordt het de heetste rage sinds de Furby. Alleen hoop ik wel dat het ding dan ook in andere kleuren dan schreeuwend groen geleverd kan worden.

15 november 2005

Pimp

Weet u nog, die protesten van verleden jaar? Duizenden baby-boomers op de dam, vechtend voor privileges die de generaties van hun ouders noch die van kinderen ooit zullen kennen. En dan ook nog met van die lullige petjes op. De leden van de vakbonden hebben massaal voor het prepensioen gestemd. Niet bepaald verrassend: de overgrote meerderheid van de vakbondsleden is ouder van 55.

Ik sprak er schande van, en heb het zoals een goed stuurman-aan-wal betaamt, daarbij gelaten. Zij hebben een alternatief voor de vakbonden opgericht, onder de welluidende naam Alternatief voor Vakbond. Eigenlijk is het gewoon een vakbond natuurlijk, maar het bekt zo lekker. Voorzitter Mei Li Vos is bovendien een superlekker wijf, dus het mocht weinig verbazing wekken dat de AVV een snelle start maakte.

Maar denk niet dat de bejaardenbonden daarmee verleden tijd zijn! Zij vechten keihard terug!
Over twee weken is er in Paradiso een speciale bijeenkomst voor vakbondjongeren onder de naam Pimp mijn vakbond. Jonge vakbondsleden mogen dan brainen over wat de FNV voor ze mag betekenen. Wat te zeggen?

1) Het woord ‘Pimp’ is uit. Sterker nog, als het niet uit was, dan was het nu uit omdat zelfs vakbonden het gebruiken. Jullie imago is kutter dan kut, pseudo-hip taalgebruik gaat dat niet redden.
2) Als jullie zelf niet weten hoe je de belangen van je jonge leden moet behartigen, verdienen jullie het om gruwelijk afgestraft te worden.
3) Over dezelfde boeg: welke jongere is er nou lid van de FNV? Op de één of andere manier heb ik het idee dat de creatieve, daadkrachtige jongeren niet bij zo’n belegen club te vinden zijn. Dat zal gezellig brainen worden!

De AVV neemt het ook nog eens extra op voor freelancers – geloof me, zij kunnen de hulp goed gebruiken. Misschien moet ik maar lid worden. Zou Mei Li nog single zijn?

14 november 2005

Boeven

Ook al eens beboet voor te hard rijden op een volkomen verlaten snelweg, tegen de richting in fietsen (echt waar, er zijn straten waar eenrichtingsverkeer niet uitgezonderd (brom)fietsen is) of door rood lopen (wederom: echt waar, er zijn mensen die daar een boete voor krijgen)? En zeg eens eerlijk, hoe groot is dan de verleiding om je af te vragen waarom de arm der wet geen boeven aan het vangen is? Zelfs als je best weet dat je iets hebt gedaan dat niet mag, en over het algemeen niets tegen de politie hebt?

Ik praat niet uit eigen ervaring, maar ik kan me dat gevoel heel goed voorstellen. Als het aan Joop Atsma ligt, zijn het binnenkort niet alleen de verkeersdeelnemers die het risico lopen dit gevoel te krijgen. Als de CDA'er zijn zin krijgt, worden ook sportscholen binnenkort overvallen door opsporingsambtenaren die alle aanwezigen sommeren hun plas in te leveren. Want jawel, ook vrijetijdssporters moeten gecontroleerd worden op doping.

Zoveel zaken waar je geld en mankracht aan kunt besteden, en Atsma bedenkt dit. Ik heb nog niet kunnen ontdekken waarom hij eigenlijk vindt dat mensen geen anabole steroïden mogen gebruiken als ze het toch niet doen om vals te spelen, maar het heeft wellicht iets te maken met het feit dat het spul ongezond is. Toch valt er iets voor te zeggen om dat geld te besteden aan ongezonde mensen in ziekenhuizen en verpleeginstellingen, in plaats van aan het bestraffen van mensen die hun eigen gezondheid op het spel zetten.

Het zal je als sportschoolbezoeker maar gebeuren: een controleur komt je sommeren dat je je plas moet inleveren, om te controleren of je doping hebt gebruikt. Iemand die betaald wordt van jouw belastinggeld wil jouw pis hebben omdat sommige mensen misschien wel hormonen hebben geslikt. En dat terwijl het je hoogstwaarschijnlijk geen ruk interesseert wat de andere bezoekers van de sportschool allemaal wel en niet in hun lijf hebben gestopt.

Dan ga je je toch onwillekeurig afvragen hoeveel boeven er wel niet gevangen hadden kunnen worden van dat geld.

Links inhalen

Sinds haar pleidooi voor een soepeler ontslagrecht, ligt Femke Halsema onder vuur van voormalige medestanders. Een linkse partij die pleit voor een soepeler ontslagrecht? Kom nou! Een kortere WW, hoe idioot van links om daarmee op de proppen te komen. Zo reageerden de vakbonden in elk geval. Het FNV vond ‘Vrijheid eerlijk delen’ op zijn best een praatstuk. CNV noemt de voorstellen ‘interessant’. Synoniem van een ‘apart’ kapsel. Halsema houdt voet bij stuk: baanzekerheid moet worden ingeruild voor werkzekerheid. En juist het rigide ontslagrecht, blijkt uit onderzoek, draagt bij aan een langere duur van werkloosheid.

Ondernemers reageren – natuurlijk - positief. Zij willen al jaren dat het gemakkelijk wordt om mensen de laan uit te sturen. Weliswaar met een hogere WW, maar toch. Niet omdat ze nou zo nodig mensen willen ontslaan. Integendeel. Elk bedrijf wil groeien, winst maken, zijn continuïteit ook in de toekomst veilig stellen. Zodat daar straks weer nieuwe mensen aan de slag kunnen. Dat is een wezenlijk andere benadering van het ontslagvraagstuk. En in die benadering past ook het onmisbaarheidcriterium.

Nu geldt er zoiets absurds als last in, first out. Bij een klein bedrijf kan een werknemer op straat komen te staan, die onmisbaar is. Dat is de afgelopen periode vaak gebeurd in de metaal, toen bedrijven door de recessie moesten inkrimpen. Toepassing van het onmisbaarheidcriterium in het ontslagrecht zou dit kunnen voorkomen. Het is toch logisch om bij een ontslagronde te kijken naar de kwaliteit van de werknemer voor de onderneming! De onderneming moet dóór. Dat doe je met de best gekwalificeerde club mensen. En laten we eerlijk wezen, de oudgedienden zijn meestal niet het meest gemotiveerd.

Duidelijk dat het in de ambtenarij niet zo werkt. Daar blijf je zitten waar je zit, totdat je met een goede regeling (vroeg) pensioen gaat genieten. Alleen de ChristenUnie steunde de VVD in haar wens voor het onmisbaarheidcriterium, zodat de motie het niet haalde. Een gemiste kans, zeker voor GroenLinks. Met haar pleidooi voor een soepeler ontslagrecht heeft Halsema bewezen dat zij zich niet laat ringeloren door onrealistische linkse rakkers. Met links inhalen komen de vakbonden niet meer weg.

13 november 2005

Verdoomd slecht

Een gemiddelde club bèta-wetenschappers is zo lelijk dat vee op een afstand van tientallen meters angstig wordt bij de aanblik, maar in films zijn wetenschapsters altijd welgevormde schoonheden waarvan je eerder zou verwachten dat ze, pak hem beet, actrice zijn. De bèta-beauties vinden werk bij een speciaal soort professor die altijd een peperduur onderzoek leidt, ondanks het feit dat hij niet in staat is om kritisch te oordelen over de gevaren van dat onderzoek. Behalve belabberd risico-management kenmerkt de typische B-film-professor zich in een raar sollicitatiebeleid: eerder genoemde schoonheden zijn vaak ridicuul incompetent op hun vakgebied.

Dr Sam Grimm (Rosamund Pike) in de film Doom, bijvoorbeeld, is een DNA-wetenschapster die niet weet hoeveel chromosomen een mens heeft (46, geen 23). Aan de andere kant heeft ze wel weer het vermogen om gentherapie voor het gehele lichaam uit te voeren door met een injectienaald een extra chromosoom in de borst te spuiten. Die extra chromosomen – zichtbaar gemaakt als dikke klontjes in het bloed die niet door een bloedvat heen zouden passen – zijn de bron van alle kwaad: Grimms laboratorium op Mars wordt overspoeld met door het extra DNA gemuteerde mensen.

Mars is sowieso een raadselachtige plek: de lichten in de laboratoria kunnen niet aan, terwijl er nog wel electriciteit is. Een losgescheurde monster-tong kan brullen, soldaten krijgen geen banden om hun loodzware wapens aan te hangen. Wie bouwt er trouwens ruimtestations met een ventilatieschacht waar makkelijk een monster doorheen kan kruipen? Kijken architecten soms geen B-films?

Maar goed. Doom is een gedachtenloze schietfilm, die wetenschappelijk niet helemaal deugt. Niets nieuws onder de zon, en het genre is wat mij betreft best te pruimen. Binnen het genre, echter, is Doom the Movie een waar dieptepunt, en bovendien eerder een hoorspel dan een film. Ga er niet heen, huur hem niet, besteed je bandbreedte niet aan het illegaal downloaden ervan.
Geloof ons.


Edit: Ik laat het woord aan Iknik om in de comments zijn mening over die àndere computerspel-verfilming te geven: Resident Evil: Apocalypse.

11 november 2005

Pre-emptive vervloeken

Een bioloog zien veel mensen nog steeds als een vredige heikneuter met een botaniseertrommel voor zich. Archeologen hebben een betere reputatie, met name dankzij films als Indiana Jones. In werkelijkheid zijn archeologen net zo saai als biologen, en houden zij zich hele dagen ledig met het tellen van potscherven of uitgepoepte zaadjes. “Het zal je misschien verbazen, maar na driehonderd jaar ruikt een beerput nog steeds naar stront”, vertelde een bevriende archeoloog ooit. Zijn werk betaalt slecht, omdat er heel veel mensen zijn die het gráág willen doen.

Soms echter, waait er een vleugje Hollywood over de archeologie. Wetenschappelijke grafschenners spelen met hun leven bij het openen van Egyptische graftombes. Een beetje journalist spreekt dan natuurlijk van de Vloek van de Pharao’s. Analoog daaraan hebben journalisten het nu ook over de Vloek van Ötzi. Mensen die met het ijslijk werkten, hebben massaal het leven gelaten.

Toeval, natuurlijk. Er zijn wereldwijd miljoenen wetenschappers, en als je zo’n grote groep hebt, zou het veel verrassender zijn als er niet één clubje was dat en masse doodviel na hun onderzoek. De Vloek van het Trilveen, of de Wraak van de Proteïne-Kinase-C receptor, bijvoorbeeld, hadden net zo goed gekund en zouden bovendien mijn studietijd aanzienlijk dragelijker hebben gemaakt.

Een èchte vloek is de vloek waar je nooit van hoort, merkte een collega van mij al op. Een beetje vervloeker doet aan pre-emptive strikes. “Goh, waarde collega, zouden we niet eens opgravingen gaan doen in die vallei in Chinaaaaargh roggel kuch” – hartstilstand. De eenzame bergwandelaar die terugkeert: “Hij zei dat hij even ging plassen in een grot, en toen sloeg de bliksem in.” Duikers vlakbij de eerste sporen van Atlantis worden verscheurd door een school hondsdolle Humboldt-inktvissen. Over een paar maanden verandert mijn archeologische vriend van baan. Als hij dan dood neervalt, weet ik dat hij iets groots op het spoor was.

10 november 2005

Illegaal

Waarschijnlijk wist tot voor kort niemand binnen de directie van Sony wat een rootkit is en hoe cloaking werkt. Inmiddels weten ze er vermoedelijk meer van dan ze ooit hadden gehoopt.

Digital Rights Management (DRM) is de term die gebruikt wordt voor technologieën die gebruikers beperkt in de mogelijkheid om CD’s en DVD’s te kopiëren. Omdat hackers voortdurend bezig zijn met het kraken van DRM, moeten distributeurs steeds met nieuwe vormen van kopieerbescherming komen.

De nieuwste DRM-software van Sony heet XCP en is gebouwd door het Engelse bedrijf First4Internet. Wie een CD van Sony op zijn PC wil afspelen, kan dat alleen doen met behulp van de mediaspeler die op de CD staat, en er kunnen geen bestanden van CD naar harde schijf gekopieerd worden. Tot zover niets aan de hand.

Maar achter de schermen gebeurt er van alles zodra de computer de CD ziet. Er wordt software geïnstalleerd, die vervolgens onzichtbaar wordt gemaakt. En dan hebben we het niet over “er staat geen icoontje in de desktop”-onzichtbaar, maar over “je moet een behoorlijke nerd zijn om er achter te komen dat het programma überhaupt bestaat”. Dergelijke programma’s worden rootkits genoemd. Mocht je XCP toch vinden, dan kun je het nog steeds niet zomaar verwijderen, want het risico bestaat dat je daarmee je Windows-installatie verneukt.

Saillant detail is dat de software verbinding maakt met Sony’s server, iets dat het bedrijf aanvankelijk ontkende. Leuk was ook de uitspraak van directeur Thomas Hessa: “De meeste mensen weten niet eens wat een rootkit is, dus waarom zouden ze zich er druk over maken?” Die instelling is waarschijnlijk de reden dat in de gebruikersvoorwaarden niets staat over zichzelf onzichtbaar makende programma’s, of over het feit dat ze regelmatig naar huis bellen.

Dat terwijl juist de mensen die niet weten wat een rootkit is, reden hebben zich druk te maken. Sony infecteert hun computer ongezien en zonder het te vertellen met troep die niet alleen stiekem het internet op gaat, maar die ook een potentiële achterdeur vormt voor virussen en worms. Gelukkig is deze actie niet alleen gruwelijk onbeschoft, maar ook ontzettend strafbaar.

Update: er zijn inmiddels drie virussen ontdekt die gebruik maken van XCP.

09 november 2005

Pamela

Theo van Gogh is dood, en Pamela Hemelrijk leeft nog. Ik had het liever andersom gezien. Waar Van Gogh zijn anti-moslim-rants doorspekte met humor, en het feit dat hij ruzie had met iedereen zijn uitspraken nogal relativeerden, is Hemelrijk bezig met een kruistocht met een grote K.

Uit alles dat ze schrijft borrelt een zwavelgele haat kop tegen alles en iedereen dat Pamela niet zint. Linkse mensen houden er niet een andere mening op na; socialisme is een perverse ideologie en arme mensen zijn parasiterende nietsnutten. Maar erger nog dan de Ikniks van deze wereld krijgen de moslims ervan langs.

In de Metro van vandaag (blz. 10) stelt ze zich duidelijk op: de linkse kerk heeft de legers waardeloze moslimparasieten veel te lang vertroeteld. Daarom zijn ze nu aan het rellen in Frankrijk en België, en binnenkort in Nederland. De vijfde colonne der geitenneukers rukt op, en in 2007 begint de burgeroorlog.

"Ik heb nog twee jaar om mijn hele hebben en houden te verkopen zolang het nog kan, en het vege lijf te redden", schrijft ze. Maar waarom twee jaar wachten, Pamela? Als in 2007 de rellen uitbreken, heb je nog maar één jaar de tijd - het is al november! De rellennaffers in de banlieus verdienen geen greintje sympathie, en als het Franse leger ze stuk voor stuk afknalt zal ik daar geen traan om laten, maar Pamela's column geeft mij eerder de neiging ze allemaal een enkeltje naar huize Hemelrijk te geven.

De meeste moslims in Nederland zullen er ook niet blij om zijn om met geitenneukers of het gepeupel uit Parijs op één lijn te worden gezet. Als zij nou eens een actie opzetten om inderdaad Pamela's huis en haard op te kopen, zodat zij op haar gemak haar vege lijf naar een duikparadijs - zonder internetverbinding, als dat mogelijk is - kan slepen? Ik zal met plezier mijn tientje storten voor dit goede doel.

Edit: Time, een blad voor mensen die nadenken voor ze hun scheur opentrekken en dat Pamela nog niet de plees zou laten schrobben, heeft een zinniger bijdrage over de rellennaffers.

08 november 2005

Cohen

Het is al een paar jaar salonfähig om de Amsterdamse burgemeester Job Cohen af te fakkelen. Hij is een naïeve multiculti, een softie, een linkserd die de bestaande problemen van zijn stad negeert. Alle grote steden in de westerse wereld hebben te kampen met criminaliteit, probleemwijken en radicale elementen, maar in Amsterdam is het allemaal de schuld van de vriendelijke PvdA’er.

Job wil de boel bij elkaar houden. Stel je voor: de burgervader van een stad met een bevolkinsdichtheid van 4435 inwonders per vierkante kilometer wil voorkomen dat dingen uit de klauwen lopen. Wat een zacht ei! Sterke mannen hebben we nodig, voor wie de tafels waar met vuisten op geslagen kan worden met wagonladingen tegelijk moeten worden aangesleept. Want alleen vuisten op tafels kunnen ons land uit de klauwen van de geitenneukende vijfde colonne houden.

Ayaanhangers als Leon de Winter en Sylvain Ephimenco kunnen niet vaak genoeg benadrukken hoe walgelijk islamofobofoob Job Cohen wel niet is. En hij werd ook nog eens de held van Europa (toegegeven, dat vond ik ook wel wat veel van het goede) in plaats van Ayaan Hrisi Ali.

Maar laten we wel wezen: het is een grof schandaal dat politici hier in Nederland voor hun leven moeten vrezen en Ayaan is een mooi symbool voor de strijd van vrijheid versus de radicale islam, maar veel meer ook niet. Zolang ze als een soort islamitische Dolle Mina af en toe opduikt in de publiciteit om iets over radicale moslims te zeggen en zich vervolgens weer terugtrekt om op kosten van de belastingbetaler aan haar boek te werken, gaat het best. Maar je moet er toch niet aan denken dat ze in een positie komt waar ze daadwerkelijk macht heeft. Burgemeester van Amsterdam, bijvoorbeeld.

Dat gedweep met schreeuwlelijken is leuk en aardig, maar dit land gaat niet gered worden door mensen die af en toe de knuppel in het hoenderhok gooien. Of Cohen z’n werk altijd even goed doet weet ik niet, maar dat hij liever een geitenwollensok is die de boel bij elkaar wil houden dan een radicale Van-Goghist, spreekt vóór hem. Niet tegen hem.

Rechter erbij

De rek is uit de rechter, kopt Elsevier. Te veel overspannen rechters brengen de kwaliteit van de rechtspraak in gevaar. De Raad voor de Rechtspraak wil er mensen bij. Zeker tachtig, liever nog wat meer. Helaas, minister Donner heeft er geen geld voor. Voor de rechtspraak trekt het kabinet volgend jaar 757 miljoen euro uit. Volgens de Raad is dat 63 miljoen minder dan nodig. Gevolg: in 2006 blijft een kwart miljoen zaken op de plank liggen. Procedures duren acht procent langer, wat voor burgers ergernis oplevert en schadelijk is voor de economie.

Laten we die economie eens concreet maken. Dat hebben we het over bedrijven. In de zakenwereld gaan de meeste geschillen over geld: de klant wil niet of niet alles betalen. Hij vindt dat het werk niet goed is of dat er te laat is geleverd. Dat leidt tot boze blikken over en weer, dreigen met procederen. Niet slim, want door te oorlogszuchtig te zijn zetten ondernemers een klantrelatie op het spel. Daarnaast is het helemaal niet zo gemakkelijk om je gelijk te krijgen. Je moet het kunnen bewijzen! En ruziënde echtparen weten het: er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.

Het beste kun je geschillen maar voorkomen. Duidelijke afspraken maken en die schriftelijk vastleggen. (Datzelfde zou ook moeten gelden bij huwelijken. Hoeveel zaken komen er niet voor de rechter omdat twee volwassen mensen elkaar het licht in de ogen niet meer gunnen.) Mocht er dan een geschil ontstaan, dan kun je tenminste aantonen hoe het zit. Al met al is rechtspraak emotie, en emotie vertroebelt het zicht op juridische feiten. Daarom: procederen doe je liever niet. Het kost veel geld, heel erg veel tijd en energie, is emotioneel belastend en als je wint krijg je hooguit een deel van de kosten terug. Een groot deel van de rechtszaken kan zonder meer de prullenbak in. Is een weldaad voor de economie. Zijn er ook meteen minder rechters nodig.

Althans…. voor civiele en kantonrechtzaken. De toekomst is aan het bestuursrecht, stelde Maarten Huyen zaterdag in NRC. Advocaten namen de macht van politiek Den Haag over. Hoe dat werkt? In het kort: advocaten stellen de contracten op of procederen over overheidsbeslissingen die vaak anders uitvallen dan de bedoeling was. Juristen bepalen het tempo, de vormgeving en de uitvoering van een plan. Staatssecretaris Ross kan klagen over de modernisering van verpleeghuizen wat ze maar wil, op de juridische belemmeringen heeft ze geen vat.

07 november 2005

Van tweeën één

Het rommelt in het land van de belangenbehartigers. Vorige week kondigden MKB-Nederland (voor het midden- en kleinbedrijf) en VNO-NCW (de grote industriëlen) een vergaande samenwerking aan. Voor beide voorzitters Loek Hermans en Bernard Wientjes geen verrassing. In het voorjaar samen een hapje eten, in het najaar ligt een fusie in het vooruitzicht. Een werkgroep met mensen uit beide hoofdbesturen mag eerst aan de slag. Maar op 1 februari 2006 liggen er dan aanbevelingen voor samenwerking.

Niet iedereen is zo blij met de aankondiging. Want als MKB en VNO meer gaan samenwerken, dan worden ongetwijfeld ook de Koninklijke Metaalunie (grootste lid van MKB-Nederland) en FME-CWM tot elkaar veroordeeld. Die laatste ziet dat wel zitten. Al eerder pleitte de FME-voorzitter voor het samenvoegen van beide CAO’s. De Metaalunie voelt daar niets voor. CAO’s en pensioenfondsen zijn sectorspecifieke regelingen. Zo konden grotere bedrijven volgens een raamwerk hun eigen CAO maken. En richtte de metaalbewerking een eigen verzekeraar op voor het WAO-gat. Verder zijn de werknemers in het mkb-metaal gemiddeld veel jonger, waardoor de premies lager zijn.

Natuurlijk wordt er samengewerkt als dat handig is. Denk aan lobby bij de overheid over arbo- en milieuwetgeving. Of aan samen sterk tegenover de vakbonden. Heel vaak echter scheiden de wegen zich. De afschaffing van het grijze kenteken en de zelfstandigenaftrek werd bekritiseerd door klein. Groot prees de overheid vanwege de verlaging van de vennootschapsbelasting. Ook de energiebelasting laat de gemoederen uiteen lopen. Het tarief voor de grote bedrijven is lager, zodat mkb lijdt.

De leden van beide organisaties kijken het aan. Sommige balen van al dat dubbel werk en zien één hoofdkantoor wel zitten. Andere waarderen een eigen cultuur van hun brancheorganisatie, manager versus pater familias. Daarnaast heeft het mkb geen stafafdelingen en dus veel meer behoefte aan (telefonisch) advies over juridische onderwerpen en personeelszaken. Hoe combineer je dat handig? Tot slot is één hele grote organisatie niet per se efficiënter. Kijk om je heen naar al die molochs.

Natuurlijk is het impopulair om te zeggen dat je tegen vergaande samenwerking bent. Samen optrekken naar hetzelfde doel (meer aandacht voor het Nederlandse bedrijfsleven) is efficiënter dan alleen. Dat de doelen vaak verschillen, wordt dan al te gemakkelijk vergeten. In de landelijke politiek is het helder. Elke partij heeft zijn eigen programma en niemand wil één partij. Je ziet alleen maar ad hoc coalities, voor een onderwerp of een regeerperiode. Maar als het om het ondernemersbelang gaat, doet men al snel of het om één eenduidig belang gaat. Nee dus.

06 november 2005

Stoepenschijters

neorej stelde in de comments van Ikniks post van vrijdag voor het hondenrijbewijs in te voeren. Dat is een jaren oud stokpaardje van mij, dus ik grijp graag de gelegenheid aan om daar eens over uit te weiden.

Als je een vuurwapen wilt hebben moet je bij een club, moet je een vergunning, moet je een duur koffertje en moet je altijd van de club direct naar huis en weet ik wat voor dichttimmerende wetgeving daar allemaal nog meer omheen geldt.

Elk jaar lopen enkele duizenden mensen een beet op waarmee ze naar de huisarts gaan voor tetanus, rond de tweehonderd mensen worden zodanig toegetakeld door man's best friend dat ze naar het ziekenhuis moeten (bron). Daar vallen alle ongelukken met vuurwapens natuurlijk bij in het niet.

Toch mag elke schurftmongool waarvan de wet het godzijdank verhindert dat ze met vuurwapens over straat mogen, een geheel automatisch wapen kopen. Het is veel automatischer dan een automatisch pistool: het loopt op vier poten, kan zichzelf besturen, en met de bek en poten kan het verminkende - soms zelfs dodelijke - schade toebrengen. Sterker nog, het zijn juist eerder genoemde schurftmongolen die met hun slecht getrainde stoepenschijters de buurt onveilig maken.

Nu heb ik het niet zo op vuurwapens, en zou ik het helemaal niet erg vinden als ze verboden werden. Mijn opvattingen over honden gaan ongeveer in dezelfde richting, maar hele volksstammen beleven blijkbaar plezier aan die beesten, dus het is nog even wachten op de Iknikiaanse Heilstaat waarin alle honden op een speciale trein naar hondenkampen in Polen worden gestuurd alwaar - maar ik dwaal af.

Hondenrijbewijs. Bewijs van basale competentie in het controleren en verzorgen van een hond. Martin Gaus kan het, dus echt moeilijk kan het niet zijn. Beter voor de dieren, beter voor wat neorej zo schattig 'pleuters' noemt, en beter voor de hondenbezitters, die er qua reputatie op vooruit gaan. Er schijnen ook niet-schurftmongolen tussen te zitten.

04 november 2005

Patent!

Ik maak even van de gelegenheid gebruik om de lezers te wijzen op mijn profetische gaven: lees deze column, en bekijk vervolgens deze website.

Fikkie

Je hebt twee soorten hondenbezitters: zij die hun hond africhten, en zij die daar te asociaal voor zijn. De eerste groep omvat meestal ook de mensen wiens hond naar ze luistert, terwijl de tweede groep vooral bestaat uit mensen die kennissen vertellen dat ze hun hond volledig onder controle hebben terwijl Fikkie twintig meter verderop in een voortuin een lekkere drol zit te draaien.

De tweede groep mensen zegt steevast dat Fikke “niets doet”, hoewel dat meestal, als je doorvraagt, niet waar blijkt te zijn. Dan komt ineens het verhaal naar boven van die nietsvermoedende wielrenner met de gescheurde achillespees, of die keer dat de postbode linea recta naar de Eerste Hulp moest. De hondenbezitters die dat verhaal vertellen kijken er meestal vertederd bij, omdat alles dat Fikkie doet schattig is.

En omdat alles dat Fikkie doet schattig is, wordt hij nooit terechtgewezen. Want hondenbezitters van het asociale soort vinden een hond die gestraft wordt zieliger dan een postbode met een liesbreuk. Dat honden waar niks mee aan de hand zou zijn als ze maar fatsoenlijk werden afgericht wél gecastreerd worden, en mensen die lijden aan een vorm van kinofilie die hun wereldbeeld ernstig verminkt niet, is eigenlijk best vreemd.

Iets dat Fikkie meestal ook doet, en veel, is blaffen. Als hij wordt uitgelaten, als er wordt aangebeld, als het baasje even weg gaat, of gewoon, omdat er al vijf minuten niet geblaft is. Fikkie doet dat om mensen (blaffen is vooral bedoeld om met mensen te communiceren) te vertellen dat hij blij is, of verdrietig, of dat er een vreemdeling bij de voordeur staat.

Van mij zou Fikkie dat mogen laten, en ik neem het Fikkies baasjes kwalijk dat ze hun huisdier niet vanaf dag één duidelijk hebben gemaakt dat hij niet zo’n herrie moet maken. Want het kan allemaal wel reuzevertederend zijn, er zijn ook nog andere mensen. En te dom zijn om je te kunnen verplaatsen in mensen die de hond niet het summum van ultieme schattigheid vinden, is geen excuus om dan maar geen rekening met ze te houden.

Ik ga maar in Groenlo wonen, denk ik.

Beroemd

Voor vandaag had ik eigenlijk een column gepland over dat beugeltjes best erotisch zijn, en dit met betrekking op die nazi-kindsterretjes*. In een aanval van goede smaak heb ik besloten er nog heel even over na te denken.

Daarom even een kort intermezzo: we worden steeds beroemder! In tegenstelling tot, nou ja, dat andere blog, streven wij geen wereldheerschappij na. Wereldroem, en goed betalende adverteerders, daartegen hebben wij geen bezwaar. Het gezaghebben U-blad had het over ons, en zal zich meteen op het hoofd moeten krabbelen dat ze mij indertijd een baan hebben geweigerd.

Ik zou namelijk nooit hebben opgeschreven dat Brandy een jongetje was zonder dat te checken.
Voor alle duidelijkheid: Brandy is een vrouw (30), weegschaal en, voor wie daar belangstelling in mocht hebben: nog single!


* Hmmmm. Papalief brandmerkt zijn vee met hakenkruizen. Zouden zìj nog single zijn?

03 november 2005

Poetin

Diplomatie is eigenlijk niets anders dan beleefdheid op hoog niveau. Als je iemand te gast krijgt, ga je hem niet vertellen wat hij allemaal verkeerd doet. Dat is logisch.

Als president Poetin langskomt, ga je niet continu lopen zaniken over de oorlog in Tsjetsjenië, het gebrek aan vrije pers in Rusland of het feit dat meneer zijn politieke tegenstanders in de bak gooit. Dat snapt een kind. In plaats daarvan prijs je zijn eloquentie, complimenteer je hem met zijn gevoel voor humor, en als het echt gezellig en amicaal wordt kan er misschien wel een grap worden gemaakt over zijn kalende kruin. Over moeilijke onderwerpen praat je voorzichtig, of desnoods helemaal niet. Dat is diplomatie.

Poetin prijzen voor de “ondubbelzinnige wijze” waarop hij zich bij de strijd tegen het terrorisme heeft aangesloten, heeft natuurlijk helemaal niets te maken met diplomatie, maar des te meer met zwarte humor.

De linkse partijen en D66 waren not amused. VVD’er Van Baalen, zo’n lekker ouderwets rechtse jongen van het type dikke sigarenroker, reageerde al even voorspelbaar: de linksen snappen niets van diplomatie. Zoals het een echte Hollandse bobo betaamt, denkt hij namelijk dat diplomatie een ander woord is voor iedereen die belangrijker is dan jij een goede pijpbeurt geven.

En eerlijk is eerlijk, die methode werkt. Maar als we één ding kunnen leren van mensen als Chirac, Berlusconi en George W. is het wel dat diplomatie met ballen misschien weinig sympathie wekt, maar niet per se minder effectief hoeft te zijn dan het opzitten en pootjes geven waar Nederlandse diplomaten zo goed in zijn.

En eigenlijk is het, naast onnodig, helemaal niet sympathiek om de kont te kussen van elke hoogwaardigheidsbekleder die ons land aandoet. Als je bijvoorbeeld tegen Poetin zegt dat zijn manier van regeren ondubbelzinnig is –terwijl dat woord net zo goed vermeden had kunnen worden- zeg je namelijk tegen de Tsjetsjenen dat hun lot je volkomen koud laat.

Een rondje Europa is voor hoogwaardigheidsbekleders eigenlijk hetzelfde als voor backpackers: in de grote, belangrijke landen doe je serieuze dingen, en als je behoefte hebt aan bevrediging ga je even langs Nederland.