Neonroze
Daarna was ik een tijd fel tegen Macs. Ze gaven veel te weinig bang for your buck, het operating OS X haalde het niet bij Windows XP en ze waren lelijk. Overigens ben ik er nog steeds van overtuigd dat mensen die nu een iMac hebben over tien jaar beschaamd lachen als ze zichzelf op een oude foto achter zo’n ding zien zitten. Die computers zijn niet zo bar veel smaakvoller dan de neonroze uniseksjoggingpakken van parachutestof waarvan veel mensen het liefst vergeten dat ze ze écht gedragen hebben.
Hoewel ik nog steeds geen Mac-fanaat ben, heb ik ook weinig zin om met religieus fanatisme Bill Gates te gaan verdedigen. En op een bepaalde manier heb ik juist ontzettend veel bewondering voor Steve Jobs. Vooral voor de manier waarop hij Apple in het algemeen, en de iPod in het bijzonder, de aura heeft gegeven die het nu heeft.
Het doosje heeft een marktaandeel van bijna 75 procent, maar straalt een zelfbewuste, individualistische hipheid uit. Waar Microsoft highbrow artiesten als Brian Eno en Robert Fripp de riedeltjes voor Windows laat componeren, weet Apple zijn avant-gardistische imago te versterken door hyperidool Bono de reclame te laten doen. Hoewel de iPod niet uitgesproken mooi is, vindt iedereen het design van de witte plak geweldig en probeert iedere fabrikant van MP3-spelers zijn producten zoveel mogelijk op de iPod te laten lijken. En dat een op de computer aangesloten iPod, in tegenstelling tot veel andere (goedkopere) MP3-spelers, zich niet gewoon als externe harde schijf gedraagt, daar klaagt niemand over. Waar zelfs het corporate image van de technohippies van Google haarscheurtjes begint te vertonen, blijft de witte rechthoek een onaantastbare icoon.
Denk aan neonroze parachutestof. En lees deze column in 2016 nog een keer.