Sigarenbandjes
De Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) heeft minstens één pennenlikker teveel in dienst, namelijk de ambtenaar die genoeg tijd over had om zich af te vragen of het aanbieden van sigarenbandjes op ruilbeurzen niet in strijd is met het reclameverbod op alcohol en tabak. En die vervolgens tot de conclusie kwam dat dat niet alleen zo is, maar dat er van gedogen ook beslist geen sprake kan zijn. Ziehier het resultaat van een kruising tussen zero-tolerance en kleingeestige regelneukerij.
Hopelijk komt de VWA maandag met een verklaring waarin staat dat het allemaal een misverstand is, en dat de belastingbetaler natuurlijk mag verwachten dat zijn geld wordt besteed aan iets zinnigers dan het pesten van mensen die er een liefhebberij op na houden waar werkelijk niemand hinder van ondervindt.
De verzamelaars van bierviltjes moesten er ook aan geloven. Dat er voor tabak geen reclame gemaakt mag worden, wist ik (hoewel geen normaal mens het uitstallen van een verzameling sigarenbandjes op een hobbybeurs daar onder schaart) maar waarom de bierviltjes ook moesten verdwijnen is me volslagen onduidelijk. Het enige dat ik merk van alcoholreclame is dat ergens in het beeld de volkomen nietszeggende tekst ‘Geniet, maar drink met mate’ te zien is. Zou men de bierviltjesverzamelaar echt gesommeerd hebben zijn verzameling in te pakken omdat die tekst ontbrak naast zijn mooi uitgestalde collectie onderzetters?
De Leeuwarder Courant maakt melding van een saillant detail: vanwege de horecagelegenheid die in de zaal was ingericht, gold voor de hele ruimte een ontheffing van het rookverbod. Ik weet niet of er ook alcohol werd verkocht, maar ik zie het voor me: in een zaal die blauw staat van de rook en waar bezoekers naar de bar in de hoek kunnen lopen om even bij te komen onder het genot van een borreltje, lopen twee überambtenaren ervoor te zorgen dat op elke vierkante meter van de hobbybeurs de Absolute Letter van de Wet wordt nageleefd.
Ergens is het geruststellend: er vinden allerlei hevige, soms verontrustende veranderingen plaats in ons land, maar diep van binnen zijn we toch het kleine kneuterige volkje dat we altijd zijn geweest.